Studie: 1 op de 4 Amerikanen maakt gebruik van e-consults

Uit een recent onderzoek onder tweeduizend Amerikaanse consumenten blijkt dat het gebruik van e-consults en online informatie uitwisselen met zorgprofessionals steeds verder ingeburgerd raakt. Vooropgesteld moet worden dat het onderzoek komt van een internationaal marketingbureau, dus geen overheidsorgaan dat de adoptie van digitale zorg in de Verenigde Staten onderzoekt. Uit de enquêtes onder de Amerikaanse consumenten komen wel enkele opvallende cijfers.

In de maand april voerde Ketchum Global Research & Analytics een online onderzoek uit onder 2000 respondenten die een smartphone bezitten en in de Verenigde Staten wonen. De onderzoeksvragen zijn gericht op attitudes en gedrag rondom mobiele technologie voor zorg.

Digitaal consult

Digital health lijkt steeds gebruikelijker te worden in de Verenigde Staten, als je de cijfers van Ketchum mag geloven. Zo zegt 58 procent van de Amerikaanse consumenten, die in het bezit is van een smartphone, dat ze informatie gedeeld hebben met een medische professional via hun smartphone, een mobiele app, of wearable. Ook antwoordt 1 op de 4 Amerikaanse consumenten dat ze een foto van een medische aandoening heeft gemaild of via een smartphone heeft verstuurd naar een dokter.

Die cijfers worden ook bevestigd door het groeiende aantal bedrijven en investeerders dat in de markt voor e-consults actief is. Zo groeit Teladoc, een Amerikaanse aanbieder van digitale diensten, razendsnel: in 2013 verwerkten ze 127.000 videoconsulten, in 2014 in totaal 300.000 en in het eerste kwartaal van 2015 alleen al 150.000. SmartHealth schreef eerder over de grote markt voor digitale dokters in de Verenigde Staten.

Gezondheidsapps

Wat betreft het gebruik van health apps zijn de cijfers uit de studie van Ketchum ook aan de hoge kant, als je deze bijvoorbeeld vergelijkt met Nederlandse onderzoeken. Uit de eHealth monitor 2015 blijkt bijvoorbeeld dat 1 op de 5 Nederlandse zorgconsumenten een app of tracker gebruikt om gegevens over lichamelijke activiteit bij te houden. Volgens het Amerikaanse onderzoek gebruikt de helft van de ondervraagde consumenten gezondheids-gerelateerde smartphone apps of een fitness tracker. En van de mensen die een fitness of gezondheidsapp gebruiken, blijkt dat 83% deze apps ook wekelijks gebruikt.

Cijfers over bijhouden van gezondheidsinformatie via internet of met apps in Nederland (bron: eHealth monitor 2015)

Nog een opvallend feit uit het onderzoek: bijna een kwart van de Amerikaanse zorgconsumenten die meededen aan de survey (24% om precies te zijn) gaf aan de gezondheids- en fitness-apps die ze gebruikten, ze een slecht gevoel gaven. Dat verklaart waarschijnlijk waarom 21% van de ondervraagden stopte met het gebruik van deze apps.

Virtuele assistent

De onderzoekers ondervroegen zorgconsumenten ook over een opkomend gebied dat veel potentie heeft voor de zorgsector, namelijk dat van kunstmatige intelligentie (AI). Methodologisch best een tricky vraag, omdat kunstmatige intelligentie een groot technologiegebied is met honderden toepassingsvormen - ook voor de zorgsector - die de gemiddelde consument waarschijnlijk (nog) niet kent. Daarom kwamen de marktonderzoekers met enkele voorbeelden: hoe staat consumenten tegenover het gebruik van een virtuele doktersassistent (een chatbot) waar je een foto of medische diagnose mee bespreekt, en Siri, de personal-assistant-toepassing van Apple die op smartphones zit, meer uitleg vragen over een medische bijsluiter? Daaruit concludeert Ketchum dat 2 op de 5 Amerikaanse zorgconsumenten (39%) zich comfortabel voelt bij het gebruik van AI.

Alle bevindingen uit het onderzoek zijn te vinden in deze infographic.