Naast nieuws over games en virtual reality komt Google tijdens de jaarlijkse I/O developer conference, waar het technologiebedrijf de nieuwste producten en software presenteert, ook met een update over Google Fit. Google Fit is het software-framework van Google waarmee je verschillende fitness-apps en -apparaten kunt aansluiten. Zo wordt het gemakkelijker om gegevens van verschillende bronnen op één plek te analyseren.
Op het podium vertellen twee - overigens behoorlijk afgetrainde - softwareontwikkelaars die aan Google Fit bouwen wat er veranderd is aan het platform en de API’s (application programming interface). Door verbeteringen in de sensortechnolgie en de software van Google Fit kunnen gezondheids- en fitnessapps nog meer doen met het framework.
Ook Android Wear, het wearable besturingssysteem van Google voor smartwatches zoals de LG G Watch, Samsung Gear Live en Moto 360, heeft een update gekregen. Nieuw in Android Wear 2.0 is dat apps kunnen checken of je loopt, rent of andere oefeningen doet. Zo kunnen bepaalde wearables die op Android draaien vanzelf tracken wanneer je met hardlopen begint, en herkennen ze oefeningen zoals gewichtheffen en het aantal push-ups dat je maakt. Het automatisch herkennen van bewegingspatronen heeft Fitbit bijvoorbeeld ook ingebouwd in zijn activity trackers. De sensoren worden steeds beter in het herleiden van sensordata naar specifieke workouts en oefeningen.
Wearable + fitness = gouden combinatie
Veel mensen houden gegevens over hun gezondheid bij op hun smartphone. Maar volgens de mensen van Google is fitness een fantastische use case voor wearables. Je hoeft je telefoon niet mee te nemen als je gaat sporten maar gebruikt een smartwatch die alles automatisch registreert. Waarom zou je klungelen met 'n smartphone in een hoesje om je arm wanneer je met een wearable directe, snelle acties kunt uitvoeren, zoals je muziek starten of je hartslag tonen?
Wearables worden uitgerust met steeds meer sensoren en functies
Google Fit vs. Apple Health
Aan Google Fit kun je verschillende fitness-apps en -apparaten aansluiten, waarmee het gemakkelijker wordt om gegevens van verschillende bronnen op één plek te analyseren. Apple heeft een vergelijkbaar framework met de Gezondheid (Health) app die op iOS-smartphones staat.
Groot verschil: Google richt zich met het Fit platform expliciet op fitness en activity tracking, niet op medische diagnoses of monitoring. Net als bij introductie van Fit in 2014 maakte Google, anders dan concurrenten Apple en Samsung, tijdens de I/O conference opnieuw geen melding van gezondheid(szorg).
Met het Google Fit platform wordt het mogelijk om data uit apps, wearables en telefoon op te slaan, te delen en te combineren. Dat kan data zijn zoals voeding (calorieën, macronutriënten in voeding, vochtinname), gewicht (BMI, vetpercentage, en sinds kort ook hartslag), beweging (stappen, afstand, welke sport je beoefent) en slaap (lichte of diepe slaap). De gegevens van die hartslagmonitors, stappentellers en andere sensoren worden tot nu toe vaak opgeslagen in individuele apps. Google wil de gebruiker een geïntegreerd beeld kunnen aanbieden, en daarmee softwaremakers ook helpen om betere, relevantere en meer motiverende apps te ontwikkelen. Als de gebruiker zijn gegevens ter beschikking stelt natuurlijk.
De twee afgetrainde Google-mannen werpen ook nog een blik in de nabije toekomst: dit jaar wil Google in real time fitness tracking stappen, om mensen vaker en op maat gemaakte suggesties te kunnen geven om hun fitness doelen te behalen (of bewaken). Met een serie API’s wil Google het voor app-ontwikkelaars makkelijker maken om gebruikers te coachen en te motiveren. Stel, ik geef in MyFitnessPal aan dat ik pizza heb gegeten – dan kan het zijn dat ik een melding krijg om de volgende dag een extra rondje (1221 calorieën) te gaan hardlopen. Of een herinnering om een proteïnerijke maaltijd of water te drinken na een workout. Fitness- en sportapps die nog slimmer gaan samenwerken met minder gedoe voor de gebruiker, dat is het idee.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!