Eén van de grootste ICT-problemen in de zorg is de wildgroei aan systemen. Bij een gemiddelde zorggroep, een samenwerkingsverband van huisartsen, hebben zorgaanbieders al vlug te maken met meerdere huisartssystemen, een systeem voor ketenzorg en soms wel tien softwaresystemen voor bijvoorbeeld verwijzingen, eHealth, teleconsults, kwaliteitsrapportages, patiëntportalen en persoonlijke gezondheidsdossiers. Volgens Laurens van der Tang, CEO van het Nederlandse VitalHealth Software, leidt die ingeslagen weg tot een enorme versplintering.
VitalHealth is een wereldwijd opererende aanbieder van onder meer keten-integratie systemen voor chronisch zieken, en concurreert in Nederland met partijen als Care2U, Topicus en PortaVita. Volgens Van der Tang hebbenzorgaanbieders te maken hebben met een veelheid aan softwareproducten, elk met hun eigen businessmodellen en prijskaartjes. Dat leidt volgens hem tot een enorme stijging van de IT-kosten, omdat al die producten onderling moeten integreren: een oerwoud van koppelingen waar elke keer het wiel opnieuw moet worden uitgevonden. Het gevolg is eilandautomatisering door het ontbreken van een integrale visie.
“Op zich is het heel goed dat de bestuurders van zorgaanbieders vooral gericht zijn op het zorgproces”, zegt Van der Tang. "Maar waar in het bedrijfsleven een Chief Information Officer (CIO) waakt over zaken als een optimale architectuur en visie, ontbreekt dat overzicht vaak in zorgland. Vooral omdat er daarnaast zoveel verschillende partijen betrokken zijn bij de zorgverlening. En zonder een overkoepelende visie blijft de focus op de individuele eilanden."
Specifiek Nederlands probleem?
Volgens de VitalHealth CEO zorgen enkele specifieke Nederlandse trends ervoor dat het probleem van niet met elkaar communicerende en in functies overlappende ICT-systemen steeds groter wordt. Ontwikkelingen als zelfzorg, populatiebekostiging, verschuiving van zorg van ziekenhuizen naar huisartsen en (gedwongen) samenwerking tussen zorgaanbieders en gemeentes zorgen ervoor dat zorgaanbieders steeds meer in regionaal verband gaan communiceren over hun patiënten en met elkaar onderling. Dat vraagt om betere communicatie tussen ICT-systemen van zorggroepen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen, GGZ-instellingen en gemeenten. Maar die hebben zelf allemaal systemen die onderling nog lang niet altijd met elkaar communiceren. Daardoor ontstaat een markt voor regionale platformen, denkt Van der Tang.
VitalHealth nam eind vorig jaar een nieuwe versie van zijn zogeheten keteninformatiesysteem (KIS) in gebruik. Dat zou een antwoord moeten kunnen bieden op fragmentatie. De markt voor dit systeem is niet langer de individuele zorggroep, maar een hele regio. Volgens Van der Tang moet zo’n regionaal platform alle functies bieden die nodig zijn voor samenwerking in de regio, zoals verwijzen, consulteren, overleggen, informeren en sturen. Hij ziet het bijna als een nutsvoorziening waar iedereen in de regio - zorgverleners, maar ook patiënten en mantelzorgers - gemakkelijk toegang toe moeten hebben. Daarmee is de fragmentatie die hij constateert dus ook een aantrekkelijke business case geworden voor aanbieders als VitalHealth. Hij verwacht dan ook niet dat hij de enige leverancier zal zijn die deze centrale plek wil invullen, maar wel dat een consolidatie onvermijdelijk is.
Van ketenzorg naar regiozorg
Volgens Van der Tang is de ontwikkeling van de eerste generatie KIS-systemen naar de vereisten die in 2016 aan dergelijke software worden gesteld op zich verklaarbaar. “In Nederland zijn we nu tien jaar met zorggroepen bezig. Die zijn de eerste generatie KIS-systemen gaan gebruiken. Die systemen waren in eerste instantie gericht op individuele zogeheten zorgpaden, zoals de behandeling van diabetes. Met zo’n systeem kon je een diabetes-spreekuur organiseren, gegevens delen met de diëtiste, declareren bij de verzekeraar, kwaliteitsrapportages aanmaken en meestal ook direct koppelen met het HIS van de huisarts.”
Volgens Van der Tang kon je twee jaar geleden de noodzaak van een regionaal platform al zien aankomen
De producten van KIS-leveranciers evolueerden. Ze konden overweg met de zorgpaden van andere chronische ziekten op basis van een centrale database, en boden steeds meer functies voor multidisciplinair werken tussen verpleegkundigen, praktijkondersteuners, huisartsen en andere zorgverleners in de eerste lijn. Maar volgens Van der Tang kon je twee jaar geleden de noodzaak van een regionaal platform al zien aankomen. “Vorig jaar hebben wij besloten om de ontwikkeling van de nieuwe versie van ons KIS radicaal om te gooien en allerlei functies nog eens opnieuw door te denken vanuit een regionaal perspectief. Met daarbij als belangrijkste vraag: wat moeten de functies van zo’n platform zijn wanneer je tientallen afzonderlijke oplossingen wilt consolideren en met elkaar wilt laten communiceren? En in het achterhoofd de gedachte dat het in de toekomst niet langer alleen om chronische patiënten gaat, maar om alle patiënten in een regio die baat hebben bij een multidisciplinaire aanpak, waarbij dus meerdere zorgverleners betrokken zijn."
Een virtuele huisartspost
In de visie van VitalHealth zijn in zo’n regionaal platform een aantal centrale functies onmisbaar. Veilige opslag en uitwisseling van data op basis van alle mogelijke ICT-standaarden is zo’n functie, maar ook het kunnen maken van afspraken en berichten kunnen versturen. Een zelfzorg platform voor burgers is volgens Van der Tang ook gebaat bij een regionale opzet, net als een zorg call center. “Nieuwe diensten als teleconsulten en thuismetingen vragen om 24/7 bemensing en monitoring. Net als de huidige spoedpost (HAP) kun je dat onmogelijk op het niveau van de individuele praktijk regelen, dat wordt veel te duur. Zie het als een virtuele HAP die je alleen met een minimum schaalgrootte goed kunt organiseren."
De nieuwe versie van het KIS, dat inmiddels bij meerdere zorggroepen in gebruik is genomen, maakt gebruik van een onderliggende generiek softwareplatform. Daarop bouwt VitalHealth al zijn softwareproducten. Met dat platform werken in de verschillende landen volgens Van der Tang 3,3 miljoen patiënten en 104.000 zorgprofessionals . In de loop der jaren is “vele tientallen miljoenen” in de ontwikkeling van dit generieke platform gestopt, een investering die volgens hem op de Nederlandse thuismarkt alleen nooit kan worden terugverdiend. Maar begrippen als continuity of care en outcomes management staan in veel landen in de schijnwerpers. Van der Tang hoopt dat dit zich vertaalt in een groeiende belangstelling voor zijn software die nieuwere manieren van werken ondersteunt.
"Altijd meerdere systemen nodig"
Volgens Dave van Dijk, manager eHealth solutions bij VitalHealth, gaat het bij een regionaal platform niet alleen om handige functies voor het uitwisselen van berichten en het maken van afspraken.
"Als het tegenzit moet je inloggen in drie of vier systemen en overal de patiëntgegevens invullen"
“In het landschap van vandaag zijn functies en patiëntdata verdeeld over tientallen systemen. Wanneer een praktijkondersteuner een eHealth behandeling wil starten bij een cliënt, een vragenlijst wil klaarzetten en een e-mail wil sturen, dan moet je inloggen in drie of vier systemen en als het tegenzit overal de patiëntgegevens invullen. Volgens ons willen patiënten en zorgaanbieders een uniforme blik op het systeem, met één dashboard met bijvoorbeeld de laatste metingen en berichten. Die centrale plek, als een spin in het regionale web, wil VitalHealth vanzelfsprekend graag innemen." Nu lijkt het niet heel waarschijnlijk dat de tientallen leveranciers van bestaande software het platform van VitalHealth als het ei van Columbus zullen omarmen en het eigen boeltje inpakken.
Landjepik spelen
Van Dijk en Van der Tang geloven dat voor specialistische software zoals een huisartsdossier (HIS) of online GGZ-behandelingen altijd meerdere aanbieders zullen blijven bestaan. Het gaat in hun visie niet om vervangen, maar om een betere integratie van alle systemen door middel van een platform dat centrale functies biedt. Wanneer alle systemen in ieder geval data kunnen uitwisselen, hoef je patiëntdata niet op meerdere plaatsen op te slaan. In de praktijk zullen bestaande leveranciers niet altijd staan te trappelen om te koppelen. De softwarewereld is toch een soort landjepik. Waarom zou je een concurrent toegang geven tot jouw gegevens, zodat die jouw data kan presenteren in een mooi dashboard?
In de praktijk zullen bestaande leveranciers niet altijd staan te trappelen om te koppelen
Van der Tang: “Natuurlijk snappen wij dat alle leveranciers hun positie willen verdedigen. Ons platform biedt zelf niet eens alle functionaliteit die nodig is, je zult altijd te maken hebben met meerdere aanbieders. Maar wij zien bij zorggroepen en in de GGZ wel de steeds grotere behoefte aan consolidatie van hun systemen. Ze zullen bij de selectie van hun leveranciers dus ook steeds vaker kijken hoe open de systemen kunnen communiceren met een regionaal platform.”
Functioneel gaten opvullen
Het lijkt erop dat VitalHealth ook mikt op een strategie waarbij hun regionale platform steeds meer functionele gaten gaat opvullen voor features die de bestaande systemen nog niet of beperkt bieden. Op het gebied van apps voor zelfmanagement en het beheer van door de patiënt zelf gegenereerde data (bijvoorbeeld van wearables) bijvoorbeeld. Van der Tang ziet dat de ontwikkeling bij bestaande systemen voor huisartsen hier nog maar stapvoets verloopt. “Je moet je ook echt afvragen of die functies in een huisartsdossier horen, het gaat erom dat de gegevens beschikbaar zijn voor de huisarts, en dat duidelijk is wat echte klinische metingen zijn en welke data van patiënten zelf komt.”
"Iedereen voelt aan dat het creëren van nog meer eilanden nergens toe leidt”
Een regionaal systeem betekent ook dat alle betrokkenen aan boord moeten zijn. Van der Tang: “Je moet met alle stakeholders aan tafel zitten, verzekeraar(s), ziekenhuizen, GGZ, caresector, gemeenten en natuurlijk de zorggroepen. Dat maakt het salesproces voor aanbieders ingewikkelder, maar er is niet echt een weg terug. Iedereen voelt wel aan dat het creëren van nog meer eilanden nergens toe leidt.”
[accordion]
[acc title="Foto credit"]Bron: Google Maps[/acc]
[/accordion]
Ik deel absoluut de ervaring dat er nu een wildgroei aan platforms is en dat de eilandautomatisering ineffectief is en tot frustratie leidt bij de behandelaren, maar we hebben nu toch http://www.koppeltaal.nl ? En daar is VitalHealth toch al een van de partners en aanjagers in?
Jaap Roorda
VitalHealth is inderdaad vanaf het begin betrokken bij
het Koppeltaal initiatief en levert daarvoor het integratieplatform. Juist vanwege onze regio visie waar Koppeltaal goed
bij aansluit. Het gaat immers om het op een gestandaardiseerde manier
uitwisselen van informatie tussen ICT systemen over de verschillende
instellingsmuren heen. Daar is Koppeltaal juist voor bedoeld, als middel om
systemen te verbinden. Vanuit ons Regionaal eHealth Platform kunnen zorgverleners juist eHealth interventies via Koppeltaal toekennen en volgen.
Mooi en goed verhaal!
Wat ik echter mis "bij de Stakeholders aan tafel" is de cliënt. In die wereld van ICT is juist de fysiek component een belangrijke factor om succes te halen. We moeten/mogen met z'n alle een beweging maken naar meer zelfredzaamheid en zelfregie.
Vraag blijft, "slikt" de consument al die platformen?
Uit ervaring weet ik dat er meer nodig is dat ICT om succesvol de participatie maatschappij te realiseren.