Met de toename van nieuwe devices en apparaten die kunnen helpen bij onze gezondheid ontstaan er ook nieuwe vragen, zowel bij zorgprofessionals als bij consumenten. Nictiz wil met de whitepaper Zelfmetingen en de Nederlandse gezondheidszorg een voorzet geven door in te gaan op die vragen rondom bruikbaarheid en uitwisselbaarheid, betrouwbaarheid, veiligheid en juridische aspecten van apparaten, internettoepassingen en apps. De mate waarin deze onderwerpen spelen hangt af van het specifieke doel van de applicatie: voor een stappenteller gelden andere voorwaarden dan voor een bloeddrukmeter.
Met vragen als ‘hoe betrouwbaar zijn de vastgelegde gegevens?’, ‘hoe veilig zijn de gegevens?’ en ‘wat is de rechtsgeldigheid van de gegevens? Hoe lang blijven ze bewaard?’ geeft de whitepaper een aanzet om over die thema’s na te denken. Veel zelfmetingen vinden plaats op eigen initiatief: consumenten gebruiken apps en apparaten voor sport, om aan hun gezondheid te ‘werken’, of zien het als een mode-item.
Maar de whitepaper onderscheidt ook een nieuwe groep van geïnformeerde patiënten die groeit: “We zien echter een toename van
Die nieuwe groep van goed geïnformeerde patiënten groeit
zelfmetingen die worden uitgevoerd in de context van een behandeltraject. De patiënt wordt door de behandelaar gevraagd om (thuis) zelfmetingen uit te voeren. De behandelaar beschikt hierbij over steeds meer apparaten en software, vaak onderdeel van telemedicine-, telecare- en eHealth-oplossingen.” Op die manier kan een patiënt, buiten het directe contact met de behandelaar en buiten de openingstijden van de bakstenen spreekkamer, actief de eigen gezondheidstoestand bewaken.
“We zien dus twee sterk groeiende, maar deels nog sterk gescheiden praktijken: zelfmetingen op eigen initiatief (en primair voor eigen gebruik) én zelfmetingen op initiatief van de behandelaar (als onderdeel van een behandeltraject). Daarnaast zien we een toenemende behoefte bij gebruikers om gegevens uit deze twee verschillende praktijken meer met elkaar in verband te kunnen brengen. Wat is vastgelegd in de ene context zou je moeten kunnen inbrengen in de andere context”, schrijven de auteurs van het rapport.
Een aantal huisartsen gaat daadwerkelijk aan de slag met apps en apparaten om je gezondheid bij te houden. Een van de geïnterviewde huisartsen, Bart Timmers, vertelt: “Het komt regelmatig voor dat mensen die thuis een bloeddrukmeter hebben, hun eigen waardes meenemen naar de praktijk. De vorm varieert van een los kladblaadje met wat aantekeningen tot een fraaie Excelsheet. Die laatste scan ik wel eens in in het huisartsen-informatiesysteem (HIS), als een plaatje. Met de gegevens kan ik
Van ‘houwtje-touwtje oplossing’ naar een betrouwbaar, liefst gestandaardiseerd systeem
dan verder niet veel. Ik noteer in het huisartsen-informatiesysteem (HIS) dan een soort gemiddelde bloeddruk met het timmermansoog, uiteraard in het metingenveld, maar ik ervaar daarbij wel een manco in het ICT-systeem. Zo ook bij glucosewaardes, hoewel daar wel een meetwaarde voor bestaat (dagcurve). Al met al dus nog een redelijk houtje-touwtje oplossing en als ik met bijvoorbeeld leveranciers spreek, lijkt er nog weinig belangstelling te zijn voor het kunnen laten verwerken van patiëntendata. Dat die er steeds meer gaan komen, lijkt me wel te verwachten.”
Nictiz en de co-auteurs hopen met de whitepaper meer ideeën te bespreken en discussie op gang te brengen over hoe een huisarts, zorgprofessional en patiënt van ‘houwtje-touwtje oplossing’ naar een betrouwbaar, liefst gestandaardiseerd systeem kan. “Momenteel hebben zelfmeetapplicaties vaak beperkte mogelijkheden om deze gegevens te exporteren, en dan nog vaak niet gestandaardiseerd. Hoewel Persoonlijke Gezondheidsdossiers ons verder kunnen helpen, zal er vooral aan de bron gewerkt moeten worden. Voor de overdracht van zelfgegenereerde gezondheidsinformatie naar medische informatiesystemen ontbreekt op dit moment nog een duidelijke informatiestandaard.”
De markt is nog niet klaar voor de grote ‘massa’ van apps, bloeddrukmeters, stappentellers, thuismonitor-apparatuur en websites, is een voorzichtige observatie van de whitepaper. Maar de markt vormt zich ook door externe factoren. Op kleine schaal zie je dat gebeuren bij deze whitepaper: daar werken onderzoekers, promovendi, een arts, een jurist, een Quantified Self’er, beleidsmedewerkers en zorgverleners samen om thema’s te bespreken vanuit verschillende perspectieven, om te kijken waar lacunes zitten en waar kansen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!