De jaarlijkse eHealthmonitor van Nictiz en Nivel laat zien wat algemeen de stand van zaken is van digitale zorg in Nederland. Maar hoe eHealth-minded ben jij? Maak je gebruik van online consulten, gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsdossiers of wearables? Kortom: hoe scoor je op de eHealth-meetlat van TrendITion? We vroegen het aan Monique Philippens, voormalig directeur van KPN Zorg en zelfstandig adviseur en toezichthouder.
“Toen ik in 2008 begon als directeur bij KPN Zorg waren er nog veel mensen in de gezondheidszorg sceptisch ten opzichte van de koude technologie”, zegt Philippens. “Zorg was mensenwerk, en dat ging maar moeilijk samen met techniek.”
Die periode ligt volgens haar definitief achter ons. Vrijwel niemand twijfelt er meer aan dat met name digitale technologie een grote bijdrage kan leveren een betere en efficiëntere zorg. Maar volgens Philippens is het nu vooral een uitdaging om die technologie zo te gebruiken dat de zorg persoonlijker wordt, dat we beter kunnen voorspellen en dat de zorg preventiever wordt. Bij de ondernemingen die ze begeleidt merkt ze dat het niet meevalt om een lange termijn visie op de organisatie te vertalen in acties op kortere termijn. “Je krijgt te maken met technologie, weerstand in de organisatie, teamopbouw, financiering, persoonlijk leiderschap en je rol in het zorg ecosysteem. Ik probeer mijn ervaring te gebruiken om in startups en grotere organisaties een effectieve groeistrategie te ontwikkelen.”
Philippens is in haar dagelijks leven selectief in de technologie die ze gebruikt. Ze is geen fervente fan van smartwatches of activity trackers. Het feit dat ze toegepaste natuurkunde studeerde maakte van haar geen gadget-liefhebber.
Nuttige informatie online
“De online beschikbaarheid van goede informatie vind ik een van de belangrijkste winstpunten van de afgelopen jaren”, zegt Philippens. “Wanneer je in je gezin met een ziekte of aandoening te maken krijgt, ben je niet langer uitsluitend aangewezen op de informatie van je behandelend arts. Mijn partner heeft MS. Dat is een ingrijpende ziekte, met veel onzekerheden. Op sites als www.msresearch.nl en www.nationalmssociety.org vind je ongelooflijk veel nuttige informatie over de ziekte en nieuwe behandelingen.”
Philippens heeft de ervaring dat behandelend artsen gewend zijn aan de mondige en meezoekende patiënt. “Wanneer we iets hebben gelezen over een nieuwe medicatie die in het buitenland in de testfase is, dan vindt de arts het niet raar wanneer we dat zelf checken. En vervolgens weet de arts ook ons te vertellen of en onder welke voorwaarden die behandeling in Nederland beschikbaar komt.”
Review-sites als ZorgkaartNederland.nl zijn voor Philippens minder belangrijk. “Ik check ze wel om een gevoel te krijgen wat er over bepaalde zorgaanbieders wordt geschreven, maar ik heb niet het idee dat ik veel wijzer wordt over de inhoudelijke kwaliteit van de zorg. Daarvoor moet je toch bij gespecialiseerde sites zijn.”
Philippens heeft geleerd om aan artsen te vragen welke sites zij zelf gebruiken. “Wanneer de dokter een site vertrouwt, dan vind ik dat een goed teken. Mijn dochter had een poosje geleden last van een onschuldige oogaandoening, en de oogarts verwees naar www.oogartsen.nl omdat hij die zelf ook raadpleegt. De informatie was nuttig, en ik heb er een goed gevoel bij.” Met het informatieaanbod zit het op zich wel goed. Maar technologie wordt volgens Philippens nog nauwelijks ingezet om de zorg zelf beter of toegankelijker te maken.
Fouten uit dossier halen
Ook hier zijn het recente eigen ervaringen die Philippens met de neus op de feiten drukken. “Toen mijn moeder een hersenbloeding kreeg, viel het me op hoe attent wij zelf moesten zijn om de verschillende zorgaanbieders erop te wijzen dat zij ook aan Parkinson lijdt en daarvoor medicatie heeft. Waarom kan die informatie niet op één plek beschikbaar zijn voor zorgaanbieders en de patiënt zelf? Ik moest meteen aan ePatient Dave deBronkart denken en zijn oproep give me my damn data. Ik ben ervan overtuigd dat je sneller fouten uit dossiers haalt wanneer de patiënt of mantelzorger zelf meer regie heeft. Maar dan moet hij of zij wel over alle gegevens kunnen beschikken.”
"Drie kwartier rijden, parkeerplek zoeken, terug rijden: na een afspraak is hij soms een week van de kaart"
Wat Philippens zo mogelijk nog belachelijker vindt is dat videoconsulten nog maar mondjesmaat worden toegepast. Ook hier neemt ze haar eigen gezinssituatie als voorbeeld. “Mijn partner moet regelmatig voor een controle naar een ziekenhuis. Het is een gesprek van tien minuten waarin hij een paar vragen beantwoordt, maar voor hem is het veel ingrijpender. Drie kwartier rijden, parkeerplek zoeken, terug rijden, dat kost zoveel energie dat hij soms een week van de kaart is. Maar het blijft frustrerend: technisch kan het, de vergoeding is geen punt meer, de patiënten willen het, maar de zorgaanbieders voelen geen enkele urgentie."
Philippens ziet wel vooruitgang op het gebied van thuismeten. “In een periode waarin ik het erg druk had heb ik wel eens wat last gehad van stress gerelateerde klachten. Op zich niets om je ongerust over te maken, maar ik vond het toch een prettig idee om dit met thuismeet-apparatuur te monitoren. Met cardioloog Janneke Wittekoek, bekend van onder meer de Heartlife Klinieken waar ik toezichthouder ben, kon ik destijds relatief eenvoudig die thuistest uitvoeren. Maar in vergelijking met enkele jaren geleden is de nieuwe generatie zelfmeetapparatuur en de bijbehorende apps vele malen gebruiksvriendelijker geworden. Daar zie je echt een grote vooruitgang, waardoor telemonitoring veel vaker kan worden toegepast.”
Gezondheidsapps
En over apps gesproken, wat voor gezondheidsapps treffen we aan op de smartphone van Philippens? “Net als voor activity trackers geldt dat ik niet iemand ben die allerlei apps probeert, puur voor de lol van het proberen. In een periode waarin ik vond dat ik wat meer op een gezonde leefstijl
"Wat ik mis is het bijhouden de context: je slaap, beweging en stressfactoren"
moest letten heb ik de app van het KPN vitaliteitsprogramma ichange van Brand New Health een periode intensief gebruikt. Die staat nog steeds op mijn telefoon. Het voordeel van deze app is dat hij verder gaat dan alleen calorieën bijhouden. Je kunt meedoen aan challenges, je leert over voeding, je wordt je meer bewust van de rol van stemming-, werk- en slaappatronen. Je leert wat je in feite zelf ook wel weet: je moet je gedrag aanpassen.”
“Dat is lastig, maar zo’n app maakt je wel meer bewust van de stappen die je daarvoor moet nemen en biedt elke dag een kleine oefening aan. Wanneer ik voel dat het weer beter gaat blijf ik zo’n app overigens niet continu gebruiken, dan is mijn doel bereikt en mijn gedrag aangepast. Op het ogenblik ben ik FatSecret aan het uitproberen om wat kilo’s kwijt te raken. Die app is wanneer het op calorieën bijhouden aankomt super gebruiksvriendelijk. Wat ik mis is het bijhouden de context: je slaap, beweging en stressfactoren. Dat vond ik weer prettig aan Brand New Health. Eigenlijk zou je de sterke kanten van FatSecret en Brand New Health moeten combineren.”
Ook al is ze geen intensieve tracker en appgebruiker, toch geeft Philippens zichzelf resumerend ergens tussen de 7 en de 8 op de eHealth meetlat. “Ik ben goed thuis in de technologie en kom door mijn werk steeds in aanraking met interessante eHealth startups, bijvoorbeeld via Rockstart Digital Health Accelerator. Bovendien weet ik online mijn weg naar betrouwbare medische informatie goed te vinden.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!