De jaarlijkse eHealthmonitor van Nictiz en Nivel laat zien wat algemene de stand van zaken is van digitale zorg in Nederland. Maar hoe eHealth-minded ben je? Maak je gebruik van online consulten, gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsdossiers of wearables? Kortom: hoe scoor je op de eHealth-meetlat van TrendITion? We vroegen het aan Lies van Gennip, directeur van Nictiz, het expertisecentrum voor standaardisatie en eHealth in Nederland.
Van Gennip houdt van fietsen en maakt hierbij graag gebruik van de fiets app Strava. Gebruikers van deze app hebben een eigen logboek waarin staat welke route er is gefietst, wat de gemiddelde snelheid is en hoeveel kilometers er zijn afgelegd. “Ik vind het leuk om te kijken of mijn gemiddelde snelheid een beetje op peil blijft. Het kost me gelukkig weinig moeite om de app te gebruiken: je zet hem aan, je gaat fietsen en als je thuis komt zie je wat het geworden is.”
Activiteitenpatroon
Strava is op dit moment de enige tracker die Van Gennip regelmatig gebruikt en dat heeft veel met gebruiksgemak te maken. “Ik heb in het verleden een paar weken een activity tracker van Fitbit kunnen dragen die beschikbaar was voor proefgebruik binnen Nictiz. Ik was direct enthousiast om met deze tracker aan de slag te gaan, maar moest na die testperiode concluderen dat de Fitbit niet past binnen mijn activiteitenpatroon. Ik fiets namelijk veel, maar dat registreert de Fitbit niet als activiteit.
"Voor mij moet het gebruik van zo’n app eenvoudig zijn en iets toevoegen, het moet niet zelf een belasting worden"
Daarnaast rijd ik ook paard en dat registreert die tracker dan weer wél als wandelen, waardoor ik na één uur rijden mijn dag-doel van 10.000 stappen al had gehaald. Dat is dan weer niet de bedoeling natuurlijk.” De directeur van Nictiz heeft ook geprobeerd om de bijbehorende app van Fitbit op een andere manier te gebruiken. “Ik probeerde bij te houden wat ik at om mijn dagelijkse calorie-inname te registreren. Ik merkte al snel dat de user interface van die app heel erg gericht was op de niet-Nederlandse markt. Veel Nederlandse producten moest je handmatig invoeren, wat tijdrovend was en inzicht op mijn totale calorie inname kreeg ik daardoor niet. Voor mij moet het gebruik van zo’n app eenvoudig zijn en iets toevoegen, het moet niet zelf een belasting worden.”
Doordat de app en tracker niet goed aansluiten op haar activiteiten en behoeften, maakt Van Gennip er in de praktijk nu weinig gebruik van. Een groot probleem is dat niet. De Nictiz-directeur houdt haar gewicht naar eigen zeggen ‘ouderwets’ bij in een schrift. “Daar heb ik naast een weegschaal geen apparaat voor nodig.” Van Gennip heeft ook Apple Health, de gezondheidsapp van Apple, uitgeprobeerd. “Ook daar merkte ik dat de app voor mij onvoldoende toevoegde aan het schriftje waarin ik mijn gewicht bijhoud. Ik had het wel leuk gevonden als de app me een mooi grafiekje zou geven – maar dat was niet zo. Wie weet komt er een keer iets op mijn pad dat wel bij mij past.”
Eigen huisarts
Volgens Van Gennip loopt haar eigen huisarts niet voorop als het gaat om ontwikkelingen in de zorg. Hij heeft een website, maar die is vooral informatief. “Ik zit in een tamelijk conventionele huisartsenpraktijk. Mijn huisarts vindt dat zijn praktijk te klein is om voorop te lopen met eHealth. Dat begrijp ik wel.” Door haar functie komt Van Gennip vaker in aanraking met nieuwe eHealth-diensten, die ze waar mogelijk uitprobeert. “Zo werd me ooit op een congres eens aangeboden om een online zorgconsult uit te proberen. Daarop inloggen bleek echter niet te lukken door de firewall van mijn organisatie. Het maakt je wel bewust van de barrières waarmee je te maken kunt krijgen bij het implementeren van eHealth toepassingen."
"Naast nieuwsgierigheid, merk ik ook angst in mijn omgeving voor eHealth"
Ze merkt in privé situaties, als ze vertelt wat haar werk is, dat het thema ‘eHealth’ leeft en dat veel mensen – ook buiten de gezondheidszorg – er mee bezig zijn. “Mensen zijn nieuwsgierig naar nieuwe technologische mogelijkheden en denken er over na hoe de gezondheidszorg kan veranderen”. Van Gennip wordt ook wel eens benaderd met vragen over hoe bijvoorbeeld de privacy van bepaalde eHealth-applicaties of -diensten geregeld zijn. “Naast nieuwsgierigheid, merk ik ook angst in mijn omgeving voor eHealth. Als je dan doorvraagt, blijkt dat mensen in het verleden verkeerde ervaringen hebben gehad, bijvoorbeeld doordat dingen verkeerd in een dossier staan waar men last van heeft gehad. Ik merk dat het veel moeite kost om angst die zo is ontstaan te corrigeren. Mensen zijn ook wel eens bang dat er dingen in het dossier staan over hen als persoon die niet waar zijn. Maatregelen die bedoeld zijn om medische informatie beter te kunnen delen, creëren daarom vaak argwaan, terwijl die maatregelen juist kunnen helpen om dossiers beter en completer te maken en veiligere zorg te garanderen. Dan probeer ik wel uit te leggen wat er aan de hand is en dat dingen worden gedaan vanuit zorgvuldigheid. Ik probeer de feiten op een rijtje te zetten, maar je krijgt dat gevoel van bezorgdheid niet eenvoudig weg.”
80% eHealth
Ondanks haar professionele interesse, is Van Gennip nog geen app, service of dienst tegengekomen die goed past binnen haar persoonlijke zorgvraag en bewegingspatroon. “Mocht er iets voorbij komen dat voor mij een meerwaarde heeft, dan sta ik daar natuurlijk voor open. Gelukkig gaat alles verder goed met me en weet ik dat ik voldoende beweeg, dus ik heb daardoor minder haast om voor mezelf met allerlei eHealth-toepassingen aan de slag te gaan."
“Ik denk dat ik er professioneel zo’n tachtig procent van mijn tijd aan eHealth besteed, in het dagelijks leven is dat waarschijnlijk net vijf procent”, aldus Van Gennip. “Ik gebruik zelf dan relatief weinig apps en wearables, ik zit er wel midden in bij Nictiz en TrendITion. Ik zit dagelijks tussen medewerkers die allerlei nieuwe apps, wearables en online diensten uitproberen, zelf gebruiken en er in de kantine over vertellen. Vanwege mijn functie ben ik beter geïnformeerd dan de meeste Nederlanders”, verklaart Van Gennip. “Ik geef mijn eHealth-gebruik daarom een zes.”
Benieuwd wie er nog meer langs de eHealth meetlat gelegd zijn?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!