Donderdag 5 maart organiseerden het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en SmartHealth de SmartBazaar. Bazaars zijn bijeenkomsten die VWS in het leven riep om lastige vragen over open data, standaarden en informatiestelsels in een open discussie te bespreken. Het valt niet altijd mee om die beleidsdiscussies concreet te maken. Maar ditmaal moesten er echte voorstellen op tafel komen. Artsen, bestuurders, adviseurs, verpleegkundigen en ondernemers vormden voor één dag een team en gingen aan de slag in de startup-atmosfeer van B.Amsterdam, het voormalige IBM kantoor in Amsterdam. Hoofdprijs voor het winnende concept: een lunch met minister Schippers om het idee verder te pitchen.
Politiek beleid houdt zich bezig met grote thema’s en ‘stippen op de horizon’. Wanneer we het hebben over informatietechnologie en zorg, dan staan thema’s als de patiënt centraal, administratielast verlagen en meer transparantie hoog op de agenda van de bewindslieden. De grote vraag daarbij is: wat moet de overheid nu doen of laten om digital health toepassingen te stimuleren? Een gevleugelde uitspraak van minister Schippers is: ambtenaren moeten zelf geen creatieve dingen gaan verzinnen, dat moeten ondernemers en zorgaanbieders doen.
Wat moet de overheid dan wel doen?
Maar wat moet de overheid dan wel doen? In het zogeheten Informatieberaad werkt VWS samen met alle partijen uit het spreekwoordelijke veld aan vragen over standaardisatie, een slimme registratie van data en de inrichting van de zogeheten informatiehuishouding. Dat overleg met alle koepelorganisaties aan tafel loopt, en daarmee is voorlopig alles gezegd. In een kamerbrief van vorig jaar oktober liet minister Schippers weten dat ze ervan uitgaat dat de zorgpartijen zelf tot afspraken over standaarden voor kwaliteit en gegevensuitwisseling komen via het beraad. Maar haar geduld is niet oneindig, las je tussen de regels door; wanneer er niet snel resultaten komen zal ze zelf knopen doorhakken.
Specifiek voor eHealth heeft minister Schippers vorig jaar ook nog een aantal concrete doelstellingen geformuleerd:
- Binnen vijf jaar heeft 80% van de chronisch zieken direct toegang tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen.
- Binnen vijf jaar kan 75% van de chronisch zieken (de brief noemt expliciet diabetes en COPD) en kwetsbare ouderen – wie dit wil en hiertoe in staat is – zelfstandig metingen uitvoeren, idealiter in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener.
- Binnen vijf jaar heeft iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid om via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren.
Minder abstract
Deze instrumentele doelstellingen maken beleid minder abstract (hoewel het natuurlijk de vraag is of iemand over vijf jaar die kamerbrief er nog eens op gaat nalezen). Voor deze SmartBazaar was het simpele uitgangspunt: wat is een goed en snel uit te voeren app, dienst of project waarmee je deze doelstellingen zo goed mogelijk helpt verwezenlijken? Met snel bedoelden we drie tot zes maanden.
In die fictieve vraag zit natuurlijk direct een tegenstrijdigheid. Immers: beleidsmakers breken zich zelden het hoofd over praktische uitvoering van beleid, dat gedeelte hoort bij ondernemers en zorgaanbieders. En een uitvoeringstermijn van drie tot zes maanden zit niet echt in de genen van beleidsambtenaren. Dat zorgondernemers en zorgaanbieders soms heel snel tot resultaten kunnen komen, blijkt bijvoorbeeld uit onze werkvloer-reeks. Maar die zorgondernemers en zorgaanbieders toetsen hun ideeën doorgaans niet aan overheidsbeleid, maar aan potentiële omzetkansen of aan de geschiktheid als oplossing voor praktische problemen.
Kun je beleid hacken?
Herko Coomans, projectleider van het Regiebureau Informatievoorziening Zorg van VWS, omschreef de doelstelling van deze SmartBazaar als het hacken van beleid, een beetje vergelijkbaar met een hackathon. “Wat is de kleinst mogelijke stap - dus meest haalbare - die je kunt bedenken om impact te maken op de doelstellingen?” Het bedenken van die kleinst mogelijke stap bleek uiteindelijk nog de grootste horde van de dag. Grote visies zijn kennelijk eenvoudiger te bedenken dan apps of diensten die in drie tot zes maanden gebouwd moeten kunnen worden. Vooral wanneer daarbij als voorwaarde geldt dat ze een aannemelijk verdienmodel moeten hebben of in de bekostiging passen, en ook nog moeten aansluiten op bestaande wet- en regelgeving.
Jury
Na een compacte briefing moesten de negen groepen in twee sessies van een uur een zo goed mogelijk idee bedenken. Daarna volgde een drie minuten pitch van het idee voor de jury met Ron Roozendaal, CIO van VWS, als voorzitter en ondernemers Marc Wesselink, Anne Bruinvels, Jan Jacobs en Peter Haasjes als extra reality check op de uitvoerbaarheid.
Take it away!
Het winnende team bedacht de app 4U2, the health navigator. Die health navigator helpt patiënten niet alleen met het bijhouden van hun medische informatie, maar navigeert ook naar op jou toegespitste behandelinformatie, relevante websites of online communities. Jorne Grolleman, eHealth adviseur bij De Zorgvernieuwer, maakte onderdeel uit van het team. “In ons team zaten onder andere iemand van DBC Onderhoud, een expert op gebied van open data, een apotheker en een jurist. Iedereen heeft verschillende ideeën over informatie. We kwamen tot de conclusie dat data overal al wordt opgeslagen, dus dat het een kwestie zou moeten zijn van de juiste koppelingen.”
“Tegelijkertijd weten we uit ervaring dat koppeling van ICT-systemen en zelfs open datasets lang duurt, vooral om verschillende domeinen te koppelen. We wilden in de tussentijd een applicatie maken die in een informatiebehoefte van de patiënt voorziet.” Beredeneerd vanuit Daan, een chronisch zieke patiënt, bedacht de groep een applicatie waarmee Daan zijn medische gegevens kan bijhouden op een manier die structuur en overzicht biedt.
Met de 4U2 app kan Daan foto’s maken van medische dossiers en documenten, gesprekken met zorgprofessionals opnemen en aantekeningen maken. Met die informatie maakt de app een profiel van Daan. Zo krijgt hij niet alleen relevante informatie over zijn ziekte, maar bijvoorbeeld ook informatie over gespecialiseerde zorgverleners in zijn regio - met informatie van ZorgkaartNederland - en zijn polis, dus welke ziekenhuizen gecontracteerd zijn, vertelt Grolleman.
Met deze app verzamelt de patiënt zelf informatie, en is hij niet afhankelijk van wat de dokter zegt. “In essentie is het concept niets anders dan zeggen: mag ik mijn dossier?”, aldus Michiel Tebbes, SEH-arts in het Deventer Ziekenhuis, die het winnende concept mede bedacht. “We omzeilen het elektronische patiëntendossier door foto’s te maken van alle relevante informatie, die Daan zelf bewaart in zijn health navigator.”
Ook over de beveiliging van de medische gegevens in de app heeft de groep nagedacht. Paul Suijkerbuijk introduceerde in zijn groep de technologie voor gezichtsherkenning en stemherkenning waar een startup momenteel aan werkt. Die technologie wordt adequate beveiliging voor het concept. Ook werkt de health navigator met lokaal opgeslagen informatie, alleen op jouw telefoon (a la Apple’s HealthKit).
Masterplan
Tebbes: “Een van de lastigste punten was om iets te verzinnen dat binnen drie tot zes maanden kan worden opgezet. Al gauw hadden we een masterplan waarmee we het ministerie konden overnemen en de hele zorg konden veranderen, maar je wilt een idee concreet en haalbaar maken.”
Meer pitches introduceren het concept van een app die met beeld-herkenningsoftware werkt. Een van de teams komt met het idee van medische gegevens in je digitale gezondheidskabinet stoppen, door een foto te maken van een dossier of medicatie wanneer je bij de arts bent. De software herkent vervolgens om welke medicatie en dosering het gaat, net zoals er ook apps zijn die wijnetiketten herkennen. Een ander team introduceert een Blue Button-initiatief voor Nederland (mijn zorgknop) en noemt ook een foto van een medisch dossier maken als mogelijkheid.
De health navigator won de publieksprijs én de juryprijs, en dat betekent dat zij binnenkort gaan lunchen met minister Schippers. Daarnaast noemde de jury een tweede concept als veelbelovend. Er zijn al voldoende toepassingen en platforms voor zelfmanagement, er ontbreekt alleen een praktische manier om patiënten daarmee te bereiken, zei Pieter Jeekel van Zelfzorg Ondersteund, die de pitch van zijn groep verzorgde. Vandaar het plan om zelfzorgplatforms - ICT-systemen voor zelfmanagement van chronische patiënten - en de bestaande dienst ZorgDomein aan elkaar te koppelen. ZorgDomein zorgt landelijk voor communicatie tussen huisartsen en ziekenhuizen, maar ook de geestelijke gezondheidzorg, diagnostische centra, laboratoria en andere zorginstellingen. Daardoor kan via ZorgDomein een grote groep huisartsen bereikt worden, die vervolgens patiënten met een chronische ziekte snel kunnen doorverwijzen naar leefstijl-apps en zelfzorgplatforms. Door bestaande applicaties slim te koppelen wordt het volgens Jeekel eenvoudiger voor zorgverlener en patiënt om gegevens uit te wisselen, en eenvoudiger om zelfzorg te starten en te onderhouden.
Zowel het verwijzen naar zelfmanagement-concept als de health navigator worden door de jury vermeld en dus mogen de teams hun ideeën binnenkort toelichten bij het Informatieberaad.
Waarismijnzorgbrief.nl
Ook de andere pitches hebben natuurlijk interessante invalshoeken. Eén team had bijvoorbeeld gekozen voor een op het oog hele simpele oplossing om patiënten toegang te geven tot hun medische gegevens. Volgens het team stuurt een ziekenhuis vaak een ontslagbrief (status, medicijnen) zonder dat patiënt hier iets van weet. Hun voorstel: een systeem dat automatisch een kopie naar de patiënt stuurt (eerst in de vorm van een brief, later digitaal). Op de site waarismijnzorgbrief.nl (die dag meteen gedeponeerd) is er plaats voor naming and shaming: welke doktoren en ziekenhuizen werken er al mee, en welke niet?
Een andere groep koos voor een pragmatische aanpak om digitale zorg te bevorderen: begin bij de groep tech-savvy zorgconsumenten die toch al gebruik maken van technologie. Begin in de grote steden, en biedt die groep (met een eigen bijdrage) een set met wearables en een digitaal platform met medische en lifestyleadviezen op basis van hun fitnesstrackers en diagnostische thuisapparatuur. In venture capital termen: het laag hangende fruit plukken.
Ook een sympathiek idee: een zorgtelefoonboek-app waarmee ook ouderen en chronisch zieken gemakkelijk kunnen zien welke arts via beeldbellen op een iPad bereikbaar is, compleet met koppeling naar het BIG-register waarin zorgprofessionals ingeschreven moeten zijn. Vaak gehoord tijdens de SmartBazaar: nog lang niet alle eHealth-toepassingen die in de praktijk al gebruikt worden, zijn bekend bij de diverse deelnemers. Een directeur van een gezondheidscentrum vertelt over alle diensten die online worden aangeboden: haar groep wist niet dat de praktijk al zo ver was.
There is such a thing as a free lunch
Hoe de voor één dag gesmede groepen hun gezamenlijke geesteskind gaan presenteren aan de minister en alle zorgbestuurders is een vraag die in de komende weken nog moet worden beantwoord. Immers: ook al is het een goed idee, daarmee is nog niet gezegd dat een partij in de groep het wil of kan uitvoeren. Of andersom: misschien zijn er wel meerdere gegadigden, en moet men nog onderling uitvechten wie mag. Maar de lunch met de minister, dat wil iedereen natuurlijk wel. Ook de mogelijkheid om zomaar in te breken op de agenda van het Informatieberaad met een presentatie is de moeite waard. We houden je natuurlijk op de hoogte.
Foto credits: Vincent van Leest
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!