Als kind was ik altijd al slecht in schatten. Lopen naar de basisschool, midden in het minuscule dorp waar ik ben opgegroeid, was volgens m’n schatting een kilometer of 5. Feitelijke afstand: 500 meter. Als mijn zusje vroeg hoe veilig vliegen was, kon ik met veel bravoure zeggen “Heel veilig, er stort maar 1 op de 1000 vliegtuigen neer”. Ter vergelijking: dat zou op een doordeweekse dag op Schiphol betekenen dat minstens één KLM Cityhopper of Emirates Airbus ter aarde stort.
Een levensfase later zit ik aan de keukentafel, wiskundeboeken uitgespreid voor me. Ik voel een traan opkomen. Dat komt niet alleen door de stelling van Pythagoras. Het heeft er ook mee te maken dat mijn vader licht wanhopig over de tafel heen gebogen staan en roept
Ik voel een traan opkomen - niet alleen door de stelling van Pythagoras
‘Maar wát begrijp je dan niet?’. M’n moeder zet in stilte een kopje thee en een schaaltje koekjes neer, en ik zie in haar blik dat dit een lange avond gaat worden. Slapen met het wiskundeboek onder je kussen in de hoop dat de cijfers en formules via een telepathische golfverbinding door je hersenen worden opgenomen werkt trouwens niet. Ik heb het geprobeerd.
Nu ik er over nadenk is een studie vol geschiedenisvakken eigenlijk geen logische keuze geweest. De slag van Waterloo (1815) of de ontdekking van Amerika (1492) zijn redelijk blijven hangen, maar ik ben me er pijnlijk van bewust dat historische ontwikkelingen beklijven om de persoon, plaats of opvallende gebeurtenis, en niet om het jaartal.
Ik hou van hardop antwoorden voor De Slimste Mens-app roepen, ben volkomen in mijn element bij Pictionary, en kan op een later moment in de avond – met een borrel op gaat dat nog beter – hele gezelschappen imponeren met een enorm scala aan nuttige (en soms nutteloze) feiten. Maar zodra er een getal bij komt kijken, probeer ik a) met een uitgestreken gezicht te bluffen of b) gewoon mijn mond te houden.
En ook in deze levensfase – als jonge professional - word ik soms geconfronteerd met mijn moeizame verhouding met cijfers. Bij SmartHealth gaat er geen dag voorbij zonder getallen: Human heeft 10.000 downloads in de eerste week,
Wat koop je voor 90 miljard? Vijftien JSF-vliegtuigen? De Rabobank?
HealthTap bereikt de mijlpaal van 50.000 medische experts, CZ steekt een half miljoen euro in een coöperatie. Niet gek dus, dat ik af en toe een kleine misser maak. Het scheelt dat er een ijzersterk team van redacteuren mee kijkt, want het komt voor dat een artikel van mijn hand spreekt over 112 miljoen euro, terwijl dat toch eigenlijk 12 miljoen moet zijn.
Deels heeft dat te maken met de omvang van de Nederlandse zorgsector. Tot de verbeelding sprekende bedragen in miljoenen en miljarden zijn lastig een plaats te geven. De Nederlandse zorg neemt ruim 15 procent van het bbp in. Wat koop je daarvan? Vijftien JSF-vliegtuigen? De Rabobank? Als we toch 90 miljard aan de zorg hebben uitgegeven in 2011, maakt het voor mijn gevoel ook niet zo veel meer uit als dat per ongeluk 900 miljard wordt in mijn artikel. Minister Dijsselbloem denkt daar vast anders over.
Nog een complicerende factor: buitenlandse valuta. Als een Amerikaans artikel rept over 31 billion dollars, wordt dat dan 31 biljoen? Bestaat niet: in Nederland hebben we het over 31 miljard. Of is het biljard? Miljard maal miljard? Wat ik je wel kan vertellen is dat billion valt onder de woord-categorie ‘valse vrienden’, woorden die in hun vorm op een woord uit een andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben. Kijk, dat bedoel ik met leuke feiten.
Gelukkig heeft Jan een aantal t-shirts laten bedrukken met dit mooie overzicht erop. Misschien moet ik toch nog eens proberen of die slaap-truc werkt om de cijferkennis op telepathische wijze te vergroten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!