Dat ziekenhuizen en huisartsen nog volop met faxen, post-enveloppen, USB-sticks en CD-ROM’s werken om onderling gegevens van patiënten uit te wisselen kan voor niemand een verrassing zijn. Dat de ministers van VWS al sinds het kabinet Balkenende (2002-2010) keihard roepen dat zoiets niet meer kan (“in deze tijd van internet en computers”) zal evenmin een verrassing zijn. Het is alleen nog niet erg gelukt met die ambities om veilig, snel en gemakkelijk zorggegevens uit te wisselen tussen professionals onderling en met burgers.
Het is dan ook een taai probleem. Of zoals Erik Gerritsen, de hoogste ambtenaar van VWS zou zeggen: een ongetemd probleem. Hij probeert dat probleem samen met zijn medewerkers al sinds 2014 op te lossen, met een waaier van initiatieven in alle zorgsectoren. Het über-initiatief is het zogeheten Informatieberaad: een formele praatclub van zorgbestuurders die het ook heel erg vinden dat het digitaal niet lekker loopt in de zorg.
SG Erik Gerritsen: weinig geloof in wettelijke dwang
De filosofie van het Informatieberaad is dat alle partijen er samen moeten uitkomen. “De neiging om alles bij VWS te leggen kan egostrelend zijn, maar het werkt eenvoudigweg niet zo”, zei Erik Gerritsen begin vorig jaar in een interview. “Het is een nostalgisch verlangen naar het idee dat het beter gaat wanneer je iemand de baas maakt. Maar we zitten in een situatie dat niemand de baas is en ook niet zal worden.”
Outcome-doelen bekeken
Deze week werd een rapport openbaar gemaakt waarin de hofconsultants van KPMG op verzoek van het ministerie bekeken wat de samenhang is van alle programma’s en projecten die een directe, dan wel indirecte relatie hebben met de doelstellingen van het Informatieberaad. Korte samenvatting van het rapport: die samenhang is er niet.
Nog wat kernpunten: een masterplan voor alle initiatieven ontbreekt, er is geen eigenaarschap, de rollen van alle partijen zijn niet duidelijk, de doelen zijn ruim geformuleerd en voor meerdere interpretaties vatbaar, er wordt niet gekozen voor een infrastructuur, standaarden die Nictiz op de plank heeft liggen worden niet gebruikt en zorginstellingen worden door “te grote” en “te machtige” softwareleveranciers in het pak genaaid. In een film van de gebroeders Coen zouden ze zoiets samenvatten als een clusterfuck.
"Te grote en te machtige software-leveranciers"
Dat KPMG rapport circuleert al een poosje in Den Haag. Het is vòòr de zomer gemaakt, en in juni gedeeld met de leden van het Informatieberaad. Die mochten een eigen reactie schrijven op het rapport, VWS zou zelf een reactie schrijven.
In hun reactie zeggen de leden van het Informatieberaad (zeg maar de medische koepels en de verzekeraars) dat ze het geschetste beeld van het rapport “herkennen”, maar dat het rapport in ieder geval aantoont “dat er samenhang is tussen de lopende programma’s”.
Dat is net zoiets als wanneer het stadsbestuur van Genua, na een vernietigend rapport over de bouwkundige gebreken van de ingestorte Morandi-brug, zou zeggen dat het de problemen “herkent”, maar dat het rapport gelukkig ook aantoont dat de brug eigenlijk niet is ingestort.
Waar de deelnemers aan het Informatieberaad (exclusief VWS) wel een punt lijken te hebben is met hun opmerking dat de twaalf programma’s die KPMG kleurig in beeld brengt eigen stuurgroepen hebben en niet direct aangestuurd worden door het Informatieberaad. Soit: men erkent dat de resultaten uit die programma’s bijdragen aan de doelstellingen van het Informatieberaad, maar men heeft er geen “goed zicht op”.
Te weinig samenhang in programma's
De suggestie van het Informatieberaad (VWS uitgezonderd) is daarmee: allemaal mooi en wel dat jullie als VWS honderden miljoenen stoppen in een veelheid van subsidieprogramma’s, maar dat zijn op de keper beschouwd eigenlijk geen projecten van het Informatieberaad. Dus, beste VWS, het ontbreken van regie, samenhang en een masterplan is daarmee jullie probleem, en niet het onze.
Dat ziekenhuizen, huisartsen, GGZ-instellingen maar al te graag de honderden miljoenen van die VWS-programma’s aannemen en daarmee in ieder geval moreel ook mede-eigenaar zouden moeten zijn voor het succes ervan, dat lees ik nergens. En evenmin dat de ‘eigen stuurgroepen’ van VWS-projecten waarnaar het Informatieberaad verwijst, in negen van de tien gevallen gewoon worden bevolkt door bestuurders en staf uit de kringen van het Informatieberaad zelf. Het beeld dat externe factoren bepalend zijn voor het falen van digitale samenwerking is bon ton onder zorgbestuurders. Dat ziekenhuizen of zorggroepen door slimmer samen op te trekken veel (hadden) kunnen bereiken is een geluid dat je pas sinds kort en dan vooral van jongere, digitaal aangesloten bestuurders hoort.
Meer regie
Inmiddels heerst er de sfeer dat de knoet eroverheen moet. De overheid moet die regie weer pakken, ook al is het eerder niet echt fenomenaal gelukt met het LSP. Kamerleden vragen om regie, medische bestuurders vragen buiten het Informatieberaad om meer regie, Groen Links vraagt om veel meer regie, de baas van Chipsoft vraagt meer regie, verpleegkundigen vragen om meer regie. En ministers Bruins schrijft in de kamerbrief die bij het KPMG-rapport zit dat hij snel (voor de Kerst) gaat onderzoeken wat er nodig is in “regie, stimulering, toezicht en handhaving om gegevens-uitwisseling te versnellen.”
Tweede Kamerleden: meer regie!
In de politiek zijn een paar basisregels. Voor externe onderzoeken zoals die van KPMG geldt: wie betaalt, bepaalt, zolang we tenminste nog niet in het stadium van een parlementaire enquête zitten. Naast dit His Masters Voice beginsel geldt daarnaast dat bewindslieden, gesteund en/of gestuurd door een loyaal ambtenaren-apparaat, niet zomaar voor henzelf onwelgevallige rapporten naar buiten brengen zonder een bijbedoeling of groter plan.
Twee opties dus.
Optie 1: VWS vindt dat het KPMG-rapport vooral een j’accuse is naar de medische koepels en verzekeraars. Misschien dat met deze laatste noodkreet van een externe partij Erik Gerritsen’s zwarte scenario om niet de baas te moeten spelen kan worden vermeden, omdat het Informatieberaad tot inzicht komt.
Optie 2: VWS is het eigenlijk wel eens met het gesignaleerde gebrek aan regie door het ministerie, en beschouwt het rapport als een fijn breekijzer om politiek voor elkaar te krijgen dat die regie nu ook eens echt kan worden opgepakt. Niet lullen maar poetsen, wie niet luisteren wil moet maar voelen, dat werk.
Vacuüm van besluiteloosheid
Er is ook nog een theoretische optie dan de VWS-bewindslieden Bruno Bruins en Hugo de Jonge qua eHealth daadkrachtiger zijn dan ze tot nu toe leken, het rapport bekeken hebben, en tot de conclusie komen dat er een paleisrevolutie nodig is om het Informatieberaad en de tientallen projecten aan de praat te krijgen. Ik zie echter geen ongeruste gezichten bij de top van VWS.
Wat ik wel zie is dat in het vacuüm van besluiteloosheid de verzekeraars, de financiers van het LSP, meer regie naar zich toe trekken, en geef ze eens ongelijk. Dat zie je vooral bij de projecten die te maken hebben met de ontwikkeling van landelijke voorzieningen, zoals MedMij en Gespecificeerde Toestemming. Daarin zijn de verzekeraarsclubs VZVZ en/of Vecozo daadkrachtig aanwezig, ook hier weer onder het motto: wie betaalt, bepaalt. En parallel daaraan zie je in deze digitale polderdans de macht van de medische koepelbestuurders ten opzichte van de verzekeraars en VWS afnemen waar je bij staat. Ik denk dat ze hun hand hebben overspeeld. En dat hun leden, de individuele dokters en verpleegkundigen die stuk voor stuk vooral goede zorg willen leveren, daardoor nog langer moeten wachten op digitale voorzieningen. Net als de burger, om wie het uiteindelijk gaat.
Maar goed: meer regie zal het dus wel worden. Ik kijk uit naar de brief van minister Bruins die in de komende weken zal verschijnen. Want als je de regie krijgt, moet je er ook wat mee gaan doen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!