In de gezondheidszorg speelt eHealth al langere tijd een steeds grotere rol en bij verzekeringsmaatschappijen en de overheid wordt het inmiddels ook mondjesmaat op de agenda gezet. Maar eHealth in het onderwijs blijft momenteel nog achter. Voorlopig lijkt er nog geen plek. Toch is er licht aan de horizon: weifelend komen er een aantal eHealth initiatieven in het onderwijs van de grond. Wat is de status van eHealth in het medisch curriculum?
Volgend schooljaar start aan de Radboud Universiteit van Nijmegen de minor eHealth. Studenten leren tijdens deze minor hoe zij medische software moeten bouwen en toepassen, en hoe zij medische apps en informatiesystemen voor ziekenhuizen kunnen ontwikkelen. Studenten die Informatica als bachelor doen, kunnen eHealth als minor kiezen; er is namelijk ruim voldoende kennis van informatica en techniek nodig om deze minor te kunnen volgen.
Ook in het eHealth Research Center in Twente kunnen studenten via twee trajecten, gezondheidspsychologie en gezondheidswetenschappen, daar de cursus eHealth volgen. De cursus draait volledig om de noodzaak van innovatie in de gezondheidszorg: men kijkt naar de ontwikkeling, implementatie en het effect van eHealth technologieën. Daarnaast is er ruimte voor Human Centered Design; studenten worden zelf aan het werk gezet om apps te maken en na te denken over de toepassing en toegankelijkheid van techniek.
Eenzame eHealth innovatieveling
De bovenstaande voorbeelden geven aan dat er al wel wat gebeurd in het onderwijs veld. Maar deze ontwikkelingen zijn tot dusver nog weinig gericht op het medische curriculum; techniek als achtergrond voert de boventoon bij beide cursussen. Het draait voornamelijk om ‘e-‘ en niet om ‘health’. De HBO instelling Windesheim in Zwolle is daarop echter een uitzondering.
Het draait voornamelijk om 'e' en niet om 'health'
Daar zijn het namelijk wel de tweedejaars verpleegkunde studenten die met eHealth applicaties aan de slag gaan. In het speciaal ingerichte Zorg op Afstand Skills Lab leren studenten met PAL4, een oplossing voor zorg op afstand, op de iPad om te gaan en oefenen ze met zorgverlening via een beeldscherm. De module duurt tien weken, waarin medische studenten worden voorbereid op de zorg van de toekomst. Het project startte een jaar geleden met een klein clubje enthousiastelingen en inmiddels doen er al ruim honderd geneeskunde studenten mee aan de module. Het Windesheim is momenteel nog een ‘eenzame’ innovatieveling als het gaat om eHealth in het geneeskunde curriculum. Op andere universiteiten en onderwijsinstellingen speelt eHealth nog geen (grote) rol.
Ruimtegebrek in het curriculum
Volgens Professor Peter Lucas van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft dat vooral te maken met het feit dat voldoende kennis van techniek een vereiste is om eHealth te kunnen implementeren in het curriculum. Op dit moment is er echter binnen traditionele medische studies nog te weinig ruimte om technische kennis, die nodig is om informatica in te zetten in de gezondheidszorg, onder de knie te krijgen. Dat neemt volgens Lucas echter niet weg dat het belangrijk is dat de studie geneeskunde op een bepaalde manier ook aansluiting vind bij eHealth en andere ontwikkelingen in de gezondheidszorg. “Het moet ook meer diepgang krijgen in een studie. Daarmee bedoel ik dat er dieper in wordt gegaan dan in de kranten en populaire tijdschriften. Dat is echter een grootschalig project, waarbij veel partijen betrokken zijn”, aldus Lucas.
Lisette van Germert-Pijnen, hoofd eHealth onderzoek aan de universiteit van Twente, heeft goede hoop. Ze vertelt hoe zij momenteel in gesprek is met het UMCG (Het Universitair Medisch Centrum Groningen) om te kijken hoe de Twentse eHealth modules daar geïmplementeerd zouden kunnen worden. UMCG is echter wel een uitzondering, vult Gemert-Pijnen Lucas aan. “De meeste faculteiten hebben op dit moment nog geen ruimte ingebed voor eHealth”.
Bijscholing voor de docenten
Het blijft voorlopig dus nog afwachten of eHealth inderdaad ooit in het curriculum van alle gezondheidszorg opleidingen zal worden opgenomen. Saskia Timmer, eigenaar van adviesbureau Changinghealthcare, hoopt van wel. Ze is in regelmatig in contact met hogescholen en onderwijsinstellingen over het eHealth curriculum. Daardoor signaleert ze dat veel mensen wel het gevoel hebben dat ze ‘iets’ met eHealth moeten doen, maar dat men zich er nog niet bewust van is dat een opschaling van eHealth in de gezondheidszorg ook vraagt om een integratie van eHealth in het onderwijs. “Als wij willen dat de zorgmedewerkers van nu kunnen werken met eHealth dan moet het nu in het curriculum. Alle gezondheidszorgstudies moeten eHealth als apart vak of onderdeel in het curriculum opnemen. Iedereen moet er in mee gaan”.
Docenten moeten mee gaan met de ontwikkelingen in hun vakgebied
Volgens Timmer bevindt zich een groot deel van het probleem bij de docenten. “Hoewel er wel enthousiast gereageerd wordt op haar voorstellen over eHealth in het curriculum, is er nog te weinig kennis van eHealth om het vervolgens ook daadwerkelijk te implementeren. En dat is zonde”, gaat Timmer verder, “ik vind dat docenten, ongeacht de opleiding, verplicht zijn om hun vakkennis up to date te houden en mee moeten gaan met de ontwikkelingen in hun vakgebied. Er zijn genoeg cursussen om te volgen of boeken om te lezen, om de basis kennis van eHealth onder de knie te krijgen”.
Nieuwe generatie mobiele denkers in het onderwijs
Het is duidelijk dat er ontwikkelingen gaande zijn. Hoewel de nadruk nu nog ligt op de technologische achtergrond, worden er ook stappen gemaakt richting eHealth in het geneeskunde curriculum. De vraagt blijft echter waar en vooral op wie de voorstanders van eHealth in het medisch onderwijs hun pijlen moeten richten. Er gaan stemmen op die zeggen dat de focus moet worden gelegd op de medische docenten, hoogleraren en professoren. Zij moeten eerst realiseren dat eHealth staat voor technologie in dienst stellen ter bevordering en verbetering van de gezondheidszorg. Wellicht is er dan inderdaad minder sprake van ‘schoenmaker blijf bij uw leest’ en staan docenten op den duur open voor eHealth in het vakkenpakket van hun medische studenten.
Er zijn echter ook deskundigen die aangeven dat de hoop gevestigd moet worden op een nieuwe generatie mobiele denkers en gebruikers die zich over tien jaar zich niet kunnen voorstellen dat deze discussie überhaupt gevoerd werd. In dat geval zijn het de studenten geneeskunde die in september met hun meerjarige opleiding beginnen, die het verschil gaan maken door binnen studieverenigingen, symposia en eigen bedrijven nadenken over de rol van eHealth in hun toekomst. Hoe dan ook, hier is het laatste woord nog niet over geschreven.
Ik mis in dit verhaal helaas volledig de opleiding Medische Informatiekunde! Deze studie aan de UvA bestaat uit een 3-jarige bachelor Medische Informatiekunde (ook wel MIK) en een 2-jarige master Medical Informatics. Hierin komen vele aspecten van eHealth aan bod. Bovendien valt deze studie onder de faculteit Geneeskunde en wordt dus in het AMC gegeven. Hierdoor is de link met geneeskunde en de zorg zeer groot. Overigens bestaat de opleiding al sinds ong. 1990!
Daarbij wordt er momenteel gewerkt aan een masteropleiding eHealth voor zorgverleners, maar die is nog in ontwikkeling. Zie voor meer informatie: http://www.amc.nl/web/Onderwijs/Aankomend-student/Master-Health-Informatics-voor-Zorgprofessionals.htm