Zorginstellingen zetten eHealth in om de zorg veiliger, patiëntvriendelijker of efficiënter te maken. Maar hoe zorg je ervoor dat er niet juist fouten ontstaan door het gebruik van eHealth? Hoe kun je er als zorgverlener voor zorgen dat je veilig omgaat met eHealth? Daarop zal ik in deze blog antwoord geven, op basis van interviews die ik met experts op dit gebied heb gehouden.
Tip 1: Weet waarvoor je verantwoordelijk bent
Bij het gebruik van eHealth moeten taken en verantwoordelijkheden vaak anders worden ingericht dan in het reguliere zorgproces. Maar als zorgverlener blijf je de verantwoordelijke voor het zorgproces. Om het risico op incidenten te verkleinen is het belangrijk dat iedereen precies weet wat hij moet doen. Zorg dus voor goede afspraken over de rollen en verantwoordelijkheden met iedereen in het proces.
Tip 2: Weet hoe het werkt
Zorg dat je weet hoe het systeem werkt, hoe je moet omgaan met de technologie en wat je in welke situatie moet doen. Wees je ook bewust van wat de risico’s zijn als je het systeem niet goed gebruikt of als je je taak niet goed uit voert. Ga bij jezelf na: hoe ga ik dit aanpakken, wat komt er bij kijken, wat kan er fout gaan en hoe kan ik dat voorkomen?
Tip 3: Weet waar je terecht kunt met vragen
Het is goed mogelijk dat je tijdens het gebruik van eHealth vragen hebt of tegen problemen aanloopt. Zorg dat je weet waar je terecht kunt met deze vragen of problemen. Mogelijk zijn er super users aangewezen binnen je zorginstelling, die al meer ervaring hebben en je verder kunnen helpen. Klop aan bij de helpdesk van de leverancier bij technische problemen. En wissel praktijkervaringen uit met andere zorginstellingen.
Tip 4: Weet wat je moet doen als het niet werkt
Er wordt steeds meer op technologie vertrouwd, maar het kan voorkomen dat het systeem niet werkt of dat het netwerk eruit ligt. Zorg dat je weet wat je dan moet doen. Is er geen noodplan beschikbaar? Maak dan afspraken met alle betrokkenen, zodat er geen onveilige situaties kunnen ontstaan. Stel ook de patiënt op de hoogte van wat hij moet doen in zo’n situatie.
Tip 5: Weet waar je cliënt behoefte aan heeft en wat hij kan
De cliënt krijgt bij het gebruik van eHealth meer verantwoordelijkheid. Dat moet hij of zij wel aankunnen, evenals dat hij of zij met de technologie moet kunnen omgaan. Maak daarom per cliënt een inschatting van wat hij kan en waaraan hij behoefte heeft. Denk van tevoren na over hoe je bepaalt welke cliënt geschikt is voor eHealth, welke ‘eisen’ je daarvoor hebt. Kijk daarbij ook naar of de thuissituatie van de cliënt geschikt is voor de inzet van eHealth.
Tip 6: Zorg dat je cliënt weet wat hij moet doen en hoe het werkt
Cliënten zullen begeleiding en voorlichting nodig hebben om hun nieuwe taken goed te kunnen uitvoeren. Ze moeten goed op de hoogte zijn van wat ze moeten en mogen. Controleer daarom regelmatig of de cliënt het hele proces en alle informatie die hij of zij krijgt, begrijpt. Stem met andere betrokkenen in het proces af wie welke instructies geeft aan de cliënt. Maak eventueel een checklist om structuur aan te brengen in de training van de cliënt. Zorg ook dat je cliënten de informatie ergens kunnen nalezen en terugvinden, bijvoorbeeld met voorlichtingsmateriaal.
Tip 7: Blijf verbeteren
Vraag je tot slot continu af hoe je de inzet van eHealth kunt verbeteren. Waar zitten risico’s, hoe kunnen we die voorkomen? Je hebt als zorgverlener de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het product veilig is en veilig wordt ingezet. Heb daar dus ook altijd aandacht voor.
Meer tips en ervaringen zijn te vinden in de publicatie ‘Veilig omgaan met eHealth – dit zeggen de experts.’
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!