In de serie eHealth op de werkvloer sprak SmartHealth in 2013 met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth toepassingen en ze vaak zelf (mee) ontworpen of verder ontwikkeld hebben. Deze week zoekt redacteur Anna Jacobs, als opmaat voor een nieuwe reeks interviews, naar de rode draad van de afleveringen uit 2013.
De twee best gelezen verhalen in de reeks eHealth op de werkvloer zijn Nursemapp en telemonitoring in het UMC. Hoewel de onderwerpen uiteen lopen, hebben de bijbehorende verhalen veel raakvlakken. Het zijn initiatieven die vanaf de werkvloer in de directiekamer terecht kwamen en uiteindelijk tot stand zijn gekomen door het enthousiasme en het doorzettingsvermogen van de zorgverleners zelf. Het soort verhaal dat wij op ons netvlies hadden toen we de reeks eHealth op de werkvloer begonnen. Voorbeelden die het belang van een goede aansluiting met ‘de mensen die er uiteindelijk mee moeten gaan werken’ aantonen. En dat betekent dus niet alleen de verhalen van aanbieders die eHealth producten op de markt brengen, maar vooral van degenen die er mee aan de slag gaan en zich midden in de praktijk bevinden. Artsen, projectleiders, verpleegkundigen, therapeuten en diëtisten: de mensen aan wie het te danken is dat eHealth in meer of mindere mate langzaam een intrede doet op de werkvloer.
Het zijn niet alleen individuele zorgverleners die zelfstandig aan de slag gaan met eHealth. Ook bij grotere instellingen als Stichting Gezondheidscentrum Maarssenbroek en diagnostisch centrum Saltro blijft eHealth niet alleen hangen in een beleidsdocument of visie. Afgelopen jaar werden de eerste online eHealth bouwstenen geplaatst naast de bakstenen behandelkamer.
Einde van het papieren tijdperk
“Wij staan aan het bed nog steeds papieren in te vullen, dat moet toch makkelijker kunnen?” Deze vraag van een verpleegkundige in het UMC is er één waar meer zorgverleners zich in kunnen vinden. Vakanties worden online geboekt, betalingen gebeuren via het internet en met een app laten we eten thuis bezorgen, maar in het ziekenhuis lijkt men een stap terug in de tijd te zetten. Informatiesystemen zijn verouderd, missen flexibiliteit en ‘praten’ bovenal niet met andere programma’s. Dit zet Folkert Asselbergs, cardioloog in het UMC Utrecht, ertoe om zelf – in samenwerking met een ICT bedrijf – een platform voor telemonitoring in te gaan richten. En ook de verpleegkundigen in het UMC Utrecht besluiten om hun idee voor een handige app aan het bed te presenteren tijdens de Eureka Mega Challenge om zo steun en financiering voor hun app binnen te halen. Een frustratie met bestaande werkprocessen kan zo een aanleiding vormen voor innovatie.
Virtuele ontmoetingsplek
Emiel Boogerd, junior onderzoeker en promovendus aan de afdeling Medische Psychologie van het Radboudumc in Nijmegen, vind het belangrijk dat ouders snel en laagdrempelig contact kunnen hebben met de behandelaars van hun kinderen en ziet daarbij de voordelen van internet. Een virtuele ontmoetingsplek, waar ouders te allen tijden één op één contact kunnen hebben, volgt. Ook Chris Loth, verpleegkundig specialist GGZ en onderzoeker en opleider bij Tactus Verslavingszorg, gelooft erg in online behandelingen. “Vrijheid, veel ruimte voor contact met hulpverleners en de mogelijkheid tot contact met andere lotgenoten” spelen daarin een grote rol.
“Ik had al 10 jaar zelf e-mail en het leek mij wel een praktische aanvulling op de behandeling”
Logopedist Elisa Gielen herkent ook dat internet als grote voordeel heeft dat de drempel om naar een logopedist te gaan veel lager ligt bij een online behandelingen. “Als je een grote groep mensen wilt bereiken, dan moet je technologie inzetten.” En soms is het heel simpel, zoals bij diëtiste Moniek Westerman. “Ik had al 10 jaar zelf e-mail en het leek mij wel een praktische aanvulling op de behandeling.”
Altijd toegankelijk
eHealth biedt daadwerkelijk voordelen, dat tonen de verhalen uit de eHealth op de werkvloer reeks aan. Zo vertelt Chris Loth dat patiënten het handig vinden dat ze door internet behandelen zelf kunnen bepalen wanneer ze met de behandeling van hun verslaving bezig willen zijn. Die vrijheid werkt natuurlijk ook de andere kant op: hulpverleners hebben op hun beurt ook meer flexibiliteit. “Een collega ging laatst voor vier weken naar Brazilië en kon daar haar patiënten nog steeds blijven helpen; het tijdsverschil maakt in principe natuurlijk niks uit om bijvoorbeeld het dagboek of huiswerk van een cliënt te lezen”, vertelt Loth. Als spoedeisend hulparts in het Deventer Ziekenhuis zet Michiel Tebbes zijn iPad in om
Een tablet is lichter dan ieder gemiddeld papieren dossier
patiënten aan het bed duidelijk te maken wat er met hen aan de hand is. “Een tablet is lichter dan ieder gemiddeld papieren dossier. Röntgenfoto’s laat ik veel makkelijker zien op een iPad scherm dan op een donkere plaat die ik tegen de TL-verlichting boven het bed moet houden.” Melanie Groothuis vertelt hoe Nursemapp direct tijdswinst oplevert, voornamelijk in de nachtdienst. “Normaal schreven verpleegkundigen meetwaarden zoals pijnscore en temperatuur van een patiënt, aan het bed, op een papier op. Zodra ze de tijd ervoor vonden, werden die gegevens ingevoerd in het digitale dossier van de patiënt. Daar kon soms gemakkelijk een paar uur tussen zitten. Niet alleen was er dus sprake van een dubbele handeling, ook stond die vitale informatie dus niet direct paraat voor andere zorgverleners.”
Veel praktische voordelen voor zorgverleners door online informatie te bundelen.
Maar ook voor zorggebruikers leveren eHealth toepassingen meer gemak op. Het voordeel van e-mail, vertelt diëtiste Monique Westerman, is dat sommige cliënten zich makkelijker uiten in schrift. “Doordat mijn cliënt zich comfortabeler voelt, kan ik hem automatisch ook beter behandelen.” Gré Conradi, directeur van Stichting Gezondheidscentra Maarssenbroek, stipt het voordeel voor de patiënten van haar gezondheidscentrum aan. “Zij kunnen met één inlogcode toegang krijgen tot alle software systemen die zij nodig hebben om hun aandoening te managen of om diensten te regelen. In plaats van met verschillende codes te moeten inloggen om bijvoorbeeld bij ketenzorg of bij de huisarts terecht te komen, kom je met je DigiD in ons gemeenschappelijke gezondheidsportaal.”
Van idee naar praktijk: de obstakels
Goede motieven en redenen om eHealth toepassingen uit te gaan voeren en ontwikkelen zijn er genoeg, dat is duidelijk. Maar zoals vaker besproken is de weg van een innovatief idee naar de praktijk een bumpy road waarop veel obstakels te vinden zijn. Veel van gemotiveerde zorgverleners die we spraken komen op een of andere manier in aanraking met vragen rondom wet- en
De obstakels gaan vaak verder dan de op congressen veelgehoorde dilemma’s
regelgeving, en rondom financiering. De obstakels gingen vaak verder dan de op congressen veelgehoorde dilemma’s. Stel een patiënt met hartfalen overlijdt terwijl hij of zij wel telemonitoring in huis heeft, hoe zit het dan met de aansprakelijkheid? Wat als een digitale oplossing het loon van zorgverleners in gevaar brengt? Hoe overtuig je je collega’s van het nut en het belang van een innovatie?
In het geval van Nursemapp vormde – ironisch genoeg –technologie een obstakel voor de eHealth ontwikkeling: het Wi-Fi signaal in het UMC Utrecht bleek bij lange na niet sterk genoeg te zijn om de app overal te ondersteunen. John van den Dobbelsteen, onderzoeksleider van digitale operatieassistent DORA op de TU Delft, merkte hoe zijn onderzoek vertraging opliep door verzet vanaf de zorgprofessionals, die er niet op zaten te wachten om camera’s in hun OK geplaatst te krijgen. Daarnaast is behandelen via internet nog steeds niet voor iedereen weggelegd, als mensen bijvoorbeeld geen geld hebben voor een computer of internetaansluiting of niet de mogelijkheid hebben om naar een internetcafé te gaan.
De informatiesystemen in het ziekenhuis zijn tenslotte vaak verouderd en bieden weinig ruimte voor verandering. De afhankelijkheid van zulke systemen levert binnen ziekenhuizen en zorginstellingen met regelmaat problemen op. Van den Dobbelsteen erkent dit: “De huidige infrastructuur van ziekenhuizen is verouderd en nog niet gestandaardiseerd en dat raakt de implementatie van onze projecten wel.”
Geleerde lessen
Van te voren inschatten hoe sterk de Wi-Fi verbinding zal zijn en of er een goede koppeling gemaakt kan worden met het elektronische dossier van het ziekenhuis, blijkt lastig. Zodra de pilot versies achter de rug zijn, komen daarmee ook de eerste verbeterpunten en geleerde lessen naar voren. Kinderarts Derk Birnie komt er tijdens de looptijd van het project bij het ADHD Behandelcentrum voor kinderen achter dat voor het succes van een serious game de aanwezigheid
"Als iedereen het op zijn eigen manier blijft doen, kom je nooit een stap verder"
van een coach essentieel is, terwijl eerder gedacht werd dat een game op zich voldoende was. Ademtherapeute Sonja Nijhuis kwam er via reacties van gebruikers achter dat er nog best wat onduidelijkheden in haar In-BalanzApp stonden. Hedi Ter Braak, projectleider van Zorg in Beeld en Mantelzorger Ontlast in ’s-Hertogenbosch, realiseerde zich dat perfect functionerende technologie het slagen van een eHealth toepassing niet verzekert. “Je hebt geen garantie op maximaal succes als de deelnemers en zorgorganisatie er niet op voorbereid zijn.” En volgens Conradi van gezondheidscentrum Maarssenbroek is één van de belangrijkste lessen die zij heeft geleerd dat gedragsverandering essentieel is en niet onderschat moet worden. “Mensen moeten bereid zijn om mee te werken; als iedereen het op zijn eigen manier blijft doen, dan kom je nooit een stap verder.”
Wie moet er dan veranderen?
Dat was dan ook een terugkerend onderwerp in onze interviews: de noodzakelijke gedragsverandering die plaats moet vinden om eHealth te laten slagen. “Medewerkers zijn gewend om op een bepaalde manier te werken, maar patiënten ook om op een bepaalde manier een afspraak te maken”, meent Conradi. Naast zorgverleners moeten dus ook patiënten een zekere gedragsverandering ondergaan. Zij moeten ook worden overtuigd van het gemak van eHealth – online een afspraak maken in plaats van minuten in de wacht aan de telefoon – en daarnaast leren om er goed mee om te gaan. “Ons systeem is heel laagdrempelig, maar dat moet er niet voor zorgen dat patiënten dagelijks een paar keer aan de telefoon hangen omdat er een rood lampje is gaan branden op hun scherm”, vertelt cardioloog Asselbergs. Diëtiste Westerman geeft aan dat de laagdrempeligheid van e-mail ook als gevaar kan hebben dat cliënten haar iedere dag gaan mailen – zij krijgt immers zelf ook maar zoveel e-mail consulten vergoed. Toch blijkt dat in de praktijk mee te vallen.
Follow the money?
In ieder interview stelden we dezelfde vraag: wie heeft deze app, serious game of eHealth methode betaalt? In de meeste gevallen kwam de financiering uit eigen zak. In het geval van Nijhuis en Gielens werden privémiddelen ingezet, bij Nursemapp (UMC), Mijn GCM (Stichting Gezondheidscentra Maarssenbroek), Het Suikerplein (o.a. Radboud UMC) en het uitslagenportaal voor patiënten (Saltro) werden interne financiële middelen gebruikt van de stichting of het ziekenhuis. Alleen Van den Dobbelsteen en Ter Braak kregen voor hun projecten subsidies; Van den Dobbelsteen maar liefst twee keer. Toch merkt hij dat het niet eenvoudig is om subsidie te krijgen, helemaal omdat zijn onderzoek zich precies op het raakvlak van zorg en techniek bevindt en er daar nog geen specifieke subsidieverstrekker voor is in Nederland. Naast subsidies en eigen spaarpotten wordt er ook nagedacht over slimme bedrijfs- en verdienmodellen, potentiële partners en investeerders. Meerdere partijen laten weten dat ze al in gesprek zijn met één of twee zorgverzekeraars over een mogelijke vergoeding van hun product – opvallend genoeg na hun interview op SmartHealth.
Privacygevoelige gegevens
Hoewel de discussie ook relevant lijkt bij een multomap met patiëntgegevens die open op een bureau blijft slingeren, leidt het elektronisch genereren van gezondheidsinformatie tot nog veel meer vragen. Privacy en beveiliging komen in vrijwel alle gesprekken terug. Zo vertelt Willem van der Wilt, manager ICT & eHealth, dat Saltro een gecontroleerde ‘hack’ liet uitvoeren om te controleren of er eventuele beveiligingsfouten in de software zitten. Ook Groothuis laat weten dat aan de veiligheid van de smartphones, die gebruikt worden in het UMC Utrecht om Nursemapp op te draaien, hoge veiligheidseisen zijn gesteld. “Als je een smartphone kwijt raakt, mogen daar vanzelfsprekend geen patiëntgegevens op terug gevonden kunnen worden.” Conradi vertelt dat onderzoek naar de veiligheid van hun online zorgdienst van constante aard is en dat zij samen met de raad van toezicht veel aandacht heeft besteedt aan risicomanagement. En Chris Loth vult aan dat sommige patiënten het opvallend genoeg juist onhandig dat het systeem zo goed beveiligd is. “Een cliënt moet inloggen met een zelfverzonnen gebruikersnaam en wachtwoord. Wij hebben geen toegang tot die wachtwoorden, die kunnen patiënten alleen zelf aanmaken. Maar als ze dat wachtwoord vervolgens kwijt zijn geraakt, willen ze juist wel graag dat wij hen even aan een nieuw wachtwoord helpen. Zo makkelijk is dat alleen niet.”
Kartrekkers en enthousiastelingen
Een van de belangrijkste lessen van geïnterviewden? “Ga het wiel niet nog een keer uitvinden”. Boogerd vertelt daarover dat er tijdens de ontwikkeling van de virtuele ontmoetingsplek Suikerplein volop gebruik is gemaakt van bestaande software in plaats van nieuwe, volledig op maat gemaakte, software. “Maak gebruik van de kennis en de producten die er al zijn, zo hou je de ontwikkelingskosten van je eHealth project lager.”
Nog een belangrijke les uit de praktijk: zorg dat je mensen enthousiast maakt voor je innovatie. In de Gezondheidscentra Maarssenbroek merk Conradi dat de ene zorgverlener wat actiever is dan de andere en dat je altijd een paar kartrekkers moet hebben zodat de rest vanzelf volgt.
Zorg dat je mensen enthousiast maakt voor je innovatie
“Als ze vervolgens zien dat de collega’s op een makkelijkere en snellere manier afspraken kunnen maken met hun patiënten, dan worden ze vanzelf geïnteresseerd.” Ook Van den Dobbelsteen geeft aan dat het helpt als je een persoon met aanzien binnen een ziekenhuis of organisatie hebt die als ambassadeur voor je kan optreden. “Je moet flink lobbyen om iedereen te enthousiasmeren en te overtuigen van het nut van het project.” Van der Wilt van Saltro vult aan dat zij huisartsen vragen hun mening en enthousiasme te delen met collega’s. “Dat werkt nog een stuk overtuigender dan wanneer wij dat doen.”
De toekomst van eHealth
Nog iets wat alle geïnterviewden gemeen hebben: ambitieuze toekomstplannen. Nijhuis wil met haar In-BalanzApp internationaal de markt op, logopediste Elisa Gielen breidt uit naar Europa, en Saltro’s portaal moet ook regionaal uitgebouwd kunnen worden. DORA moet nog meer functionaliteiten krijgen en slimmer worden en Groothuis hoopt ook dat Nursemapp nog meer meetwaardes aan gaat bieden. Daarvoor moet eerst alleen nog ‘even’ het Wi-Fi probleem in het ziekenhuis worden opgelost. Ter Braak legt de laatste hand aan het bedrijfsmodel van de online communities en hoopt op den duur de hele regio er op aan te sluiten. Naast concrete plannen noemen veel mensen bewustzijn creëren en angst wegnemen als toekomstplannen. “De acceptatie van hulpmiddelen als iPads en apps in het ziekenhuis zou al een mooie stap zijn”, vertelt Tebbes. “We groeien op een in digitale wereld en het is nodig dat de zorg daar ook bij aansluit”, aldus Gielen. “Je kunt de ontwikkelingen rondom eHealth niet tegenhouden, dus je kunt er maar beter in mee gaan en zorgen dat er van binnenuit iets georganiseerd wordt”, besluit Asselbergs.
Lees hier alle werkvloer interviews
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!