De jaarlijkse eHealthmonitor van Nictiz en Nivel laat zien wat algemeen de stand van zaken is van digitale zorg in Nederland. Maar hoe eHealth-minded ben jij? Maak je gebruik van online consulten, gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsdossiers of wearables? Kortom: hoe scoor je op de eHealth-meetlat van TrendITion? We vroegen het aan Jorne Grolleman, eHealth adviseur bij de Zorgvernieuwer en associate bij M&I/Partners en Vital Innovators.
Sinds enkele maanden is Grolleman vader van zoontje Maarten. Tijdens de zwangerschap hebben Grolleman en zijn vriendin gebruik gemaakt van allerlei apps. “Via de Zwanger-app werden we iedere week op de hoogte gesteld van zijn ontwikkelingen, bijvoorbeeld dat zijn oogjes opengingen of dat hij slokjes vruchtwater nam. Ik kon altijd lastig de verleiding weerstaan om alvast een week verder te kijken: welke ontwikkelingen maakte hij die week door?”
Toen de bevalling zich aandiende, maakte zijn vriendin gebruik van een weeën-timer app. Ook stond er een Doula-app op haar smartphone, om tijdens en tussen de weeën te ontspannen met een rustgevende podcast.
Nu Maarten er eenmaal is, houdt Grolleman de ontwikkeling van de baby nauwkeurig in de gaten met de ‘Oei ik groei’-app. “Ik heb daarnaast de Groei-app van het consultatiebureau op mijn telefoon staan. Daarin kun je zelf het gewicht en de lengte van je baby bijhouden en zien of jouw kleintje het ten opzichte van het gemiddelde goed doet. Gelukkig groeit Maarten als kool.”
Video-communicatie
De zoon van Grolleman werd met 33 weken en vijf dagen onverwacht te vroeg geboren. Daarom lag hij drie weken op de afdeling neonatologie in het Antonius ziekenhuis in Nieuwegein. “Die weken heb ik me gerealiseerd hoeveel meerwaarde video-communicatie in de zorg kan bieden. Iets simpels als FaceTime en Skype – eigenlijk nauwelijks eHealth te noemen – was voor ons toen heel belangrijk. Het was in een periode waarin je schaars moet zijn met bezoek – het is al snel te druk op zo’n afdeling - dé manier om onze familie en vrienden toch even een kijkje te gunnen bij Maarten.” Ook bood het ziekenhuis zelf een video-dienst aan waarmee de jonge ouders op afspraak thuis konden meekijken in de couveuse waar hun zoontje lag. “Het is tegennatuurlijk om je kindje achter te laten in het ziekenhuis. Zeker als er sprake is van hartdalingen of problemen met oppervlakkige ademhaling. De zorgverleners daar begrepen heel goed dat je zoiets soms nodig hebt om even gerustgesteld te worden.”
Geen slim rompertje of sokje
De grote hoeveelheid monitors waar Maarten na zijn geboorte aan werd gekoppeld, heeft Grollemans beeld over (zelf)monitoring dusdanig veranderd, vertelt hij. “Waar je normaal je kind na de geboorte mee naar huis zou nemen, kom je bij een vroeggeboorte ineens in een medische setting terecht waarbij alle ontwikkelingen van je kindje onder een vergrootglas worden gelegd. Ik realiseerde me dat (zelf)monitoring in een precaire situatie juist voor extra bezorgdheid kan zorgen. Je gaat namelijk vooral kijken naar wat er allemaal mis kan gaan. Je moet monitoring dus nooit zomaar, en altijd met gepaste voorzichtigheid, toepassen. In mijn werk ben ik juist enorm betrokken bij alle ontwikkelingen rond quantified self, maar deze ervaring hielp mij ook om de valkuil van zelfmonitoring te ervaren.”
"Je moet monitoring nooit zomaar, en altijd met gepaste voorzichtigheid, toepassen"
Hoewel Grolleman voor de geboorte van zijn zoontje wel had gekeken naar alle slimme baby wearables op de markt, zoals de Owlet babysok of Intel’s slimme rompertje, wil hij daar nu liever niets meer mee van doen hebben. “Na Maartens ontslag uit het ziekenhuis moesten mijn vriendin en ik echt afkicken van monitoren en rust en vertrouwen in vinden. Een ander belangrijk argument is dat deze vorm van monitoring schijnveiligheid biedt. Als er iets ernstig gebeurt met je kindje, gaat het erom dat je direct medisch kunt handelen. In de thuissituatie ben je vaak te laat. Daarnaast komt wiegendood in Nederland gelukkig bijna niet voor.”
Fitbit Challenge
Voor zijn eigen gezondheid maakt Grolleman ook gebruik van enkele apps en wearables. “Ik draag een Fitbit Charge HR, een stappenteller met ingebouwde slaapmonitor en hartslagmeter. Na Maartens geboorte gebruikte ik die tracker met name om er zeker van te zijn dat ik niet onder de 4,5 uur slaap per dag/nacht uit zou komen. Je rust met een pasgeboren baby vaak erg verspreid, op een gegeven moment heb je geen idee meer hoeveel je nu daadwerkelijk geslapen hebt. Daarnaast krijg je als kersverse vader voortdurend de vraag hoe het met je nachtrust is. Zo’n grafiek spreekt dan boekdelen.”
Grolleman gebruikt de Fitbit daarnaast als stappenteller. Afgelopen zomer deed hij tijdens zijn vakantie samen met enkele collega’s een Fitbit Challenge. Het doel: wie heeft er aan het einde van de week de meeste stappen gezet? “Wij hebben door die wedstrijd extra veel strandwandelingen gemaakt. Uiteindelijk won ik de challenge, wellicht deels omdat de rest van de deelnemers op dat moment geen vakantie had en gewoon op kantoor zat”, lacht Grolleman.
Eindelijk teledermatologie
Tijdens diezelfde vakantie in Domburg ontdekte Grolleman een bruine vlek op zijn hand. “Ik dacht eerst dat het door de zon kwam, maar vond het toch verdacht en wilde het even laten controleren. Ik bezocht in Domburg een huisarts en hoopte stiekem al dat ik gebruik kon maken van tele-dermatologie.
"Ik bezocht in Domburg een huisarts en hoopte stiekem al dat ik gebruik kon maken van tele-dermatologie"
En inderdaad: de huisarts in kwestie wilde de vlek graag even laten zien aan zijn collega’s in het ziekenhuis in Middelburg.” Een moderne arts, dacht Grolleman, totdat de huisarts een grote, ouderwetse camera tevoorschijn haalt en met behulp van de assistente de plek op zijn hand tevergeefs probeert vast te leggen. “Ik liet hem vervolgens de foto’s zien die ik zelf al met mijn iPhone had gemaakt. Daar waren ze duidelijk van onder de indruk. Ik heb uiteindelijk mijn foto’s naar hen gemaild, zodat zij deze door konden sturen naar de dermatoloog. De volgende ochtend bleek het inderdaad iets onschuldigs te zijn en kon ik vrolijk verder met mijn vakantie.”
Op zoek naar eHealth
Als het aan Grolleman ligt probeert hij zoveel mogelijk uit op het gebied van digital health. “Je kunt eigenlijk pas goed oordelen over de voor- en nadelen van eHealth als je het zelf in de praktijk hebt uitgetest. Een presentatie bijwonen of rapport lezen is niet voldoende.” Als Jorne in contact komt met een zorginstelling, kijkt hij altijd wat zij aan eHealth-mogelijkheden bieden. “Bij mijn vorige huisarts testte ik een patiëntportaal uit, bij mijn nieuwe huisarts digitaal een herhaalrecept aanvragen. Ik schrok best van beide diensten: wat een traag systeem en een achterhaalde user interface. Maar goed, het is fijn dat het überhaupt kan.”
Ondanks die ervaringen is Grolleman naar eigen zeggen ook weleens blij verrast door moderne mogelijkheden in de zorg. “Vorig jaar was ik in het UMCU bij een KNO-arts voor een oorontsteking. In dat ziekenhuis hadden ze sinds vorig jaar een patiëntportaal waar lab-uitslagen direct voor patiënten beschikbaar zijn. Er werd bij mij ook een kweekje afgenomen van mijn oor, dus die uitslag stond binnen enkele dagen op mijn portaal. Twee dagen later werd ik door de KNO-arts gebeld. Ik zei tegen hem ‘goed nieuws hè?’, waar hij heel verbaasd op reageerde. Vervolgens kon ik hem uitleggen hoe en waar ik die uitslag zelf al terug had kunnen zien.
"Ik zet me graag in als eHealth-crash-test-dummy"
Er ging een wereld voor hem open. Een interessante implementatiestrategie van dossierinzage via de patiënt.”
Grolleman geeft zijn persoonlijke eHealth gebruik een 9. “Apps, wearables, sites, portalen, zorg op afstand: alles wat er op mijn pad komt probeer ik uit. Ik zet me graag in als eHealth-crash-test-dummy.”
Benieuwd wie er nog meer langs de eHealth meetlat zijn gelegd?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!