Niet alleen algemene ziekenhuizen, maar ook instellingen als dialyse-centa, klinische revalidatie-instellingen en brandwondencentra kunnen in de komende drie jaar aanspraak maken op een aanzienlijke subsidie wanneer ze vóór 2020 op een gestandaardiseerde en veilige manier informatie digitaal kunnen uitwisselen met hun patiënten. Dat zou dat het liefst moeten gebeuren door de gegevens volgens de standaarden van het MedMij programma te kunnen aanbieden aan de apps of software die patiënten zelf gebruiken om hun medische data te beheren.
Daarvoor heeft minister Edith Schippers een extra programma ontwikkelt, waarvan de details afgelopen week in de Staatscourant zijn gepubliceerd. Het gaat om een totaal bedrag van 32,5 miljoen euro. Voor een grote instelling kan dit subsidiebedrag in de jaren 2017, 2018 en 2019 oplopen tot meer dan zeven ton, voor een dialysecentrum is de maximale subsidie zo’n drie ton.
Net als bij de zogeheten VIPP-regeling voor algemene ziekenhuizen hangt de hoogte van de subsidie af van de digitale functies die de instellingen hun patiënten gaan bieden. De eenvoudigste module is een ‘download-knop’ op hun site.
Subsidie afhankelijk van ambitieniveau
Het kunnen downloaden van medische gegevens maakt deel uit van de zogeheten module A1, en is een startpunt voorinstellingen die nu nog geen of beperkte digitale inzage bieden. Om een grotere subsidie te kunnen claimen moeten medische centra meer functies bieden, zoals een patiëntenportaal waarmee patiënten hun zorgdossier digitaal kunnen koppelen met eigen toepassingen of apps, of bijvoorbeeld eigen meetwaarden kunnen toevoegen aan hun ziekenhuisdossier. Ziekenhuizen kunnen ook kiezen voor modules die meer zijn gericht op een betere digitale communicatie over voorgeschreven medicatie.
Uit de voortgangsmonitor die de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen bijhoudt over het VIPP programma voor algemene ziekenhuizen blijkt dat 20 procent deelnemende ziekenhuizen in de monitor inmiddels een downloadknop heeft, en dat 13 procent een koppeling met een eigen gezondheidsomgeving van patiënten biedt. Het ministerie van Volksgezondheid streeft ernaar om deze percentages voor alle zorgaanbieders vóór 2020 naar 100 procent te krijgen. In de wet Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens is vastgelegd dat een cliënt die om inzage in zijn dossier verzoekt of een afschrift daarvan vraagt, het recht heeft dat dit langs elektronische weg gebeurt. Dit recht, dat per 1 juli 2020 in werking treedt, gaat ervan uit dat de zorgaanbieder in overtreding is wanneer hij deze voorziening dan niet biedt. Deze wet verplicht echter niet hoe de gegevens moeten worden ontsloten.
Verplicht gebruik van landelijke standaarden
Zowel het VIPP-programma voor ziekenhuizen, als deze uitbreiding voor andere medische centra, stuurt erop aan om voor het digitale afschrift landelijk vastgelegde informatieafspraken te gebruiken. Wanneer een instelling kiest voor de subsidiemodule die verder gaat dan een downloadknop, verplicht zij zich ook om de MedMij standaarden te gebruiken. Een lastigheid is dat de standaarden en informatieafspraken waarover het hier gaat nog niet allemaal beschikbaar zijn. Dit proces verloopt via het zogeheten Informatieberaad, waarin alle betrokken zorgpartijen op basis van vrijwilligheid afspraken moeten maken over standaarden waaraan ze zich alleen willen houden. Er ligt veel druk op dit Informatieberaad om in de komende maanden een definitieve set standaarden op te leveren, zodat ook MedMij daarvan gebruik kan maken.
MedMij: persoonlijk gezondheidsdossier of -omgeving
Ongeoorloofde staatssteun?
Een opvallende passage in de subsidieregeling gaat over de vaststelling dat instellingen voor medisch specialistische zorg te beschouwen zijn als ondernemingen. Als zij financiële steun ontvangen van de overheid kan sprake zijn van staatssteun. Die dreiging leek er volgens VWS wel te zijn. Maar het ministerie gooit het erop dat “het digitaal, gestandaardiseerd en tijdig ontsluiten van informatie door overige instellingen voor medisch specialistische zorg naar alle patiënten als bedoeld niet toereikend door ‘de markt’ uitgevoerd wordt.” Met andere woorden: als de overheid niet bijstuurt, dan gaan ziekenhuizen, medische centra en privé-klinieken ieder op hun eigen manier digitale informatie aanbieden. Dit leidt volgens VWS tot onjuiste en onvolledige informatie-uitwisseling met en over patiënten en heeft ongewenste en nadelige effecten voor de kwaliteit van zorg. Door de digitale dienstverlening van zorgaanbieders te bestempelen als een zogeheten dienst van algemeen economisch belang (DAEB) wordt bereikt dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!