Beschadigd kraakbeen kan maar beperkt worden hersteld. Dat is althans de heersende gedachte. Orthopedisch chirurg Peter van Roermund, sinds 2014 met pensioen, denkt daar echter anders over. Met zijn jarenlange expertise zet hij zich in om een alternatieve behandeling voor ernstige knieartrose bij relatief jonge mensen in de basisverzekering te krijgen: kniedistractie. Als winnaar van de Sammie Award voor de meest innovatieve arts, spreken wij hem over dit onderwerp.
Wat is kniedistractie precies?
Distractie betekent dat je ruimte creëert tussen de gewrichtsvlakken, in dit geval in de knie. Het is een behandelmethode voor relatief jonge mensen met knieartrose, die door kraakbeenslijtage veel pijn hebben. Onder narcose wordt een speciaal frame, de KneeReviver® rondom de knie geplaatst. De chirurg doet dit in een korte chirurgische procedure waarbij de KneeReviver® met pennen in het onder- en bovenbeen wordt vastgezet aan het been rondom de knie. Hiermee kan het gewricht 5 mm uit elkaar worden getrokken voor een periode van 6 weken, daarna worden de pennen en KneeReviver® weer verwijderd. Dit heeft als effect dat het kraakbeen herstelt en dat zorgt bij de meeste mensen voor een duidelijke vermindering van de pijn en verbetering van het staan en lopen.
Op dit moment is de reguliere behandeling voor mensen met ernstige knieartrose een prothese. Welke nadelen kleven hieraan?
Bij een knieprothese wordt de knie deels of helemaal vervangen door metaal en plastic. Voor veel mensen is dit een geschikte oplossing. Maar voor relatief jonge mensen met artrose geldt dat zij nog veel bewegen met zo’n knieprothese. Daardoor gaat de prothese minder lang mee door loslating of infectie dan bij iemand van boven de 65 jaar, die een stuk minder actief is. Bij de jonge doelgroep is vaker een tweede knieprothese nodig tijdens hun leven. De resultaten van zo’n zogenaamde revisieprothese zijn veel minder goed omdat de knie al eens onder het mes is geweest. De kwaliteit van het bot, spieren en de huid is achteruitgegaan waardoor het risico op opnieuw een loslating en infectie toeneemt en daarnaast is de revisieprothese groter van formaat. De resultaten van een revisieprothese zijn dan ook minder goed en mensen houden vaak nog pijn- en beweegklachten. Het heeft dus zin om een knieprothese uit te stellen tot een latere leeftijd; dat verlaagt het risico op falen van de prothese enorm. De kosten van revisieprotheses zijn hoog, afgezien nog van bijkomende kosten door bijvoorbeeld ziekteverzuim die een pijnlijke knieartrose met zich meebrengt. Deze kosten zullen in de toekomst alleen maar verder oplopen door de zichtbare toename van de patiënten met knieartrose, onder andere door de vergrijzing.
Hoe bent u in aanraking gekomen met kniedistractie?
Dit begon in de jaren tachtig, toen ik in opleiding ging voor orthopedisch chirurg. In die periode kwamen beenverlengingen in zwang, maar daarbij waren nog vaak complicaties. We hoorden destijds echter dat een orthopedisch chirurg in Rusland, genaamd Ilizarov, na de tweede wereldoorlog een spectaculaire methode had ontwikkeld waarbij hij door middel van een ringfixateur, ringen die aan pennen door het bot werden gefixeerd, botbreuken of andere botproblemen kon herstellen. Hij ontdekte dat weefsel kan groeien wanneer je het heel langzaam uit elkaar trekt. Ditzelfde principe gebruiken plastisch chirurgen bijvoorbeeld door de huid op te rekken door langzaam opblazen van een ballonnetje onder de huid. Ik ben me verder in deze distractiemethode gaan verdiepen en ben in 1994 ook op dit onderwerp gepromoveerd. In 2002 heb ik voor het eerst zelf een kniedistractie uitgevoerd bij een 54-jarige wijnbouwer in Nederland die uiteindelijk 16 jaar zijn eigen knie heeft kunnen behouden en kon doorwerken tot aan zijn pensioen.
Welk bewijs is er nu al voor regeneratie van kraakbeen door distractie?
In Utrecht zijn we in de jaren negentig een internationale studie gestart naar distractie in de enkel. Eerst bij honden en later bij mensen. Die resultaten waren positief. Mensen hadden minder pijn na de enkeldistractie, konden weer langer lopen en hadden daarmee een betere kwaliteit van leven. Het gaf hun de mogelijkheid een enkelprothese uit te stellen. Diezelfde resultaten zagen we later bij patiënten na een kniedistractie. In totaal hebben nu meer dan 250 patiënten in Nederland een KneeReviver® behandeling ondergaan. Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van kniedistractie op pijn en mobiliteit, ook zijn er cellen uit gewrichtsvloeistof onderzocht na distractie. Daaruit blijkt dat het proces van afbraak van kraakbeencellen stopt, en het proces van aanmaak van cellen doorgaat. Het regeneratieproces wint het dus uiteindelijk. In samenwerking met 5 Nederlandse ziekenhuizen waaronder het MUMC+ en MRI-experts in Wenen is aangetoond dat na kniedistractie bij mensen nieuw kraakbeen wordt gevormd in de gewrichtsspleet. Dit is te zien op MRI’s en blijkt ook uit biopten die na een distractie zijn afgenomen. Bovendien verbetert de kwaliteit van het bot onder het kraakbeen.
Welk onderzoek loopt er momenteel naar kniedistractie?
Momenteel loopt er in het UMC Utrecht een onderzoek naar kniedistractie, genaamd GODiVA. Deze wordt gedaan met subsidie van het Zorginstituut Nederland. In deze studie worden in totaal bij 1200 mensen met ernstige knieartrose onder de 66 jaar de resultaten vergeleken van behandeling met een kniedistractie en een knieprothese. Bij kniedistractie krijg je zes weken een frame rond je knie. Loting bepaalt welke behandeling je krijgt. De behandeling wordt behalve in Utrecht nu ook uitgevoerd in ziekenhuizen in Maastricht, Enschede, Hoorn, Purmerend, Lelystad, Harderwijk en Zoetermeer. Andere ziekenhuizen sluiten binnenkort aan. Het onderzoek is vorig jaar gestart en zit nog in de beginfase, tot nu toe doen er 45 mensen mee. Er wordt dus nog gezocht naar deelnemers.
Kleven er ook nadelen aan kniedistractie?
Je moet in ieder geval bereid zijn zes weken een uitwendig frame te dragen dat je beperkt in je beweging. Ook moet je je kleding erop aanpassen. Daarnaast geven de pennen van het frame een risico op infectie. Dit lag destijds met zo’n 65% kans op infectie behoorlijk hoog. Met een jodiumhoudende zalf die we nu gebruiken in combinatie met goede verzorgingsinstructies, verlagen we dit naar zo’n 35%. Een eventuele infectie is goed te behandelen met een standaard antibioticakuur. Het is dan ook geen reden om te stoppen met de behandeling.
Hoe hoopt u dat de kniedistractie zich als behandeling gaat ontwikkelen de komende jaren?
Ik hoop ten eerste dat er meer aandacht komt voor de GODiVA-studie. Dat meer patiënten met knieartrose op de hoogte zijn van het bestaan van kniedistractie, maar ook dat meer huisartsen en fysiotherapeuten deze behandeling kennen. Ik hoop dat met deze studie de effectiviteit wordt bewezen en dit zal leiden tot een vergoeding van kniedistractie vanuit de basisverzekering, zodat veel jonge mensen in de toekomst voor deze methode kunnen kiezen. Niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen.
Welke mogelijkheden ziet u in de toekomst nog ontstaan op basis van wat nu bekend is over kniedistractie en kraakbeenregeneratie?
Distractie is niet alleen mogelijk in enkel en knie, maar kan ook worden toegepast bij slijtage van kraakbeen in andere gewrichten, zoals de duim of grote teen. Daarnaast vind ik verder onderzoek naar het proces van regeneratie interessant; hoe kan het dat het afbraakproces van de artrose stopt en een herstelproces het overneemt terwijl artrose altijd als een niet te stoppen aandoening wordt gezien? Meer kennis van dit proces zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe behandelingen en medicatie.
Meer lezen over kniedistractie?
GODIVA-studie
Wetenschappelijke artikelen
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!