Cardiologen en radiologen willen af van DVD’s en CD’s om digitale beelden uit te wisselen. Toch zijn dit de voornaamste media waarop specialisten in ziekenhuizen met elkaar en andere instellingen uitwisselen. Maar er kleven risico’s aan: het beeldmateriaal kan onderweg kwijtraken, of er treden problemen op bij het branden op CD’s en DVD’s, zegt Fernao Beenkens, adviseur bij Nictiz. Is digitale beelduitwisseling via online netwerken een meer toekomstbestendige oplossing?
Voor het rapport Uitwisseling in beeld heeft Beenkens heeft cardiologen, radiologen, informatiemanagers en applicatiebeheerders gevraagd naar hun ervaringen met beelduitwisseling. De resultaten van deze vragenlijst geven een beeld van de huidige situatie binnen de afdelingen radiologie en cardiologie in Nederlandse ziekenhuizen, maar tonen ook de huidige problemen en knelpunten die volgens specialisten, informatiemanagers en applicatiebeheerders niet alleen meer initiatieven, maar ook meer gebruiksgemak in de weg staan.
Second opinion op verzoek van de patiënt is een motivatie voor specialisten om digitale beelden uit te wisselen
Cardiologen en radiologen gebruiken vooral beelduitwisseling onder meer voor het doorverwijzen van patiënten naar andere ziekenhuizen. Dat past ook bij de ontwikkeling waarbij ziekenhuizen zich in toenemende mate specialiseren of patiënten doorverwijzen naar andere instellingen met een bijzondere expertise. Een second opinion op verzoek van de patiënt blijkt een andere belangrijke motivatie voor specialisten om digitale beelden met elkaar uit te wisselen. Ook worden digitale beelden uitgewisseld voor samenwerking bij wetenschappelijk onderzoek. De meest voorkomende medische beelden die zorginstellingen uitwisselen zijn röntgenfoto’s, CAT/CT-scans, MRI-scans, echo’s en angiogrammen.
CD versus digitaal netwerk
“Beelduitwisseling via CD of DVD is op zijn retour. Er kleven risico’s aan: het beeldmateriaal kan onderweg kwijtraken, of er treden problemen op bij het branden op CD’s en DVD’s, of bij het inlezen van de beelden bij de ontvangende zorginstelling waarnaar de patiënt doorverwezen is.” Beelduitwisseling met CD’s is een arbeidsintensief proces van importeren, exporteren en versturen. Toch gebruikt nog zo’n 25 procent van de radiologen en dertig procent van de cardiologen die aan dit onderzoek hebben deelgenomen, CD’s en DVD’s om beeldmateriaal te versturen.
Een second opinion op verzoek van de patiënt blijkt een andere belangrijke motivatie voor specialisten om digitale beelden met elkaar uit te wisselen
Bovendien kunnen verslagen niet altijd meegestuurd worden met het fysiek versturen van beelden via CD of DVD. Beenkens: “Hierdoor moeten zorgverleners die aanvullende medische gegevens handmatig toevoegen aan dossier, met het risico op fouten.”
Beenkens geeft aan dat er een verschil is tussen beelduitwisseling in algemene zin en digitale beelduitwisseling. Digitale beelduitwisseling is het uitwisselen van de beelden via online netwerken zodat de beelden niet meer fysiek per CD of DVD verstuurd hoeven te worden. De beelden zijn dan op afstand door geautoriseerde collega specialisten in te zien vanaf hun eigen locatie. Bij sommige varianten van digitale beelduitwisseling wordt een kopie van de beelden digitaal verstuurd naar de andere locatie, bij andere varianten kunnen de specialisten met behulp van een soort digitaal venster (viewer) kijken naar de beelden op hun oorspronkelijke locatie. Daarmee kunnen artsen online een intercollegiaal consult uitvoeren, en kunnen patiënten beter en sneller geholpen worden als zij een second opinion willen en efficiënter worden doorverwezen naar specialisten in andere ziekenhuizen. “Onder optimale omstandigheden kan het online versturen van dezelfde digitale beelden binnen vier seconden plaatsvinden in plaats van vier werkdagen bij CD’s en DVD’s”, zegt Beenkens.
Geen dubbele onderzoeken
Digitale beelduitwisseling biedt een aantal belangrijke voordelen. Het bespaart tijd, en voorkomt dat beelden verloren gaan tijdens de beelduitwisseling. Ook geven ondervraagde cardiologen en radiologen aan dat ze effectiever multidisciplinair overleg kunnen voeren, en beelden beter en makkelijker kunnen laten herbeoordelen door collega’s. Beenkens: “Met digitale beelduitwisseling kun je dubbel onderzoek voorkomen. Dat bespaart kosten, in een aantal gevallen minder ligdagen in het ziekenhuis of een snellere uitslag bij second opinions, en de gezondheid van de patiënt wordt niet met extra straling belast doordat beelden zoals CT-scans opnieuw gemaakt moeten worden.”
De toenemende digitale beelduitwisseling stelt ook hogere eisen aan de beschikbare digitale opslagruimte waar de beelden opgeslagen kunnen worden
Toch zijn er ook nog een aantal knelpunten die verdere opschaling van digitale beeldnetwerken in de weg zitten. Een van de grootste problemen is het niet naleven van interoperabiliteit: het met elkaar verbinden van alle aanwezige en verschillende systemen die ziekenhuizen gebruiken. Naast de verschillende scan- en beeldvormingapparatuur zoals CT-scanners en röntgenapparaten heb je ook te maken met systemen die beelden opslaan (zogenaamde Picture and Archiving System oftewel PACS) en software, ook wel viewers, om de beelden vervolgens te bekijken. Omdat in enkele gevallen verschillende leveranciers dezelfde standaard nét iets anders implementeren, geeft dezelfde standaard in praktijk niet altijd garantie op een vlekkeloze uitwisseling van beelden in eerste instantie.
Maar ook de snelheid en stabiliteit van de internetverbindingen die in ziekenhuizen gebruikt worden om de digitale beelden mee uit te wisselen zijn soms een belemmering, zeggen specialisten en ICT-managers. Een andere ontwikkeling waar ziekenhuizen op in moeten spelen is dat de toenemende digitale beelduitwisseling steeds hogere eisen stelt aan de beschikbare digitale opslagruimte waar de beelden opgeslagen kunnen worden.
Privacy
Ook geven cardiologen en radiologen aan dat privacy-afwegingen en de onmogelijkheid om in andere archieven te zoeken knelpunten kunnen zijn. Bij een second opinion of bij een herbeoordeling bijvoorbeeld is de toegang tot het volledige dossier van de patiënt niet altijd mogelijk. De wens bestaat om alle gemaakte beelden beschikbaar te stellen voor de samenwerkende ziekenhuizen. Maar wanneer beeldmateriaal decentraal beheerd wordt in een systeem dat beelden opslaat, is officieel toestemming van de patiënt vereist.
Door meer samenwerking tussen ziekenhuizen neemt het belang van goede beelduitwisseling toe
Door meer samenwerking tussen ziekenhuizen neemt het belang van goede beelduitwisseling alsmaar toe, volgens Beenkens. Op dit moment registreert elk ziekenhuis, tenzij deze bijvoorbeeld al samenwerkt in een regionaal verband, de patiënt met een uniek nummer binnen het eigen ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS). Onder dit nummer hangt uiteindelijk ook het burgerservicenummer (BSN) van de patiënt. Maar: bij uitwisseling wordt het BSN lang niet altijd gebruikt en wordt het originele ZIS-registratie-nummer van de patiënt met de beelden meegestuurd. Dat levert onduidelijkheid op bij andere ziekenhuizen die een ander registratiesysteem en –nummers gebruiken. Een expliciet verbeterpunt volgens applicatiebeheerders en ICT-managers is dan ook het belang van één gezamenlijk patiëntnummer bij het uitwisselen van onder andere digitale beelden, dus het BSN. Die uniforme patiënt-identificatie is van belang om nieuwe gegevens te koppelen aan bestaande ziekenhuisdossiers, en voorkomt handwerk.
[accordion]
[acc title="Foto credit"]Iwan Gabovitch via Flickr (flickr.com/photos/qubodup/) en Philips[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!