De jaarlijkse eHealthmonitor van Nictiz en Nivel laat zien wat algemene de stand van zaken is van digitale zorg in Nederland. Maar hoe eHealth-minded ben jij? Maak je gebruik van online consulten, gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsdossiers of wearables? Kortom: hoe scoor je op de eHealth-meetlat van TrendITion? We vroegen het aan Eva Becking, projectleider eMental-health bij het Trimbos-instituut en ontwikkelaar van de app Robbin.
“Op mijn iPhone staan allerlei gezondheidsapps. Bijvoorbeeld Moves, om stappen te tellen, Nike Training Club voor workouts en de app GetRunning die ik gebruik tijdens het hardlopen. Daarnaast heb ik een app waarin ik mijn gewicht bijhoud. Die is niet gekoppeld aan een fancy bluetooth of wifi-weegschaal, ik ga gewoon op een ouderwetse weegschaal staan en voer mijn gewicht handmatig in”, vertelt Becking op het Trimbos-instituut. “De meeste apps gebruik ik slechts een paar keer. Ik heb ze gedownload, bekeken hoe ze werken en dat is vaak al genoeg. Ik ben snel afgeleid en niet altijd gemotiveerd genoeg. Als ik een grote lifestyle-uitdaging had – een paar kilo eraf of trainen voor een marathon – dan kan ik me voorstellen dat een app die je daarbij ondersteuning biedt fijn is.”
“Ik ben snel afgeleid en niet altijd gemotiveerd genoeg"
Vijf jaar geleden kreeg Becking de diagnose borstkanker. Haar persoonlijke ervaring en professionele kennis van e-mental health komen destijds samen in de door haar ontwikkelde app Robbin, gericht op psychosociale steun voor (ex)borstkankerpatiënten. Robbin staat uiteraard nog steeds op haar smartphone. “Hoewel ik Robbin niet meer gebruik als patiënt, kijk ik nog wel regelmatig in de app om te zien hoe het ermee gaat.
Het oordeel van de expert
Af en toe kijkt Becking wel op sites als Zorgkaartnederland.nl. “Onlangs had ik een fysiotherapeut nodig, dan vind ik het wel handig en interessant om te lezen wat de ervaringen van andere mensen zijn. Ik moet zeggen dat ik daarnaast ook gewoon in mijn vriendenkring rondvraag of zij een goede fysiotherapeut in de regio kennen. Dat vind ik ook belangrijk, de ervaringen van bekenden.”
In de periode dat Becking borstkanker heeft, vertrouwde ze bij haar doorverwijzingen op het oordeel van haar verpleegkundige. “Online shoppen voor het beste ziekenhuis of de beste behandelaar: ik werd daar destijds te onrustig van. Als er echt iets aan de hand is, in mijn geval kanker, dan vind ik het te spannend om dat zelf te bepalen en vind ik het oordeel van een expert waardevoller dan wat ik zelf op internet vind.”
Online ervaringen uitwisselen
“Tijdens mijn behandeling voor borstkanker heb ik veel op internet gezeten. Bijvoorbeeld op de website van Borstkankervereniging Nederland, het Helen Dowling Instituut of Amazones, een forum voor jonge vrouwen met borstkanker. Ik ging hier naartoe voor lotgenotencontact, het uitwisselen van ervaringen, maar ook voor informatie over bijvoorbeeld de verschillende behandelingen.” De informatie die Becking online vindt, nam ze mee in haar gesprekken met haar zorgverleners. “Ik vond het een fijn idee dat ik zelf mijn research had gedaan en daar specifieke vragen over kon stellen, maar het uiteindelijke beslistraject deed ik met de behandelaar samen.”
Niet onpersoonlijk
Even kunnen mailen met je huisarts, dat lijkt Becking een zegen. “Soms heb ik iets kleins waarvoor je niet per se een afspraak wilt maken, maar liever wel de huisarts zelf spreekt in plaats van de assistente. In zo’n geval lijkt het me ideaal als je even snel een mailtje kunt sturen. Helaas kan dat bij mijn huisarts nog niet.”
“Ik vind Skype absoluut niet veel onpersoonlijker dan een face-to-face gesprek"
Tijdens haar ziekteperiode mistte Becking de mogelijkheid om online te communiceren met haar zorgverlener minder, merkt ze op. “Ik moest destijds sowieso veel naar het ziekenhuis voor behandelingen waarbij je fysiek aanwezig moest zijn, dus werden gesprekken vaak gelijktijdig, ervoor of erna gepland. Ik heb daarnaast het geluk in het midden van het land te wonen met een ziekenhuis vlakbij. Als je behandeld wordt in een specialistisch ziekenhuis en daarvoor regelmatig veel moet reizen, kan ik me voorstellen dat het fijn is als je af en toe een consult op afstand kunt doen. Voor mijn werk maak ik zelf veel gebruik van Skype, dus voor mij voelt het vertrouwd om op die manier gesprekken te voeren. Ik vind het absoluut niet veel onpersoonlijker dan een face-to-face gesprek.”
“Ik heb wel borstkanker gehad….”
Inzicht in haar eigen medisch dossier heeft de projectleider e-mental health niet. “Daar zou ik wel behoefte aan hebben. Ik weet bijvoorbeeld niet meer precies wat voor chemotherapie ik vijf jaar geleden heb ik gehad. Het is niet urgent, dus ik ga voor zo’n vraag niet het ziekenhuis bellen, maar het zou wel fijn zijn om dat zelf online op te zoeken.” Ten tijde van haar behandeling, waarbij ze met veel verschillende zorgverleners en behandelingen te maken had, mistte Becking vaak overzicht. “Een app waarin ik mijn afspraken en behandelingen op één plek bij had kunnen houden was fijn geweest.”
“Een app waarin ik mijn afspraken en behandelingen op één plek bij had kunnen houden was fijn geweest"
Of zorgverleners zicht hebben in haar medisch dossier, betwijfelt Becking. “Als ik bij de fysiotherapeut, huisarts of zelfs dermatoloog ben, dan voel ik me zelf verantwoordelijk om te vertellen dat ik een geschiedenis met kanker heb. Ik heb vaak het idee dat zij daar niet goed van op de hoogte zijn. Die verantwoordelijkheid is vervelend. Zeker omdat ik niet precies weet wat voor type chemo ik heb gehad of welke medicatie ik heb gebruikt. Ik moet zelf verzinnen of dat relevant is voor wat ik met een zorgprofessional bespreek. Maar goed, om nu overal bij te zeggen: ik heb wel borstkanker gehad…”
Dinsdagmiddag half twee
Tegenwoordig moet Becking jaarlijks een controle-afspraak maken op de röntgenafdeling en aansluitend op de mamapoli. “Voor zo’n afspraak moet ik bellen. Dan stelt de receptioniste voor: dinsdag 8 december om half twee? Hartstikke onhandig zo middag op de dag, maar meestal denk ik ‘toe maar’, ik heb ook geen zin of tijd om alle opties met haar langs te lopen. Het lijkt me heel handig als je zelf je afspraak online kunt inplannen.”
“Ik hou de ontwikkelingen bij, lees erover en test van alles uit."
Eén cijfer geven voor haar eHealth gebruik vind Becking lastig. “Mijn persoonlijke eHealth-gebruik, gericht op mijn eigen lifestyle en gezondheid, geef ik een zes. Maar mijn professionele eHealth gebruik, gericht op de gezondheid van de algemene bevolking om het maar even pretentieus te zeggen, geef ik een negen. Ik hou de ontwikkelingen bij, lees erover en test van alles uit. Ik richt me daarbij met name op apps en online diensten die gericht zijn op behandeling en ondersteuning van patiënten.”
Benieuwd wie er nog meer langs de eHealth meetlat zijn gelegd?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!