Digitale technologie speelt op veel manieren een hoofdrol sinds het coronavirus onze wereld voorgoed veranderde. Internet, smartphones en apps vervangen fysieke ontmoetingen, in het onderwijs, in de zorg en in de eigen kring van familie en vrienden. Wetenschappers delen kennis, data en algoritmen om meer zicht te krijgen op de verspreiding het virus en mogelijke tegenmaatregelen. In het Verre Oosten, waar het virus voor het eerst opdook, werd naast een strenge lock-down ook al snel gebruik gemaakt van corona smartphone apps, waarmee overheden zicht kregen op het bewegingsgedrag van burgers, en dus ook hun onderlinge contacten. Op veel plaatsen in Europa wordt door ondernemers en universiteiten gewerkt aan vergelijkbare apps. De techniek lijkt het probleem niet, maar bij een landelijke of Europese introductie van zo'n corona tracker app spelen praktische, juridische en privacy overwegingen een grote rol.
De corona-tracker apps die in China, India en Singapore in gebruik zijn, zijn nogal verschillend van opzet. The TraceTogether app die door de overheid in Singapore is ontwikkeld, maakt gebruik van Bluetooth. Wanneer je in de buurt komt van een andere gebruiker van de app, dan wordt die ontmoeting op je telefoon opgeslagen.
Bij een positieve corona-test kan de overheid via een PIN-code aan de betreffende persoon vragen om al zijn ontmoetingsdata te downloaden, zodat die kunnen worden gewaarschuwd via dezelfde app. De regering van Singapore gaat zijn tracker-technologie als open source project aan andere landen aanbieden.
China: zonder app geen toegang tot openbare gelegenheden
De Chinese corona-app gaat veel verder. De overheid gebruikte de alom tegenwoordige AliBaba betaalapp als distributiemiddel voor de nieuwe corona-tracker, die onder de naam AliPay Health Code al op 11 februari werd geïntroduceerd in de provincie Zhejiang en al snel tientallen miljoenen gebruikers had.
Niet zo vreemd, want het QR-code stoplicht met drie kleuren (groen, oranje, rood) in de app was praktisch onmisbaar om je vrij te kunnen bewegen, bijvoorbeeld om naar winkels te gaan. Je kleurencode is afhankelijk van de gegevens die je zelf invoert, maar tegelijk ook van een grote hoeveelheid data die de overheid bijhoudt. Dat kan bijvoorbeeld locatiedata over waar je geweest bent, of gezichtsherkenning door camera’s zijn. Wanneer je volgens de overheid een hoge verdenking van besmetting hebt, wordt het app-stoplicht rood en moet je in zelf-isolatie. En voordat Chinese burgers een markt mogen betreden, wordt de status van de AliPay Health Code app gecheckt.
De Chinese overheid beschikt door de locatiegegevens die de app vastlegt over een schat aan aanvullende data over het gedrag van zijn burgers. De New York Times onthulde in een reportage dat de app een functie “reportInfoAndLocationToPolice” bevat, die informatie over de burger naar de lokale politie verstuurt, zodat die kan optreden bij schendingen van zelf-quarantaine.
In China hebben ze andere ideeën over democratie en privacy dan in Europese landen. Maar onderzoekers en epidemiologen geven aan dat een dergelijke digitale aanpak - los van de politieke en privacy aspecten - veel nuttige inzichten kan opleveren in de bestrijding van het coronavirus.
Europa: AVG moet uitgangspunt zijn
De initiatieven die in Europese landen worden voorbereid hebben gemeen dat ze vrijwel allemaal de Europese privacy-wetgeving die in de AVG is vastgelegd als uitgangspunt nemen. Tegelijk is duidelijk dat overheden in tijd van crisis misschien wel tijdelijk ruimere bevoegdheden moeten krijgen om het coronavirus met digitale hulp onder controle te krijgen.
Telecom-aanbieders en vergaarders van data voor adverteerders beschikken bijvoorbeeld ook zonder een speciale app over uiterst gedetailleerde real-time informatie over de gebruiker van een smartphone (vaak zonder diens medeweten). De Wall Street Journal meldde dat onderzoekers van de Amerikaanse Centers of Disease Control dergelijke gegevens nu al gebruiken om beter zicht te krijgen op de naleving van de lock-down. Lokale autoriteiten zouden kunnen optreden bij samenscholing.
AP: wettelijke regeling is nodig
In ons land liet de Autoriteit Persoongegevens (AP) als schot voor de boeg deze week weten dat het gebruik van locatiegegevens, om de overheid te helpen in de strijd tegen het coronavirus, alleen maar mag als daar een wettelijke regeling voor bestaat. Dat AP reageert daarmee op ideeën om locatiegegevens van burgers in te zetten om verspreiding van het virus te remmen.
“We zien in andere landen systemen waarbij de overheid locatiegegevens van telecombedrijven gebruikt tegen verspreiding van het coronavirus”, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen. “Ook in Nederland worden dit soort ideeën geopperd. Maar dit kan niet zomaar. Wij hebben gekeken hoe dit eventueel kan, mocht de Nederlandse overheid dit willen."
De AP is erop uitgekomen dat een wettelijke regeling het enige antwoord is. Dat kan met een spoedwet, maar moet wel grondig. De democratische controle van het parlement is hier zeer belangrijk, zegt de AP.
Een app voor de Belgische overheid?
Toch is het gebruik van locatiegegevens een veelbelovende aanpak voor een corona-tracker app, zeggen onderzoekers van de Universiteit Leuven. Arts en infectieziekten-specialist Joren Raymenants en data scientist Klaas Nelissen werken, ondermeer met het Nederlandse bedrijf everywhereIM, aan een tracker-app waarvan ze hopen dat die op korte termijn landelijk zal worden gebruikt door de Belgische overheid. “De aanpak waarmee je met BlueTooth registreert of gebruikers van de app bij elkaar in de buurt zijn geweest klinkt elegant, maar heeft als belangrijke beperking dat een hoog percentage van de bevolking in het systeem dient te stappen", zeggen de onderzoekers, die ook contact hebben met het Nederlandse RIVM.
Raymenants: "Als je enkel Bluetooth gebruikt, mis je een groot aantal mensen, zoals woonzorgcentra met senioren, kinderen en jongeren. Die groepen hebben geen smartphone. Bovendien heb je met enkel Bluetooth ook een hogere penetratiegraad nodig dan met locatiegegevens."
Voorwaarden
De Belgen benadrukken dat - naast de zorg voor privacy - aan een aantal belangrijke voorwaarden moet worden voldaan om een corona-tracker een effectief instrument voor het tegengaan van verspreiding te maken. Burgers moeten vertrouwen hebben in het systeem: overheden kunnen zo’n app maar één keer goed introduceren en moeten er volledig achter staan. Alleen dan zal zo’n app voldoende worden gebruikt om werkelijk nuttig te zijn.
Daarnaast is het cruciaal dat er voldoende tests beschikbaar zijn, om verdenking van corona snel te kunnen vaststellen of een persoon met symptomen besmet is, en daarna vervolgens snel de contacten van die app-gebruiker op de aanwezigheid het virus te kunnen testen. Bovendien, zeggen ze, kun je niet alleen op digitale technologie vertrouwen. Je zult, bijvoorbeeld via de contact-tracers die nu al bij de GGD's werken, actief moeten navragen waar een gebruiker is geweest en hoe de contacten die digitaal zijn vastgelegd zijn verlopen.
Raymenants en Nelissen geloven, net als hun collega’s van het Duitse Heinrich Hertz Instituut die aan een Duitse app werken, dat een corona-tracker app binnen het raamwerk van bestaande Europese privacy-wetgeving kan worden ontwikkeld. Tegelijk is er de nodige kritiek. De krant De Morgen schrijft vandaag bijvoorbeeld over een open brief van Vlaamse wetenschappers die waarschuwen voor traceer-apps. Zij vrezen de risico's van dergelijke apps worden onderschat. Raymenants wijst op twee bijkomende factoren. "Wat niet helpt is dat het optimistische tech-ondernemers zijn die als eerste lieten weten wel even snel zo'n app te kunnen maken. Ook het feit dat de tracking technologie in het Verre Oosten zo intensief is ingezet, speelt een rol."
RIVM: voorlopig nog geen track-and-trace app
De Volkskrant schreef afgelopen week over Nederlandse app-makers en de diverse initiatieven die inmiddels bij het ministerie van Volksgezondheid zijn aangeboden. De krant meldt dat het ministerie in een schriftelijke reactie liet weten dat het RIVM heeft besloten om voorshands geen gebruik te willen maken van deze track- en trace-oplossingen: “Voor een succesvolle toepassing van dergelijke systemen is een voorwaarde dat op grote schaal wordt getest. In de huidige testsituatie wordt de grootschalige (landelijke) invoering dan ook niet proportioneel geacht.”
Het ministerie wijst, zo zegt de krant, ook op bestaande initiatieven waarbij op lokaal en regionaal niveau de ontwikkeling van het virus wordt gemonitord. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het OLVG en het UMC Utrecht, die samen met softwarebedrijf Luscii app aanbieden waarmee gebruikers op symptomen van het coronavirus kunnen checken.
Update 10 april: afgelopen week lieten het RIVM en VWS weten dat men naast de inzet van de OLVG-app toch ook het het gebruik van een locatie-tracker overweegt. Er is echter nog geen keuze gemaakt voor de technologie.
Gebruikers van de OLVG Corona check app vullen dagelijks een aantal gezondheidsgegevens in, en een helpdesk met zorgverleners kijkt mee en geeft advies. Op die manier wordt indirect ook data over verloop van de ziekte verzameld, zeker wanneer deze aanpak landelijk zou worden opgeschaald. De Luscii app geeft echter (nog) niet de fijnmazige locatie en contactinformatie waarmee virus-onderzoekers nog veel meer data tot hun beschikking krijgen voor wetenschappelijk onderzoek en preventie. Dat de Nederlandse overheid, net als in China, via zo’n app actief overtreders van zelf-quarantaine zou willen opsporen, is hier helemaal niet aan de orde.
Balanceren tussen preventie en privacy
Voor epidemiologen, onderzoekers van infectieziekten en gezondheidseconomen staat het als een paal boven water dat de smartphone als databron voor locatie, beweging en ontmoetingen tussen personen een compleet nieuwe dimensie kan geven aan betere inzichten in het verloop van infectieziekten en een effectievere bestrijding ervan.
Aan de technologie zal het niet liggen, die is in de afgelopen jaren mede door advertentieverkopers als Facebook, Alibaba en Google geperfectioneerd. De uitdaging, zo zeggen privacy-voorvechters, zal het erin zitten om een verantwoorde balans tussen het collectieve goed en de rechten van het individu te vinden. En tegelijk op te passen dat we geen stappen zetten die in rustiger tijden niet zo eenvoudig terug te draaien zijn.
1. Wat mij betreft de interessantste studie over de verspreiding van het Corona-virus tot nog toe. Zij laat zien hoe het reproductiegetal is opgebouwd uit verschillende groepen besmette personen en hoezeer GPS-track-en-trace kan bijdragen. https://t.co/gmQWKkcI5Z pic.twitter.com/AAJYjsIsuQ
— Xander Koolman (@XanderKoolman) March 31, 2020
Als ik de parameters uit het in de tweet aangehaalde artikel er bij pak en ik er van uit ga dat als je binnen twee meter van iemand ben geweest, je een kans heb van 1 op de 25 om daadwerkelijk besmet te raken, dan moeten er met de door hun voorgestelde app per positieve test ongeveer 3000 mensen in quarantaine waarvan er maar een 10-20 tal daadwerkelijk besmet zijn. Het aantal positieve tests ligt momenteel per dag rond de 1000, dus je hebt het al snel over miljoenen mensen in quarantaine.
Als de app een onnauwkeurigheid in de locatiebepaling heeft van 4 meter (wat al een kleine foutmarge is, doorgaans is 'ie veel groter), dan moeten er per 'besmettingsgeneratie' 25 keer zo veel mensen in quarantaine. Dan gaat het aantal mensen dat in quarantaine moet per positief geteste persoon richting de 80.000. In dat geval zou bij 250 positieve tests heel Nederland in quarantaine moeten. Wat de huidige situatie is, zonder dat we een contact tracing app nodig hadden om dat te bedenken.
Je zou dit kunnen voorkomen door eerst te testen en alleen de daadwerkelijk besmette mensen in quarantaine te plaatsen. Maar daarover zeggen de auteurs zelf: "Delays in these interventions make them ineffective at controlling the epidemic (Fig. 3): traditional manual contact tracing procedures are not fast enough for SARS-CoV-2." In Jip en Janneke taal: je blijft dan altijd achter de feiten aan lopen, los nog van het feit dat we daar onvoldoende testcapaciteit voor hebben.
Conclusie: contact tracing werkt niet.
Je hebt helemaal gelijk ! Het werkt voor geen meter.
Kan dus al niet in Nederland, want hier wordt niemand getest. In zuid Korea is iedereen getest. Dus geen hond weet hier of je corona hebt, of wie dan ook al antistoffen heeft gevormd.
En er zijn massa's mensen die immuun medicatie slikken zoals alle crohn (ziekte van crohn) medicijnen , en ook prednison. Dagelijks aspirine of ibuprofen verlagen ook de lichaamstemp.
Het gaat erom of we de economie weer (gedeeltelijk) kunnen unlocken mbv een app. De 3.000 mensen waar mee in contact wordt gekomen is geen realistisch uitgangspunt in Nederland momenteel. Dat is een stuk minder. Daarnaast zijn het aantal mensen dat medicijnen gebruiken nog altijd een minderheid waardoor het overgrote deel wel betrouwbaarder is en kun je gebruik van medicijnen ook als voorwaarde invoeren in de app. Aangenomen kan worden dat deze crisis nog gaat duren tot er een (wereldwijd) vaccin is. Is er alternatief beter alternatief?
Het gaat erom of we de economie weer (gedeeltelijk) kunnen unlocken mbv een app. De 3.000 mensen waarmee in contact wordt gekomen is geen realistisch uitgangspunt in Nederland momenteel. Het is een fractie daarvan. Daarnaast zijn het aantal mensen dat medicijnen gebruiken nog altijd een minderheid waardoor het overgrote deel wel betrouwbaarder is en kun je gebruik van medicijnen ook als voorwaarde invoeren in de app. Aangenomen kan worden dat deze crisis nog gaat duren tot er een (wereldwijd) vaccin is. Is er een beter alternatief?
Het virus verspreidt zich via mensen en dus via sociale structuren. In die structuren kan je contacten identificeren waarlangs het virus zich makkelijk kan verspreiden en contacten die veel minder impact hebben. Vaak (maar niet altijd) is de regel: als het je lukt om het fysieke contact tussen sleutelgroepen met 50% te verminderen dooft het virus uit. Als je die structuren goed in kaart brengt, kan je bijvoorbeeld kijken wat het uitmaakt als je de tijden van universiteiten en hogescholen verschuift zodat de studenten niet met de andere forensen in het OV zitten. Dat principe heet 'social contouring' Een van de winnaars van de Zwitserse hackcovid hackathon is een project om zulke sociale structuren op te nemen in de epidemiologische modellen. Citizen-science apps die helpen om zulke structuren in kaart te brengen, vormen een essentiële bijdrage aan zulke modellen.