Beleidsregels mogen de opschaling van digitale zorg niet belemmeren, is het standpunt van de Nederlandse Zorgautoriteit. In 2020 zijn artsen niet meer verplicht om met de patiënt eerst een fysiek consult op de poli te hebben, maar kan een telefonisch consult of e-mail consult ook het startpunt zijn van een behandeling. De Nederlandse Zorgautoriteit stelt dat deze regel niet meer aansluit bij de actuele zorgpraktijk en dus verandert per 2020.
"Met de huidige digitale toepassingen is de regel niet meer van deze tijd. In sommige gevallen is het juist in het belang van de patiënt om het gesprek met de arts bijvoorbeeld via telefoon of e-mail te voeren. Dit bespaart de patiënt reistijd en energie", aldus de NZa.
Administratieve lasten verminderen
De wijziging in de beleidsregel is op verzoek van het veld doorgevoerd - met name de zorgaanbieders - doorgevoerd, zegt Sietse Ligtvoet van de NZa. "Het verplichte face-to-face contact tussen arts en patiënt aan het begin van een zorgtraject bracht veel administratieve lasten met zich mee. We kwamen - door signalen van zorgprofessionals - tot de conclusie dat de verplichting niet (altijd) aansluit bij de praktijk."
Door eHealth kunnen professionals zorg leveren dichtbij de patiënt, maar de bestaande beleidsregels zorgen ervoor dat patiënten soms onnodig naar de polikliniek komen voor een gesprek met de arts, terwijl een digitaal consult ook voldoende kan zijn. In die gevallen waar dat nodig is, blijft het dbc-systeem op andere manieren borgen dat een fysiek consult tussen arts en patiënt plaatsvindt.
Juiste zorg op de juiste plek
Volgens de NZa is het niet noodzakelijk dat de medisch specialist alle zorg levert maar dat de zorg ook door andere beroepsgroepen geleverd kan worden. Het is niet noodzakelijk dat de arts per se het gesprek met de patiënt voert: door het opheffen van de regel kunnen ook andere zorgprofessionals dergelijke zorg leveren aan de patiënt. De nieuwe beleidsregels zijn nodig als 'de juiste zorg op de juiste plek' moet worden geleverd, een beweging waar het ministerie van VWS op inzet.
Wel schrijven sommige beleidsregels voor door wie de zorg geleverd moet worden, bijvoorbeeld voor het consult. Ligtvoet: "Om een consult te kunnen declareren mag deze enkel door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie - bijvoorbeeld de medisch specialist, verpleegkundig specialist of de physician assistent - uitvoert geleverd worden. Een consult uitgevoerd door een polimedewerker mag dus niet gedeclareerd worden. De meeste zorgactiviteiten zijn functioneel omschreven waardoor we niet beschrijven wie de zorg moet leveren. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om de zorg op de juist plek en door de juist beroepsgroep te (laten) leveren."
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!