Er zijn in de afgelopen jaren talloze rapporten verschenen over het dreigende tekort aan huisartsen in de Verenigde Staten. Maar adviesbureau PwC publiceerde eind vorige maand een nieuw rapport, waarin de onderzoekers stellen dat die prognoses gebaseerd zijn op verouderde modellen. Doe-het-zelf zorgconsumenten, nieuwe toetreders, digitale technologie en betere manieren om zorg bij patiënten te krijgen zullen Amerikaanse eerstelijnszorg volgens PwC radicaal op zijn kop zetten. Primary care in the New health Economy, time for a makeover?
Het PwC rapport stelt vast dat de Amerikaanse eerstelijnszorg versplinterd is, een inefficiënte, vooral op volume gerichte bekostiging heeft en vooral slecht overweg kan met de complexe zorg voor 81 miljoen chronische patiënten. De timing van het nieuwe PwC rapport kon niet beter zijn. In het decembernummer van het vakblad Health Affairs verscheen een artikel over de effectiviteit van complexe zorg voor chronische patiënten in tien industrielanden. De eerstelijnszorg in Nederland springt daar op een aantal punten goed uit, maar veel Amerikaanse zorgaanbieders geven aan dat het systeem in de VS minder goed werkt voor chronische patiënten, thuiswonende ouderen of patiënten met geestelijke klachten.
Serviceniveau voor zorgconsument is onvoldoende
Toch zijn het volgens PwC niet alleen consumenten met een ingewikkelde zorgvraag die minder goede ervaringen hebben met hun huisarts, eerstehulppost of andere eerstelijns zorgverlener. Het duurt te lang om een afspraak te kunnen maken en huisvisites zijn een zeldzaamheid geworden. Het duurt gemiddeld 19,5 dag voordat je terecht kunt bij een huisarts, en die heeft dan maar vijf of tien minuten tijd voor je. De consument, aldus PwC, krijgt een slechte service, terwijl het Amerikaanse zorgsysteem één van de duurste ter wereld is. En dat schept volop mogelijkheden voor nieuwe toetreders in deze markt. PwC geeft in het rapport het voorbeeld van CVS Health, die apotheek/drogisterijketen die nog maar tien jaar geleden zijn eerste zogeheten retailkliniek opende. Dat zijn kleine inloopvestigingen op drukbezochte plekken, zoals shopping malls, waar gespecialiseerde verpleegkundigen en zogeheten physician assistants een alternatief voor de huisarts bieden bij eenvoudig klachten.
Een derde van alle ondervraagde consumenten gaf aan wel eens een retailkliniek te hebben bezocht met klachten als oorpijn, een pijnlijke keel, snijwonden of botbreuken. Volgens het rapport vindt de helft van de reguliere Amerikaanse huisartsen dat overigens een goede ontwikkeling, die tot meer tevredenheid bij hun patiënten leidt. Inmiddels zijn er in de VS meer dan 1600 van dergelijke retail clinics, en richt men zich ook op complexere aandoeningen als diabetes. "Diabetes-patiënten komen vaak meerdere malen per maand naar één van onze vestigingen, veel vaker dan ze bij hun huisarts komen", zei Nancy Gagliano, de chief medical officer van de CVS/Minuteclinics tegen de PwC onderzoekers.
Ook thuis 24/7 dienstverlening
Hoewel je bij de retailklinieken doorgaans direct terecht kunt, zetten organisaties als CVS Health toch zwaar in op de uitbreiding van hun dienstverlening met virtuele diensten. CVS werkt sinds dit jaar samen met American Well, Doctor-on-Demand en Teladoc, de grootste spelers op de snel groeiende Amerikaanse markt voor videoconsulten met gekwalificeerde artsen die dag en nacht beschikbaar zijn. Want ook al woont de helft van de Amerikaanse burgers op minder dan vijftien kilometer afstand van de CVS/Minuteclinic, de klant wil meer gemak tegen lagere kosten. Ze willen het gemak van Amazon of Spotify ook voor hun medische zorg, aldus PwC. En dat willen Amerikaanse werkgevers en zorgverzekeraars ook. Die zetten daarom ook zwaar in op innovatieve online diensten, aldus PwC: de helft van alle Amerikaanse werkgevers biedt de eigen werknemers online zorgdiensten aan. De onderzoekers wijzen er op dat de overgrote meerderheid van de Amerikaanse zorgconsumenten (acht op de tien) open staat voor alternatieven voor de eigen huisarts.
Traditionele zorgverleners voelen nattigheid
Dat er iets moet veranderen begint volgens PwC inmiddels wel te dagen bij de gevestigde zorgaanbieders. Eén op de drie ondervraagde zorgprofessionals geeft aan dat men zelf werk aan het maken is van nieuwe vormen van dienstverlening, die beter aansluiten bij wat de consument kennelijk zoekt. De meerderheid kijkt daarmee overigens voorlopig dus de kat uit de boom.
De bestaande zorgaanbieders die op zoek zijn naar een verbreding van de dienstverlening zien het meeste in video consulten en andere online vormen van contact. Ook het in ere herstellen van thuisvisites wordt als optie genoemd. Dat is dan wellicht een reactie op de inmiddels vele tientallen Amerikaanse startups die zichzelf afficheren als de Uber voor de huisarts. Je kunt via hun app voor een vaste prijs een dokter thuis, op kantoor of in je hotel laten komen. In het sterk gereguleerde Nederlandse landschap, waarin alle burgers bij een eigen huisarts zijn ingeschreven, is het niet eenvoudig om met een alternatief aanbod te concurreren met de huisarts. Maar in de VS is er volgens PwC een grote markt voor dit type nieuwe aanbieders. Ze zullen zich dan volgens de onderzoekers wel moeten richten op goed omschreven klantgroepen.
Specialisatie is het devies: de consumentenmarkt voor de eerste lijn
Om de steeds kritischer en veeleisender zorgconsument op maat te kunnen bedienen zal specialisatie in de eerste lijn onvermijdelijk zijn, meent PwC. In het rapport onderscheidt men zeven specifieke segmenten:
- Kwetsbare ouderen
- Chronisch zieken met complex ziektebeeld
- Chronisch zieken
- Psychische aandoeningen
- Gezonde gezinnen
- Gezonde volwassen sceptici
- Gezonde volwassen enthousiasten
De meeste segmenten spreken voor zich. Met gezonde sceptici doelt PwC op de doelgroep die niet veel op heeft met jaarlijkse screenings en andere onderzoeken, en eigenlijk doktersbezoeken liever vermijdt. De gezonde enthousiasten, daarentegen, laten zich vaker (preventief) onderzoeken en staan open voor gezondheidsadviezen van artsen. Omdat de zeven doelgroepen eigen wensen en behoeften hebben, is het moeilijk om een voor alle marktsegmenten aantrekkelijk aanbod aan zorgdiensten te bieden. Sterker nog: om effectief te kunnen concurreren zullen zorgaanbieders duidelijk voor één groep moeten kiezen, stellen de onderzoekers.
Complexe chronisch zorg: ook digitaal
De VS besteden jaarlijks meer dan 3 biljoen (trillion) dollar aan gezondheidszorg, en de eerstelijns zorg voor chronisch zieken neemt daarvan een groot deel voor zijn rekening. Dit marktsegment biedt volgens PwC veel kansen voor nieuwe toetreders, vooral wanneer die de zorg slimmer organiseren. Amerikaanse investeerders toonden in 2015 veel interesse voor startups die zich met behulp van digitale technologie richten op de behandeling van diabetes, obesitas of hoge bloeddruk. PwC noemt de startup Iora Health (die begin dit jaar 28 miljoen ophaalde bij VC's) als goed voorbeeld van zo'n nieuwe aanpak.
We're restoring humanity to health care, meldt Iora met kenmerkende Amerikaanse bescheidenheid op zijn website. Hun geïntegreerde aanpak, met teams van gezondheidscoaches, specialisten en verpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor een relatief kleine groep patiënten (600 tot 1500 per team) staat volop in de belangstelling. Ook al vanwege de slimme inzet van internet en mobiele apps om naadloos met de patient te kunnen communiceren en medische gegevens te delen. Daardoor is 50 tot 60 procent van de contacten tussen het zorgteam en hun patiënten digitaal.
Het rapport besluit met de conclusie dat een meer kosteneffectieve eerstelijns zorg vooral zal worden bereikt door een systeem waarbij patiënten, ook zonder het traditionele huisartsconsult, zo snel mogelijk worden geholpen met de meest geschikte en minst kostbare medische zorg, op de voor hen meest geschikte plaats.
Het gehele rapport is beschikbaar op de Amerikaanse site van PwC.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!