Drie jaar geleden won de app Moet ik naar de dokter (destijds als één van de eerste apps in het bezit van een CE-keurmerk) de Health App Award. Inmiddels heeft onderzoek de betrouwbaarheid en veiligheid van de app aangetoond, staan er talloze brancheorganisaties en verzekeraars achter de app en wordt er in de praktijk al volop gebruik van gemaakt. Toch is het Gert Jo Van Doornik, directeur van de huisartsenpost in Apeldoorn en bedenker van de app, nog niet gelukt om de structurele bekostiging van de app de regelen. Daar hoopte hij vandaag, bij de overhandiging van de nieuwe versie van de app aan minister Schippers, verandering in de krijgen.
Moet ik naar de dokter is een app die (zorg)consumenten en patiënten helpt met de vraag of zij met een bepaalde klacht wel of geen contact moeten opnemen met de huisarts of huisartsenpost. De app is gebaseerd op de Nederlandse Triage Standaard, een richtlijn die huisartsen helpt om te bepalen of een medisch probleem kan wachten of met spoed behandeld moet worden. Dankzij de koppeling met Thuisarts.nl krijgen patiënten ook advies wat ze eventueel zelf kunnen doen aan hun klachten. De app is voorzien van een disclaimer waarin wordt aangegeven dat de software een hulpmiddel is en dat de gebruiker bij onzekerheid altijd moet bellen met een huisarts.
Moet ik naar de dokter werd ruim drie jaar geleden gelanceerd
De app werd ruim drie jaar geleden gelanceerd. Vandaag werd de nieuwe versie van de app in Den Haag gepresenteerd. De nieuwe versie heeft allereerst een aangepast design zodat de app voor allerhande iOS en Android toestellen geschikt is. Daarnaast is de app medisch-inhoudelijk goedgekeurd door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Tenslotte bevat de nieuwe app naast de adressen en telefoonnummers van de huisartsenposten ook de adressen en telefoonnummers van alle (dichtstbijzijnde) huisartsen zodat app-gebruikers hier gemakkelijk naartoe kunnen navigeren.
Als het hen al niet lukt…
Voor Van Doornik, de bedenker van de app, betekent de overhandiging van de app aan minister Schippers een mooie mijlpaal voor hem en zijn team. Maar het vormt voor hem ook de aanleiding om een gevoelig punt bij de minister neer te leggen: het gebrek aan een structurele bekostiging van Moet ik naar de dokter. “Een innovatieve toepassing voor de zorg verzinnen is niet zo moeilijk. De implementatie – en met name de financiering daarvan – is dat wel. Je moet een heel lange adem hebben om iets goed in de markt te zetten. Wij zijn een perfect voorbeeld van een goed functionerende en alom gesteunde eHealth toepassing, die toch moeite heeft het hoofd boven water te houden vanwege gebrek aan financiering. Als het ons al niet lukt, hoe kunnen die talloze andere aanbieders ooit gaan slagen?”
"Als het ons al niet lukt, hoe kunnen die talloze andere aanbieders ooit gaan slagen?"
Moet ik naar de dokter heeft inderdaad een hoop partijen achter zich. Naast het NHG wordt de app ook al gesteund door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), patiëntenorganisatie NPFC en Ineen. Die brancheorganisaties zitten tevens in de raad van toezicht van Stichting MINDD (Moet Ik Naar De Dokter). Daarnaast hebben Menzis, Zilveren Kruis en VGZ samen geïnvesteerd in de doorontwikkeling van de app. “Die drie zorgverzekeraars hebben aangegeven opnieuw met ons in gesprek te willen gaan zodra de app af is. Maar vooralsnog is daar nog niets concreets over bekend”, vertelt Van Doornik.
Kostenbesparing?
Voor structurele financiering vanuit de zorgverzekeraar is het mogelijk gewenst dat Van Doornik en zijn collega’s kunnen aantonen dat Moet ik naar de dokter kosteneffectief en tijdbesparend is. Kunnen zij dat al? “Nog niet”, vertelt Van Doornik, “maar dat onderzoek staat wel op de planning. We houden door middel van Google Analytics het gebruik van de app – welke stappen doorlopen mensen - zeer nauwkeurig in de gaten. Het blijft natuurlijk alleen lastig om te bepalen of patiënten het advies dat zij krijgen van de app daadwerkelijk opvolgen. Ons doel is wel om de juiste zorg, op de juiste plaats op het juiste moment te krijgen. Als een patiënt de app ’s avonds gebruikt en te horen krijgt dat hij kan wachten tot de volgende ochtend voor een bezoek aan zijn eigen huisarts (à negen euro) en de patiënt daarmee zijn bezoek aan de huisartsenpost (à 76,50 euro) uitstelt, werkt dat kostenbesparend.”
"Ons doel is wel om de juiste zorg, op de juiste plaats op het juiste moment te krijgen"
De nieuwe functie van de app speelt daar ook op in, vertelt Van Doornik. “Stel je hebt zorg nodig terwijl je op vakantie in Zeeland bent en zelf in Groningen woont. Veel mensen wijken in zo’n geval uit naar de huisartsenpost of zelfs de eerste hulp. Dat is vaak echt zonde van het geld. In de nieuwe app krijgen patiënten het advies één van de vijf meest dichtstbijzijnde huisartsen te proberen.”
“Als je met deze app het aantal mensen dat een huisartsenpost onnodig belt kan laten dalen, dan moet de bekostiging geen probleem zijn, want de kosten die daarmee uitgespaard worden, kun je investeren in verdere ontwikkeling van deze App”, merkte minister Schippers op tijdens de lancering van de nieuwe app.
Veilig en betrouwbaar
Vooralsnog moet een concreet onderzoek de kostenbesparing van de app aantonen. Eerder werden er al wel onderzoeken gedaan naar de veiligheid en betrouwbaarheid van de app.
Eén onderzoek werd door IQ Healthcare uitgevoerd in opdracht van het NHG. Dat onderzoek moest volgens Van Doornik aantonen dat de app veilig is en niet leidt tot overconsumptie van de zorg. “Daar kwamen twee keer positieve resultaten uit.” Bij het tweede onderzoek, uitgevoerd door de initiatiefnemers zelf, werd gekeken of de uitkomst die de patiënt uit de app krijgt overeenkomt met de triage door de zorgprofessional. “We hebben ruim honderdvijftig patiënten gevraagd een vragenlijst in te vullen en vervolgens telefonisch contact te hebben met een zorgprofessional om die vragen nog eens door te lopen. In acht procent van de gevallen bleek dat er een verschil was tussen de twee uitkomsten. Uit onderzoek naar de mogelijke risico’s van die over- of onder triage bleek dat er zich bij die mensen geen gevaarlijke situaties hadden voorgedaan.”
Koppeling met het HIS
Ruim een jaar geleden liet Van Doornik in een interview met TrendITion over Moet ik naar de dokter weten dat er twee ontwikkelingen op het programma stonden. Allereerst een koppeling met de digitale agenda van de huisarts om direct afspraken in te kunnen plannen. "Die functionaliteit zit nog niet in de nieuwe app, maar er wordt wel mee proefgedraaid”, vertelt Van Doornik. “We hebben de medewerking van de HIS-leveranciers hierbij nodig en dat blijkt erg lastig. Iedereen heeft eigen prioriteiten. Eén van de leveranciers, Promedico, werkt wel actief mee. De eerste proeven vinden dus plaats in de praktijken waar zij de HIS-leverancier zijn.”
"We hebben de medewerking van de HIS-leveranciers hierbij nodig en dat blijkt erg lastig"
Van Doornik vindt het wel zonde dat die koppeling zoveel vertraging oploopt. “Je kunt overal digitaal afspraken maken, die functie moeten wij ook gewoon bieden. Het is de toekomst. Helaas gaat het in de zorg allemaal wat trager. Over een paar jaar weten we niet beter, maar we zitten nu nog in een wat onhandige overgangsperiode.”
Meekijk-consult
De tweede ontwikkeling is beeldschermzorg via Mag ik meekijken? Wanneer een patiënt bijvoorbeeld huidklachten heeft, kan de huisartsenpost of huisarts op afstand meekijken. De patiënt ontvangt een unieke code van de arts waardoor op een snelle en veilige wijze een meekijkconsult kan plaatsvinden. “In de huisartsenpraktijk in Apeldoorn wordt er al volop gebruik gemaakt van Mag ik meekijken?. In de afgelopen maanden blijkt dat in 30% van de gevallen patiënten niet meer langs hoefden te komen bij de huisarts, maar het meekijk consult afdoende was. Zo bleef de patiënt een ritje bespaard en zijn de zorgkosten lager.”
Volgens Van Doornik hebben meerdere huisartsenpraktijken in de regio aangegeven interesse te hebben in toepassing van beeldschermzorg via Mag ik meekijken?. Daarnaast hoopt hij dat het op den duur een vast onderdeel van de app kan worden. “Het initiatief van het meekijk-consult ligt nu nog bij de huisarts, zij nodigen de patiënt uit. Ik verwacht dat het op den duur ook andersom kan zijn. Een huisarts ruimt per dag een uur in waarin patiënten een afspraak kunnen maken voor zo’n meekijkconsult.” Zo’n meekijkconsult zal volgens Van Doornik voorlopig alleen kunnen bij de eigen huisarts, in verband met de Nederlandse regels omtrent het hebben van een behandelrelatie en de bestaande bekostigingsstructuren.
Antwoord van Schippers
“Enfin, mooie plannen en ideeën genoeg”, concludeert Van Doornik. “Vooralsnog blijft de financiering voor ons een groot struikelblok. Een continue financiering houdt in dat we budget hebben om de app in de lucht te houden – denk aan hosting en het bijhouden van protocollen – en het doorontwikkelen en meegaan met technologische ontwikkelingen. Als je ook nog eens innovatief wilt zijn, bijvoorbeeld met zo’n HIS-koppeling of meekijk-consult, dan heb je daar ook geld voor nodig.”
"Ik zou niet weten wat wij nog meer moeten doen om die bekostiging voor onze app te krijgen"
“Wat moet er nog meer gebeuren om dit te regelen? Ik verwacht vandaag geen antwoord, maar hoop dat de minister daar in ieder geval over na gaat denken", zei Van Doornik vanochtend. En dat lijkt het geval te zijn: bij de lancering van de nieuwe versie van de app geeft Van Doornik aan dat hij streeft naar 30.000 downloads. “Als dat wordt gehaald, dan hoor ik dat graag van jullie terug”, reageert de minister. To be continued…
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!