De Nederlandse geestelijke gezondheidzorg (GGZ) werkt met lappendeken van toepassingen en systemen die vaak niet met elkaar kunnen communiceren. Daardoor wordt digitaal informatie uitwisselen met patiënten, andere behandelaars en bijvoorbeeld gemeentes lastig. De sector heeft niet alleen te maken met externe factoren zoals hoge administratieve lasten en bezuinigingen, maar ook met technische, organisatorische en juridische uitdagingen. Nictiz deed met vier grote GGZ-instellingen onderzoek naar waar de grootste knelpunten liggen, en komt met een aantal aanbevelingen.
Samen met GGZ-instellingen Rivierduinen, Arkin, GGZ Oost-Brabant en Parnassia Groep onderzocht Lisanne van der Molen, adviseur Care en GGZ bij Nictiz, wat knelpunten zijn bij informatie-uitwisseling in de GGZ. Psychologen en psychiaters werken tegenwoordig wel steeds meer digitaal, maar informatie-uitwisseling blijft een belangrijk aspect van aandacht.
Context
De context van de geestelijke gezondheidszorg speelt een grote rol: volgens het onderzoek zijn er een aantal bredere issues die spelen in de sector, die niet specifiek met informatie-uitwisseling te maken hebben maar wel een wissel trekken op ICT-implementatie en informatie-uitwisseling.
Zo heeft de GGZ de afgelopen jaren te maken gehad met forse bezuinigingen. Ook kost het instellingen geregeld veel moeite om in te springen op veranderende wet- en regelgeving. “GGZ-instellingen geven aan dat ze vooral met veranderingen op korte termijn bezig zijn, waardoor minder tijd over blijft voor toekomstbestendige ICT-oplossingen”, aldus van der Molen.
350 verschillende werkwijzen
Door het overhevelen van een aantal GGZ-taken naar gemeenten - die ieder op hun eigen manier werken - zijn instellingen veel tijd kwijt met rapporteren en administratie. "Nederland telt ruim 350 gemeenten. Veel GGZ-instellingen moeten rapporteren naar meerdere gemeenten, en moeten vaak voor iedere gemeente een ander formulier invullen, voor onder andere medische indicatie, facturatie en verantwoording voor de geleverde zorg”, zegt Van der Molen. Dat leidt tot veel administratieve lasten en inefficiëntie.
Inhoudelijke issues
Daarnaast zijn er volgens de instellingen en zorgprofessionals die Nictiz heeft gesproken ook een aantal inhoudelijke issues op het gebied van standaardisatie, leveranciersmanagement en de hoeveelheid parallelle initiatieven in de GGZ.
“Standaardisatie - het eenduidig vastleggen en registreren van data om zo informatie uit te kunnen wisselen - blijft achter in de sector. Zelfs binnen instellingen worden elektronische patiëntendossiers op een andere manier ingericht, en dat maakt uitwisseling van informatie lastig”, aldus Van der Molen. Het merendeel van de elektronisch informatie is ongestructureerd vastgelegd, in een veld voor vrije tekst, blijkt uit het rapport.
GGZ: veel ‘losse’ applicaties die niet gekoppeld zijn, ook binnen GGZ-instellingen
Maatwerk en ad-hoc oplossingen
Psychologen en psychiaters werken tegenwoordig wel steeds meer digitaal, maar er is nog veel winst te behalen in het verbeteren van de informatiestromen. Bovendien zijn er veel verschillende ‘losse’ applicaties die niet gekoppeld zijn, ook binnen GGZ-instellingen. Bij veel GGZ-instellingen worden ad-hoc maatwerkoplossingen ingezet, en is er gebrek aan het gebruik van standaarden.
Daarnaast zijn ICT-leveranciers zoekende naar afstemmingspartners, zegt Van der Molen. “Eigenlijk zijn er nog maar weinig landelijke samenwerkingsafspraken met betrekking tot ICT en gegevensuitwisseling. Op informatieniveau is er nauwelijks consensus: er bestaat bijvoorbeeld nog geen basisset aan gegevens die binnen de GGZ-sector minimaal vastgelegd en uitgewisseld moet kunnen worden.”
Ook bij het ministerie van Volksgezondheid is het probleem inmiddels bekend: in de Rijksbegroting 2018 is geld gealloceerd voor informatie-uitwisseling in de GGZ. In 2018 en 2019 komt jaarlijks een bedrag van 25 miljoen beschikbaar om eHealth in de ggz te stimuleren - al zijn de voorwaarden en plannen nog niet bekend.
"Gebruik bestaande standaarden"
"Een verbetering op korte termijn is mogelijk door gebruik te maken van bestaande informatiestandaarden, zoals voor medicatieveiligheid, " aldus Van der Molen. Volgens Nictiz hoeven er in eerste instantie geen nieuwe standaarden te worden ontwikkeld, maar gaat het erom dat bestaande standaarden op grotere schaal gebruikt moeten worden.
Het onderzoek informatie-uitwisseling in de GGZ-sector is te lezen via de website van Nictiz. En op 14 december organiseert Nictiz een bijeenkomst voor geïnteresseerden om op de resultaten van het rapport in te gaan en een actieplan te formuleren. Aanmelden kan via deze link.
Misschien meer gegevens verzamelen via GGD GHOR ?.
te weinig prikkels om hier een boost aan te geven helaas.