In de serie eHealth op de werkvloer spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth-toepassingen. Veel van deze technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging: maar in de praktijk zijn er vaak genoeg obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week: Rob Kimpen, manager eHealth bij de Woenselse Poort.
De Woenselse Poort in Eindhoven is een speciale afdeling van de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen (GGzE). Binnen de Woenselse Poort verblijven cliënten die behandeld worden binnen de forensische psychiatrie. Deze vorm van psychiatrie is gericht op cliënten die vanuit complexe psychiatrische problematiek grensoverschrijdend of delict gedrag vertonen.
Binnen het forensische hulpverleningscircuit wordt al enkele jaren gewerkt met een zogenaamd risicotaxatie-instrument, ook wel bekend als de HKT. Dat is een toetsingsinstrument dat bij de behandeling gebruikt wordt om te bepalen hoe gevaarlijk een cliënt nog is en waar eventuele risico’s en verbeterpunten liggen. HKT staat voor historisch, klinisch en toekomst. ‘Historisch’ is het dossier van een cliënt, ‘klinisch’ zijn de gebieden waar dagelijks aan gewerkt wordt met trainers, therapeuten en behandelaars en ‘toekomst’ draait om de doelen en toekomstplannen van de cliënt.
Rob Kimpen
Zelfscore-app
“Die HKT was voor behandelaars, maar zeker voor cliënten, bijzonder onoverzichtelijk”, vertelt Rob Kimpen. Hij werkt als manager eHealth bij de Woenselse Poort. “Paul ter Horst, een onderzoeker binnen onze organisatie, heeft de HKT omgezet naar een soort spin-figuur. Daarmee is het ineens een stuk minder abstract geworden.” Om het nog dichter naar de belevingswereld van de cliënten te halen, besluit de Woenselse Poort om een serious game van het instrument te laten maken. “Dat bedrijf hield er alleen helaas mee op. Onze droom bleef echter bestaan, dus besloten we een aanvraag te doen bij het fonds Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). Zij verstrekken jaarlijks subsidies aan organisaties met innovatieve projecten. Van hen kregen we budget om een app te maken op basis van de HKT. We hebben samengewerkt met BPI Services, zij hebben de technische ontwikkeling van de app gedaan. Zo is de HKT- R *SPIN** app ontstaan, in de wandelpaden ook wel 'zelfscore-app' genoemd.”
Het idee van de zelfscore-app is dat het afnemen van de HKT niet langer alleen door behandelaars gebeurt, maar cliënten zelf ook de test kunnen invullen. “Op die manier kunnen cliënten zichzelf een score geven, doelen stellen en van daaruit het gesprek aangaan met het behandelteam.” Na de lancering van de zelfscore-app in de pers kreeg Kimpen wel de vraag of cliënten nu zelf mogen beslissen of ze vrijheden krijgen of ontslagen worden.
"Cliënten beoordelen zichzelf slechter dan dat de behandelaar dat doet"
“Dat is natuurlijk niet zo, de behandelaren hebben de eindstem. Maar het is wel de bedoeling dat cliënten zelf ook inspraak krijgen en zich meer betrokken voelen bij hun behandeling.” Volgens de eHealth manager is het opvallend genoeg in veel gevallen wel zo dat de cliënten zichzelf slechter beoordelen dan dat de behandelaar dat doet. “Cliënten zijn blijkbaar toch wat terughoudender.”
Cliënten lopen door enkele vragen heen om de spin in te vullen
Cliënten werken graag met de app
Cliënten lopen in de zelfscore-app een aantal vragen door om erachter te komen hoe zij er op bepaalde fronten voor staan. Zij geven zichzelf een score en geven per item - bijvoorbeeld verslaving, impulsiviteit, sociaal gedrag, zelfredzaamheid of verantwoordelijkheid - aan of ze daar wel, geen of soms hulp bij nodig hebben. Als het instrument helemaal is doorlopen, is de volledige spin ingevuld. Ter aanvulling kunnen cliënten per item nog een rood vlaggetje (‘dit is een risico voor mij’) of groen duimpje omhoog (‘dit zit wel goed’) aanvinken. “Het achterliggende idee van een app is dat cliënten vaker dan één keer de zelftest kunnen doen”, vertelt Kimpen. “In het archief van de app kun je de spinnen met elkaar vergelijken en kunnen cliënten zien of ze op bepaalde items vooruit of juist achteruit zijn gegaan.”
"Onze cliënten zijn normaal erg op problemen gericht, maar nu zien ze kansen en mogelijkheden"
Cliënten zijn vanaf het begin betrokken geweest bij de opzet en ontwikkeling van de app, vertelt de eHealth manager. “Er waren altijd enkele cliënten aanwezig bij bijeenkomsten over de app, zij hebben de eerste versies uitgeprobeerd en ons regelmatig van feedback voorzien.” Cliënten vinden het leuk om met de app te werken, vertelt Kimpen. “Ik zie eens andere kwaliteiten bij onze cliënten. Ze zijn normaal erg op problemen gericht, maar nu zien ze kansen en mogelijkheden. Cliënten vinden het interessant om met technologie bezig te zijn en vinden het prettig dat er meer in hun eigen tijd kan, af en toe zelfs minder face-to-face contact.”
Een intensief implementatietraject
Cliënten van de Woenselse Poort enthousiasmeren om met de app aan de slag te gaan was daarom een eitje, vertelt Kimpen. Bij de behandelaren lag dat toch wat anders. “De meningen zijn erg verdeeld. Sommigen vinden het wel wat zo’n app, anderen kunnen er nog niet direct iets mee en weer een groep behandelaars zegt dat alleen face-to-face contact werkt binnen een behandeling. Kortom: een intensief implementatietraject.” Het werkt volgens Kimpen wel om veel ruimte te bieden voor feedback en input vanaf de werkvloer. “We horen graag wat zij denken of waar ze behoefte aan hebben.” Volgens Kimpen moeten (psycho)therapeuten en behandelaren - ook buiten de Woenselse Poort - anno 2016 wel meegaan met innovaties. “Anders lig je er, hard gezegd, gewoon uit op den duur.”
Uiteindelijk verschijnt een volledig ingevulde zelfscore
De Woenselse Poort heeft een eHealth centrum waar cliënten onder begeleiding gebruik kunnen maken van een tablet om bijvoorbeeld hun bankzaken te doen of het nieuws te lezen. “We willen het liefst dat alle cliënten op den duur een eigen tablet hebben. We werken natuurlijk binnen een hoog beveiligde zone, dus daar zullen die apparaten ook op aangepast moeten worden. Filters voor het internet, een selectie van apps, geen mogelijkheden om zelf in de instellingen iets te doen, dat soort zaken.” Op deze tablets kunnen cliënten spelletjes spelen en informatie opzoeken. "In een mapje genaamd M@PS verzamelen we ook allerlei toepassingen die cliënten tijdens hun herstel en behandeling kunnen gebruiken. Ze kunnen daarin naast zelfscore-app ook aan de slag met apps van Minddistrict of de Temstem-app. We willen die toolkit steeds verder uit gaan breiden.”
Op zoek naar door ontwikkelbudget
Ook de zelfscore-app moet op den duur verder worden uitgebreid, vertelt Kimpen. “We willen er naartoe dat cliënten binnen de app op basis van hun scores voorstellen krijgen om zelf actie te ondernemen. Bijvoorbeeld een bepaalde module binnen Minddistrict te maken, een gesprek aan te gaan met hun therapeut of bepaalde informatie te lezen.” Voor de doorontwikkeling van de app is echter wel geld nodig. “We moeten zelf naar potentiële financierders toe”, vertelt de eHealth manager. “We zijn bezig met een businessplan, spreken met Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) over onze app en zoeken de pers op. Gelukkig heeft de organisatie aangeven dat zij vanuit de innovatie-pot mogelijk wel wat geld vrij kunnen maken.”
"Voor de doorontwikkeling van de app is wel geld nodig"
Bij de ontwikkeling van de zelfscore-app werkte de Woenselse Poort samen met de Pompestichting, een particuliere instelling voor forensische psychiatrie in Nijmegen. “Die samenwerking is begonnen vanuit de gedachte dat het zo zonde is dat elke organisatie zelf met innovaties bezig is en er veel te weinig wordt gedeeld en samengewerkt. Dat kost zoveel tijd en geld. Met de Pompestichting zijn we gaan kijken of we toepassingen konden delen en hebben onze onderzoeksteams samen opgetrokken bij de ontwikkeling van één app.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!