Zoals ik in een eerder blog stelde, is de Nederlandse burger zeer slecht op de hoogte van de mogelijkheden van eHealth. Er is geen ‘demand pull’. Zorgaanbieders worstelen met de prioriteitstelling voor innovatie. De ene overheveling is voorbij of de volgende transitie staat al op stapel. Krimp en bezuiniging voor GGZ-instellingen creëren wel urgentie voor kosten- en arbeidsbesparende innovatie, maar leiden de aandacht tegelijkertijd af waardoor een doorbraak uitblijft. eHealth vraagt om een langetermijnvisie die verder reikt dan overleven. De bal ligt bij de verzekeraar nu de contractering voor 2015 volop gaande is. En de vraag rijst: welke regie voeren verzekeraars in dit krachtenveld om eHealth in de GGZ te stimuleren?
Verzekeraars zijn unaniem voorstanders van eHealth. Een voorbeeld daarvan is de coöperatie Zelfzorg Ondersteund (ZO!) waar verzekeraars samenwerken om de randvoorwaarden voor digitale zorg te definiëren en actief te scheppen. ZO! richt zich vooralsnog niet op de GGZ, maar dat zou wel welkom zijn.
De vraag is nu of verzekeraars eHealth
Gaan verzekeraars actief stimuleren of zelfs afdwingen?
actief gaan stimuleren of zelfs afdwingen via de contractering. Een voorschot op het antwoord werd onlangs gegeven door Hans Hopmans van Achmea. Hij gaf in Zorgvisie aan dat eHealth zal worden opgedrongen door zorgverzekeraars. De vrijblijvendheid lijkt dus voorbij.
Met deze verwachting in mijn achterhoofd, neem ik het GGZ-inkoopbeleid van verzekeraars door. Hoe vullen zij hun rol in om eHealth beter te laten landen? Is de vrijblijvendheid echt voorbij en hoe reken je een zorgaanbieder af op prestaties? Hieronder een impressie van het inkoopbeleid voor 2015 voor GGZ aanbieders.
Een eerste indruk
eHealth komt ongeveer vijf jaar voor in het GGZ-inkoopbeleid van verzekeraars. In de eerste jaren met een duidelijke introductie en uitleg dat het de zorg goedkoper maakt. Elke verzekeraar vindt dat eHealth belangrijk is, dit staat inmiddels in alle beleidsdocumenten.
Steeds vaker wordt gekozen voor een stimuleringspolitiek, al zijn er verschillen
Het waarom van eHealth wordt niet meer toegelicht: het is substitutie en onderdeel van zorg en elke volwassen zorgaanbieder zou het moeten toepassen. Punt.
Verzekeraars kiezen steeds meer voor een stimuleringspolitiek, zo blijkt uit de inkoopdocumenten. De zorgaanbieders zijn dus aan zet om keuzes te maken voor eHealth in ruil voor een hoger tarief. Al zijn er wel grote verschillen tussen de grotere verzekeraars. Ik neem er een aantal met u door.
Multizorg
De inkoopcombinatie Multizorg legt als enige verzekeraar nadrukkelijk de focus op het cliëntperspectief: eHealth empowert. Betrek je cliënten bij de ontwikkeling en implementatie, dat zorgt voor kwalitatief goede toepassingen die echt worden gebruikt. Een lovenswaardige aanbeveling.
CZ
Voor de inzet van eHealth heeft CZ hooggespannen verwachtingen. eHealth modules, maar ook serious gaming zijn arbeidsbesparende maatregelen die ook voor cliënten passend zijn. CZ geeft aan dat de inzet van eHealth achterblijft en wil samen met aanbieders verkennen hoe dit te verbeteren valt. Een opvallend statement dat een
CZ: binnen twee jaar moet 20% van de behandelingen een eHealth-component hebben
eerste stap lijkt om met elkaar vast te stellen welke factoren het succes beïnvloeden. Aan de andere kant vindt CZ ook dat binnen twee jaar 20% van de behandelingen een eHealth-component moet hebben. Voor angst en depressiebehandelingen introduceert CZ een stevige maatregel. Als een instelling hier geen eHealth module kan aanbieden, geldt voor deze DBC’s een fikse tariefkorting van 7%. De vrijblijvendheid is volgens CZ echt voorbij.
VGZ
VGZ kiest voor de term ‘digitale zorg’ in plaats van eHealth. VGZ stelt als voorwaarde voor GGZ-instellingen dat eHealth bij minimaal 10% van de cliënten in combinatie met gesprekken moet worden aangeboden tegen een beloning van een tariefsverhoging van 1%. Zij kiezen tevens voor een onderverdeling in
Sommige verzekeraars bieden zelf actief preventieve eHealth modules aan voor verzekerden
fasen van volwassenheid. Als instellingen de hoogste fase hebben bereikt, krijgen zijn 1% bonus op de DBC-tarieven. Dit vraagt wel wat inspaning. De eis is een eHealth-platform waar via een cliëntomgeving een digitaal behandelplan, vragenlijsten (ROM/CQ index), psycho-educatie en blended eHealth-modules kunnen worden aangeboden. Belangrijk is dat alle eHealth-modules die worden ingezet, zijn voorzien van het ‘Online Hulpstempel’ van het Trimbos-instituut. VGZ maakt de inzet van eHealth dus concreet, meetbaar en verbindt het aan een financiële prikkel. Is dit een forse prikkel? Een instelling heeft gemiddeld een budget van ongeveer 20 tot 40 miljoen euro bij een grote verzekeraar. Dat betekent een bonus van 200.000 tot 400.000 euro bij VGZ. Een goede bijdrage om de kosten voor eHealth te financieren.
Menzis
Menzis kiest er sinds 2014 voor om zelf actief preventieve eHealth modules voor haar verzekerden aan te bieden via het portaal Menz&Geest. In het beleid geeft Menzis duidelijk aan ‘dat dit een zeer bescheiden rol is en dat dit vooral de zelfregie versterkt’. Daarbij is er ten opzichte van vorig jaar aan toegevoegd dat ook andere preventieve eHealth programma’s waardevol zijn. Net als mirro die haar eisen heeft verruimd, geeft ook Menzis meer ruimte aan andere initiatieven.
Menzis beloont kleine praktijken die ten minste bij 5% van de face-to-face contacten eHealth inzetten. Daarnaast geldt dat het schriftelijk onderbouwen van de inzet van eHealth voor angst en depressie voor instellingen bonuspunten oplevert. Via een puntensysteem opgebouwd uit allerlei voorwaarden los van de inzet van eHealth. Het leveren van digitale zorg staat in dit systeem voor 1200 punten van maximaal 6200. 4000 punten leveren een 15% hoger tarief op. In een gunstige situatie kan eHealth dus substantieel bijdragen aan een hoger tarief. Menzis vult de stimulerende rol concreet in en maakt via een overzicht in een bijlage van het beleid duidelijk hoe zij de inzet van eHealth ziet.
eHealth politiek
De beleidsstukken van verzekeraars vormen een rijk geschakeerd palet aan eHealth politiek. Helder wordt dat de verzekeraars kiezen voor een stimulerende aanpak. De handen moeten uit de mouwen, lees je tussen de regels. Dat is een positieve ontwikkeling voor mensen die innovatie een warm hart toedragen.
De bal ligt nu in ieder geval weer bij de GGZ-aanbieders om te bepalen of zij willen profiteren van hogere tarieven en eHealth hoger op de agenda zetten.
GGZ instellingen worden vaak net als andere bureaucratische organisaties gekenmerkt door een hoge mate van irrationaliteit in besluitvorming en interne politiek. Daarnaast is een bureaucratie ingericht, qua structuur en denken van het management, om stabiliteit te behouden en alles beheersbaar te maken. Daar is in principe niets mis mee, maar het gaat fout op het moment dat je als organisatie door externe druk moet veranderen en innoveren. Ehealth is vaak innovatief van aard en verandert, mits het gebruikt wordt, het onderliggende organisatiesysteem. Wat je nu vaak ziet is dat eHealth instrumenten een weerspiegeling zijn van de bureaucratische geest van een instelling. Met als gevolg dat de tool zo veel kan en moet kunnen dat je eerst dagen lange training nodig hebt om het te doorgronden, wat weer een extra drempel vormt voor 'traditionele' behandelaren om niet met eHealth aan de slag te gaan. IT bedrijven bouwen vaak wat de klant wil, maar de klant denkt dus in dit geval vanuit zijn of haar denkraam, waardoor je moeilijke eHealth 'tools' krijgt. Wat de zaak nog complexer maakt is dat zorgverzekeraars ook weer allemaal eisen stellen.
Laat de betrokken partijen eerst hun klantprocessen uitkammen (LEAN) met alle verspilling, überhaupt bekijken welke processen waarde toevoegen of zoiezo geschrapt kunnen worden (LEAN start up). Zoals Peter Drucker zei is de grootste verspilling iets efficiënt doen waar niemand op zit te wachten. Dat laatste zie ik zo af en toe in eHealth landschap opduiken. Als eHealth echt succesvol geïmplementeerd moet worden in dit GGZ instellingen van verzekeraars, dan moeten beide partijen hun blik eerst eens intern richten. Tot die tijd blijven termen als 'klant of mens centraal' holle retoriek en zal eHealth niet die belangrijke rol gaan spelen die het echt moet gaan spelen. Dit is een van de redenen waarom Openzorg.net zich ook niet op instellingen, maar op mensen.