Over twee maanden gaan meer dan honderd Vlaamse gemeenten elkaar te lijf in de 10.000-stappenclash. In een online omgeving kunnen deelnemers hun dagelijkse aantal stappen invoeren en zo vergelijken met andere deelnemers. De gemeente die na één maand de meeste stappen heeft gezet - in verhouding tot het totaal aantal volwassen inwoners van de gemeenten - is de grote winnaar. Deze krijgt de titel van actiefste gemeente van Vlaanderen.
De competitie bij onze zuiderburen lijkt een typische exponent van het Fitbit-tijdperk, waarin slimme apps en armbandjes de dagelijkse 10.000-stappennorm genadeloos registreren. Maar de oorsprong van het project ligt al meer dan tien jaar terug, ruim voordat Steve Jobs de eerste iPhone introduceerde. Ook twaalf jaar geleden was het negatieve gezondheidseffect van gebrek aan dagelijkse beweging al een zorg voor overheden. En ook het concept van 10.000 stappen als ondergrens voor minimale dagelijkse beweging bestond al. De oorsprong van deze norm was ook in 2004 al lastig te achterhalen, maar hij duikt voor het eerst in op in begin jaren zestig in Japanse onderzoeken.
Start: 10.000 stappen in Gent
Omdat het zo’n ronde en makkelijk te communiceren richtlijn is, startten overheden en gemeenten eind vorige eeuw over de hele wereld 10.000-stappenprojecten. In Vlaanderen - en als primeur voor Europa trouwens - besluit de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van Universiteit Gent in 2005 een “10.000 stappen Gent” project op te zetten, gekoppeld aan een promotieonderzoek naar de effectiviteit. Het idee erachter was dat je burgers via een groot aantal kanalen en media voortdurend herinnert aan de dagelijkse hoeveelheid stappen. Maar in tegenstelling tot reguliere voorlichtingscampagnes konden burgers in dit project bijhouden hoe ze het deden. De deelnemers kregen voordelig de beschikking over een goedkope maar betrouwbare stappenteller om hun dagelijks gezette stappen te registreren. Niet met een tracker en een app, maar dus met een simpel stappentellertje en een dagboekje.
Van lokaal naar landelijk
Om de effectiviteit van de campagne te kunnen nagaan, werd gebruik gemaakt van een controlegemeente (Aalst). De helft van de Gentenaars (of 8% méér inwoners dan vóór de campagne) haalde de richtlijn van 10.000 stappen per dag na een jaar campagne. In de controlestad bleef het aandeel inwoners dat dagelijks voldoende beweegt echter onveranderd op 40%. Meer dan de helft van de Gentenaars is bekend met de campagne. Met die positieve uitkomsten speelde het project zich in de kijker van de Vlaamse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin, Jo Vandeurzen.
In 2009 wordt “10.000 stappen Vlaanderen” met een forse overheidssubsidie opgestart. Dr. Ragnar van Acker is Stafmedewerker Beweging bij het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) en was vanuit de Universiteit Gent vanaf de start nauw betrokken bij de diverse 10.000-stappenprojecten. Hij vertelt dat het uitbreiden van een relatief overzichtelijk stadsproject naar een project met veel meer partijen geen sinecure is. “Je raakt opeens aan allerlei andere beleidsterreinen, zowel bij de overheid als op lokaal niveau.”
714 stappen tot aan de brouwerij
Een subsidie blijkt echter een effectief smeermiddel voor gemeenten die willen participeren. De projectorganisatie zorgt voor publiciteitsmateriaal, de stappentellers en ondersteuning. In de periode van 2009 tot 2012 verschijnen in tal van Vlaamse gemeenten dan ook steeds vaker bordjes in het straatbeeld waarop je kunt zien hoeveel stappen men verwijderd is van bijvoorbeeld het gemeentehuis, het station of de markt. Grote steden als Antwerpen doen mee. Dan nog zonder online hulpmiddelen of slimmere stappentellers die direct met een app koppelen. Het blijkt echter na afloop van de projectperiode niet eenvoudig om de vaart erin te houden. Vooral het wegvallen van de subsidie voor deelnemende gemeenten zorgt ervoor dat het 10.000-stappenproject meer om aandacht moet vechten met een veelheid aan gezondheidsinitiatieven.
Reboot
Na 2012 volgde volgens Van Acker een overgangsperiode van evaluatie en nadenken over de toekomst. Het project was inmiddels praktisch verankerd bij VIGeZ, het Vlaamse expertisecentrum voor gezondheidspromotie en ziektepreventie. Het thema bleef onveranderd actueel, zegt Van Acker, want de gevaren van fysieke activiteit en recent ook het zogeheten sedentair (=zit)gedrag zijn een speerpunt binnen de activiteiten van VIGeZ. Binnen het gedachtegoed van ‘stilzitten is het nieuwe roken’ kwam de stappennorm van 10.000 stappen per dag dus ook goed van pas, hoewel die wel moest worden ingepast in een veel bredere beleidsmatige context van ‘gezondheidsbevordering’. Daarin speelt bijvoorbeeld ook gezonde voeding, en de aanpassing aan andere settings (bv. op maat voor bedrijven), een grote rol . Van Acker en zijn collega Dr. Annelies Vandenberghe - overigens een bekende sportcoryfee in Vlaanderen - gaan met hun VIGeZ-collega’s vanaf dan het idee van een online competitie verder uitwerken, als onderdeel van het community-project 10.000 stappen.
Low-tech aanpak
Het idee van stappen-challenges met collega’s of vrienden is in de afgelopen jaren populair gemaakt door leveranciers als Fitbit, Garmin, Nike en Polar. Maar toen de Vlamingen in 2012 zochten naar een geschikt online platform was er nog nauwelijks iets voor stappencompetities op de markt. Een koppeling met activity trackers en apps was ook nog niet aan de orde, de penetratie daarvan was nog marginaal, zegt Van Acker. Daarom werd
Deelnemers van de competitie vullen dagelijks of wekelijks handmatig hun aantal stappen in
gekozen voor een combinatie van een web-gebaseerd platform en de simpele, goedkope maar vooral betrouwbare stappentellers.
Het grote nadeel is natuurlijk dat de deelnemers van de competitie dagelijks of wekelijks handmatig hun aantal stappen moeten invullen. Dat daarbij eventueel gesjoemeld wordt is volgens Vandenberghe trouwens veel minder een probleem. “Onze ervaring is dat het echt om uitzonderingen gaat.” Wie de Coolblue-reclame heeft gezien waarin een luie sporter zijn Fitbit tracker in de hamsterkooi legt weet natuurlijk dat ook 'slimmere' activity trackers om de tuin kunnen worden geleid.
2016: een op drie gemeenten doen mee
VIGeZ werkt daarnaast verder samen met de Vlaamse regionale preventiecentra (zogeheten LOGO’s), de ziekenfondsen en apothekers. In 2014 is het online platform nog maar net klaar als de eerste stedencompetitie van start gaat. De belangstelling valt desondanks niet tegen. Zo’n 60 van de ruim 300 Vlaamse gemeenten vragen de informatieset aan en roepen hun inwoners op om deel te nemen aan de clash. Het gaat dan nog niet om grote aantallen deelnemers. In Lille, de winnaar van de competitie in 2014, gebruiken tweehonderd inwoners dagelijks de tool. Zij zetten 47.775.348 stappen, wat overeenkomt met 33.443 km. Voor de tweede editie van de Vlaamse stappencompetitie zijn de verwachtingen hoog. Dit jaar is het ook een publiek-private samenwerking, met o.a. supermarktketen Colruyt als partners. De inschrijving sloot vorige week, en een derde van de Vlaamse gemeenten wil meedoen.
Meer social media en publiciteit
Vandenberge zegt dat men veel heeft opgestoken van de eerste competitie. Ditmaal zal bijvoorbeeld veel meer gebruik worden gemaakt van sociale media. Bekende Vlamingen zullen via hun Facebook en Twitter accounts de clash promoten. De webomgeving maakt het ook mogelijk om subcompetities te organiseren. Volgens Vandenberghe vinden inwoners van kleinere dorpen het leuk om in competitie te gaan met een direct buurtdorp. De stappen tellen dan natuurlijk wel mee voor de grote competitie, maar er is daarnaast een lokale wedstrijd. Binnen de webomgeving kunnen ook vriendengroepen, bedrijven en gemeenteafdelingen hun eigen sub-wedstrijdjes opzetten.
Waarom geen app?
Een voor de hand liggende vraag: waarom is niet gekozen voor een eigen app om stappen bij te houden? Bijna iedereen heeft een smartphone, en je hoeft je stappen niet meer handmatig in te voeren. Mist het project zo geen aansluiting bij jeugdige deelnemers, die zo’n stappenteller als een typisch ANWB-apparaat van hun ouders zien? Volgens Van Acker is dat een kwestie van timing en kosten. “Wij zien natuurlijk ook wel dat apps om stappen te tellen steeds preciezer worden. Maar uit wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen jaren blijk dat er toch nog grote verschillen zitten tussen de verschillende apps. De ontwikkelingen gaan razend snel en wij zullen op de website in de komende maanden aangeven welke apps wij kunnen aanbevelen als alternatief voor de stappentellers die we noemen.”
Blijft de aandacht?
Een platform dat op een handige manier koppelt met alle gangbare apps en activity trackers is volgens Van Acker en Vandenberghe nu nog een brug te ver. Ze zijn wel bezig met de voorbereiding van de vernieuwing van de website en de manier waarop trackers en apps slimmer kunnen worden toegepast. In de opzet om de 10.000 stappen bekender te maken in Vlaanderen lijkt de clash dit jaar wel te gaan slagen. Het grotere belang, zegt Van Acker, is natuurlijk dat gemeenten aandacht houden voor meer beweging en vooral dat deelnemers hun gezondere gedrag voortzetten. Die adoptie van meer bewegen in het dagelijks leven is immers de echte uitdaging, hoe leuk de gemeenten- of buurtcompetitie op zichzelf ook is.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!