Hoe thuiszorgorganisatie i-mens vernieuwing omarmt
Hoe geef je ‘innovatie’ vorm, in een grote nieuwe organisatie in volle transitie? In gesprek met Dorien Vandormael van i-mens.
Hoe geef je ‘innovatie’ vorm, in een grote nieuwe organisatie in volle transitie? In gesprek met Dorien Vandormael van i-mens.
Vorig jaar zijn de vzw’s Solidariteit voor het Gezin en Thuishulp samen met de partners in de thuisverpleging gefuseerd tot de nieuwe zorgorganisatie i-mens. Voor onze nieuwe reeks The innovator’s dilemma - in samenwerking met in4care - spraken we met Dorien Vandormael, strategisch manager innovatie bij i-mens.
Gezinszorg, thuisverpleging, kraamzorg, poetshulp, kinderopvang en opvoedingsondersteuning. Het zijn voorbeelden van de vele vormen van zorg die i-mens in Vlaanderen en Brussel biedt. Met 12.000 medewerkers en zo’n 100.000 klanten is i-mens inmiddels één van de grootste zorgorganisaties in België. Vanaf eind dit jaar is de transitie afgerond en zijn de verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) samengevoegd. Het doorbreekt zo het verzuilde landschap binnen de thuiszorg.
"Door samen te gaan en samen te werken, kan i-mens een compleet zorgaanbod in Vlaanderen aanbieden. De fusie is ook een antwoord van de organisaties op uitdagingen, zoals schaarste aan personeel en het creëert meer ruimte voor innovatie”, zegt Dorien Vandormael, strategisch manager innovatie bij i-mens.
Dorien Vandormael startte haar carrière als sociaal werker. Voor ze bij i-mens aan de slag ging, was ze beleidsmedewerker bij Steunpunt Mantelzorg, waar ze ook aan innovatieprojecten werkte. Als strategisch manager innovatie binnen i-mens combineert ze een leidinggevende positie met de kracht om zich goed in te leven in de situatie van anderen, zoals kwetsbare groepen in de samenleving.
Hoe geef je ‘innovatie’ vorm, in een grote nieuwe organisatie in volle transitie? Vandormael: “Innovatie gaat bij ons om systeemverandering. Technologie komt in negentig procent van de gevallen aan bod, maar het is slechts een middel. Ons hoofddoel blijft om mensen langer, op een kwalitatieve manier, thuis te laten wonen. In onze projecten experimenteren we hoe dat kan op een nieuwe manier die toekomstproof is.”
“Vaak is er beleidsverandering nodig om dat structureel te verankeren. Dankzij innovatie willen we onze organisatie klaarmaken voor de toekomst. Hierbij bewaken we steeds de kwaliteit voor onze klanten en medewerkers. We willen echter meer doen dan experimenteren. Om echt te komen tot systeemverandering moet je namelijk het beleid en interne cultuurverandering bewerkstelligen.”
De inspiratie voor een nieuw innovatieproject ligt niet altijd hapklaar op het bureau van Vandormael. “Innovatie is meer dan ‘paradeprojecten’, maar vraagt om cultuurverandering en beleidsvernieuwing. We starten altijd vanuit een probleem. Daarom is het belangrijk om goed te weten wat er leeft in de buik van de organisatie, zowel bij klanten als bij medewerkers. Die informatie komt tot bij ons op verschillende manieren, zoals bevragingen, concrete cases of klanten en medewerkers waar ik direct contact mee heb. Nadat de i-mens transitie is afgerond willen we aan de slag met intrapreneurship - dat zijn interne ondernemers - en meeloopstages op het terrein of andere vormen om medewerkers heel lokaal te betrekken. Onze bijna 12.000 basismedewerkers binnen de organisatie, dat zijn onze voelsprieten.”
Klantencontact is ook een belangrijke bron voor vernieuwing en innovatie. “Ik luister naar wat bijvoorbeeld ouderen in de thuiszorg te melden hebben over de dienstverlening van i-mens. Daar haal ik veel input uit. Of ik loop bijvoorbeeld mee met een verpleegkundige of een maatschappelijk werker. Inmiddels beginnen veel mensen me te kennen. Diep van binnen ben ik nog steeds een sociaal werker”, zegt Vandormael lachend.
Vandormael: “Als grote organisatie heb je de luxe om je eigen agenda te bepalen. We zetten eerst onze strategische lijnen uit en bepalen dan welke projecten hierin nodig zijn. Wanneer het kan, nemen we deel aan projectoproepen. Wanneer dat niet kan, doen we dit op eigen middelen. Vroeger sprongen we op iedere trein die voorbijreed. Nu kiezen we heel goed welke trein ons naar de juiste bestemming brengt.”
Er wordt ook buiten i-mens inspiratie opgedaan. In Vlaanderen en Brussel bestaan veel lokale projecten, die door besturen en organisaties zijn opgezet. Daarnaast initieert de Vlaamse overheid speciale projectoproepen, waarbij een financiële impuls wordt gegeven aan buurtprojecten die de gezondheid bevorderen. Bijvoorbeeld vanuit de Koning Boudewijn Stichting. Ook ‘Zorgzame Buurten’ is een goed voorbeeld. Het is een project waar i-mens aan deelneemt.
De coronacrisis leidde tot een versnelling in de digitaliseringsagenda van i-mens. De inzet van beeldbellen werd niet alleen in woonzorgcentra maar ook bij mensen thuis geïntroduceerd. “Tijdens de coronacrisis zaten veel ouderen geïsoleerd thuis. We zijn smartphones en tablets gaan brengen in woonzorgcentra, zodat ze toch contact met de buitenwereld hielden. Ook in de thuiszorg hebben we snel beeldbellen kunnen introduceren. Beeldbellen biedt voordelen voor de klant, de zorgverlener en de organisatie. De klant heeft extra sociaal contact, een luisterend oor en kan bellen met het eigen netwerk. De zorgverlener en familie zijn gerust dat er op de dagen zonder reguliere zorg ook een contact is. En wij kunnen door beeldbellen sterker preventief gaan werken en een vollediger beeld krijgen van de zorgsituatie.”
Ook moet i-mens veel oog hebben voor de digitale kloof die steeds groter lijkt te worden. 40% van de Belgen heeft zwakke digitale vaardigheden en dat aantal digibeten stijgt naarmate het inkomen daalt. “Ik vind het onze taak om als sociale zorgorganisatie iedereen mee te krijgen. Bij beeldbellen kiezen we voor een ‘warme’ installatie. Dit betekent dat iemand thuis langskomt en uitlegt wat nodig is en wat een klant moet doen om te kunnen beeldbellen. Een van onze medewerkers gaat samen met de klant testen en de vaardigheden oefenen. Een tablet verzenden met de post werkt niet. Dus we sturen een persoon aan huis en betrekken de familie en de lokale verzorging. Dus dat er altijd een aanspreekpunt is en dat wij hoe dan ook te horen krijgen wanneer het niet lukt. Zorg aan huis is onze kracht.”
Na de fusie is i-mens één van de grootste zorgorganisaties in België. Maar de zorgaanbieder werkt niet in isolement aan nieuwe zorgtoepassingen, zegt Vandormael. Neem de inzet van een medicijndispenser bij patiënten thuis, die automatisch de juiste medicatie uitgeeft en voorkomt dat de verpleegkundige wekelijks de bakjes van patiënten moet aanvullen.
“We hebben verpleegkundigen op zondagavond bij de klant thuis zitten. Die moeten de medicijnbakjes vullen voor de aankomende week. Dat kost tijd en geld. Met een medicijndispenser en voorverpakte zakjes krijgt de patiënt iedere dag de juiste dosis. We zien nu ook wanneer iemand zijn medicatie niet inneemt en kunnen daarover op afstand communiceren. Maar het probleem is dat er geen financiering is voor de medicijndispenser. Daarover gaan we in gesprek met de apotheken – die de aangepaste medicijnen leveren – en de ziekenfondsen. Ik vind het belangrijk om uit te zoeken hoe we dit beleidsmatig kunnen uitvoeren, in overleg met de apothekers en andere betrokkenen.”
Ze beaamt dat i-mens als grotere organisatie ook invloed heeft in het zorglandschap. Als strategisch manager innovatie hoopt ze dat het politieke systeem innovaties ook structureel wil verankeren in financiering en beleid.
“Een belangrijk deel van onze projectcyclus is de stap naar het beleid. Per thema leggen we dossiers op tafel met casussen en mogelijke oplossingen. Onze vaststellingen met betrekking tot de medicijndispenser communiceerden we bijvoorbeeld al aan het kabinet volksgezondheid. Het is belangrijk om te duiden wat de wetgeving in de praktijk inhoudt en of we voorstellen kunnen doen om het te verbeteren. Het is aan mij om die met proefprojecten voor te bereiden. We doen dat ook met beeldbellen in de reguliere gezinszorg. Het werpt zijn vruchten af. Vanaf het begin is de minister op de hoogte geweest van het project. We begonnen met het experimenteren op kleine schaal en hebben de meerwaarde aangetoond. De minister is meegenomen in de uitwerking en we hebben gevraagd of we dit niet als sector samen mochten opzetten. Het begon dus als een eigen project, maar door de juiste groepen te benaderen hopen we anderen in ons verhaal mee te krijgen.”
The innovator’s dilemma: praktijkverhalen van Belgische zorginnovatoren
Een nieuwe serie van Smarthealth & in4care, waarin de praktijkverhalen van Belgische zorginnovatoren centraal staan. We interviewen Belgische zorg-innovatie-helden die hun verhaal vertellen over de realisaties en successen, maar ook over de moeilijkheden, hindernissen en mislukkingen. Want juist door deze dilemma’s en successen te delen, komen we gezamenlijk verder.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!