De meeste mensen kennen de GGD van inentingen halen voor een vakantie, met jonge kinderen naar de jeugdarts of seksuele voorlichting voor middelbare scholieren. Met jeugdartsen, onderzoekers en voorlichters richt de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) zich op publieke gezondheid in gemeenten. Welke rol speelt digitale zorg bij de gemeentelijke gezondheidsdiensten? Staat eHealth eigenlijk op de agenda bij GGD’en, en is iedere organisatie even ver?
Activity trackers kunnen je meer inzicht geven in hoe actief je op een dag bent en een inschatting van verbrande calorieën geven. Zouden ze ook kunnen helpen bij kinderen met overgewicht, vroeg de GGD West-Brabant zich af. Van februari tot april dit jaar liep daar een pilot waarbij zes schoolgaande kinderen in de leeftijd elf tot veertien werden uitgerust met een activity tracker en een slimme digitale weegschaal van iHealth. De geregistreerde stappen en het gewicht werden naar de online omgeving van iHealth gestuurd. De kinderen konden deze gegevens doorsturen naar de GGD-medewerkers. Eens in de twee weken spraken de GGD-medewerkers met de kinderen. Aan het einde van de pilot kwamen de kinderen weer bij de jeugdverpleegkundige.
Sporten in groepsverband
“Sommige kinderen waren direct enthousiast en deden drie maanden mee. Maar er zaten ook kinderen bij die snel de interesse kwijtraakten”, vertelt Natascha van Riet, projectmanager publieke gezondheid bij de GGD West-Brabant. Zij is het afgelopen jaar bezig geweest met het thema eHealth en hoe de GGD daarop kan inspelen. “We zijn er bijvoorbeeld achter gekomen dat goede begeleiding essentieel is. We moeten er in het vervolg
“Een jaar of veertien is een gevoelige leeftijd"
dichter op zitten dan we nu deden. Ook gaven de kinderen aan dat ze het leuk zouden vinden om zo’n experiment in groepsverband te doen, bijvoorbeeld met de klas. De kinderen in de pilot zaten op verschillende scholen en in verschillende plaatsen. En we willen in het vervolg aansluiten bij lopende projecten, zoals Lekker Fit.”
Ook ontdekten GGD-medewerkers dat de kinderen uit de pilot de gezondheidsgadgets soms wat confronterend vonden. “Sommige kinderen vonden het gebruik van die weegschaal eigenlijk niet zo fijn”, merkte Van Riet. “Dat was wat confronterend, door hun overgewicht. Een jaar of veertien is een gevoelige leeftijd.”
Obli
Op verschillende plekken in Nederland wordt door GGD's digitale zorg aangeboden. GGD Flevoland ontwikkelde bijvoorbeeld GGD op Reis. In die app wordt per land aangegeven wat aangeraden en verplichte vaccinaties zijn en eventueel heersende epidemieën. Ook kun je de app bijhouden welke vaccinaties je al hebt gehad. GGD West-Brabant ontwikkelde Mijn kind in beeld, een online portaal waar ouders het jeugdgezondheidsdossier van hun kind kunnen bekijken. Ook deed GGD West-Brabant een project met Obli, een drinkherinneringsapparaat voor ouderen. In samenwerking met de producent van Obli, de Universiteit van Tilburg en een huisartsenteam in Etten-Leur werd er een validatie-onderzoek gedaan met Obli, om te onderzoeken wat het effect was op de vochtinname bij mensen die bij de huisarts bekend waren met onvoldoende vochtinname. In dat validatie-onderzoek werd aangetoond dat ouderen gemiddeld ruim zestig procent meer gingen drinken met het digitale hulpmiddel.
Volgens Van Riet verschilt het per organisatie hoe ver men is met het aanbieden van digitale zorg of het ontwikkelen van een visie op eHealth. “Ik zie wel verschil in tempo waar GGD’en mee bezig zijn en waar de focus op ligt.” Ze verklaart dat mede doordat de GGD op het terrein van publieke gezondheid en preventie zit. “We willen voorkomen dat mensen ziek worden. eHealth zit nu nog veel aan de zorgkant: wat kun je doen als mensen eenmaal ziek zijn? Maar we zien inmiddels ook dat binnen preventie wordt gekeken naar eHealth-toepassingen”, aldus Van Riet.
Netwerk-organisatie
Daar wil de overkoepelende organisatie van de vijfentwintig GGD’en en GHOR-bureaus - de GGD GHOR - iets aan doen. GHOR staat voor de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.
“GGD-en zijn bij uitstek verantwoordelijk van het domein publieke gezondheid, naast huisartsen. Daarmee zijn zij eigenaar van E-Public Health”, vertelt Marion Stein, portefeuillehouder Informatie bij de GGD GHOR. E-Public Health wordt een van de pijlers van GGD GHOR, die verantwoordelijk is voor de landelijke strategische visie en randvoorwaarden, vertelt Stein. Naast haar functie bij de landelijke vereniging is Stein programmadirecteur van de GGD Haaglanden, en is ze voor de stad Den Haag actief als programmadirecteur ICT & Zorg.
Zou er al een digitaal inentingen-boekje bestaan?
Deze week organiseert GDD GHOR daarom een tweedaagse bijeenkomst om een ontwikkel-agenda E-Public Health op te stellen. “We zien heel veel initiatieven links en rechts, maar de verbinding tussen de organisaties wordt nog niet gelegd. We zijn te veel met kleine initiatieven bezig. Dat zie je in de care ook: er zijn veel mooie eHealth-initiatieven, maar er wordt weinig uitgewisseld.”
GGD als gids
Een van de onderdelen waar op samengewerkt gaat worden aankomend jaar is het thema gezondheidsapps. “In het woud van wearables en gezondheidsapps gaan we kijken of we een GGD-keurmerk of review kunnen geven, zodat cliënten zelf kunnen beslissen welke apps ze willen gebruiken en welke ze beter over kunnen slaan”, vertelt Stein. Ze bekijkt het pragmatisch: “We beginnen met de apps die door een grote groep Nederlanders gebruikt worden. En als we met vijfentwintig organisaties tegelijk aan het werk gaan op onderdelen, gaat het heel snel. We willen minimaal vijftig apps gereviewd hebben aankomend jaar, en we kijken of we dat groter kunnen maken als netwerkorganisatie.”
Big en open data
“Er is veel ICT bij de GGD, en we willen dat die architecturen big data en open data faciliteren”, zegt Stein. “Naast randvoorwaarden voor apps is een tweede speerpunt van de landelijke GGD GHOR dat we met elkaar brancheafspraken maken over de architectuur van ICT-systemen. Dat zijn thema’s onder de motorkap waar we al een jaar mee bezig zijn.”
“GGD’en verzamelen ontzettend veel informatie"
“Die hele wereld van wearables geeft een geweldige hoeveelheid informatie, maar de GGD’en verzamelen ook ontzettend veel informatie. De uitdaging voor ons is om te kijken met welke big data je de publieke gezondheid beter kunt maken. Niet iedere dataset is bruikbaar en valide genoeg”, aldus Stein. Methodisch zal onderzoek enorm gaan veranderen aankomende jaren, voorspelt ze.
Naast jeugdgezondheidszorg en publieke gezondheid is monitoring een belangrijke taak van de GGD. “We versturen bijvoorbeeld digitale en papieren vragenlijsten aan inwoners om te vragen hoe het met hun gezondheidssituatie is, zoals de groep 65+ers”, vertelt Van Riet. “Ook daar willen we gezamenlijk optrekken met andere GGD’en: als mensen via andere manieren gezondheidsgegevens verkrijgen, hoe kunnen we die informatie dan aan elkaar verbinden? Hoe kunnen we op andere manieren gaan monitoren, bijvoorbeeld met apps? Hoe kun je gegevens die in andere regio’s verzameld worden ook gebruiken of delen?”
Online seksuele voorlichting
Bepaalde onderdelen van de gemeentelijke zorg zijn al verder gedigitaliseerd dan anderen. Seksuele voorlichting voor jongeren bijvoorbeeld, die wordt aangeboden onder de naam Sense. Het programma beoogt laagdrempelige seksuele hulpverlening te bieden aan jongeren tot en met 24 jaar. Naast door de GGD g
Jongeren kunnen vragen stellen stellen via een forum, Twitter, en Facebook
eorganiseerde (anonieme) spreekuren met verpleegkundigen wordt al een aantal jaar gewerkt met een landelijke website (sense.info) en kunnen jongeren contact hebben met een deskundige via chat of e-mail. Ook kunnen jongeren via jouwggd.nl chatten met een jeugdarts en vragen stellen via een forum, Twitter, en Facebook. JouwGGD is een landelijke website van vijftien GGD’en en twee jeugdgezondheidsorganisaties. De online spreekuren en inzet van social media zijn beschikbaar voor alle Nederlandse jongeren.
Jongeren hebben een voorkeur voor eHealth, blijkt uit dit onderzoek naar seksualiteitshulpverlening door de GGD. Face-to-face contact sluit niet altijd aan bij de hulpbehoefte van de jongeren volgens de onderzoekers, vooral vanwege de hoge drempel, ondanks de anonimiteit van het aanbod. Vooral jongens bezoeken spreekuren veel minder vaak dan meisjes en geven aan liever via e-mail of chat te willen communiceren over hun problemen. Ook meisjes geven aan dat deze wijze van communiceren vaak beter aansluit bij hun hulpvraag en hulpbehoefte. In Nederland lopen er momenteel verschillende pilots met eHealth voor Sense. “Uiteindelijk zullen kwaliteitseisen voor online hulpverlening, specifiek voor Sense eHealth opgesteld moeten worden en zullen bestaande scholingen aangepast moeten worden om hulpverleners in staat te stellen hieraan te voldoen”, aldus de onderzoekers.
Met de ontwikkel-agenda die vandaag en morgen wordt opgesteld door de landelijke vereniging GGD GHOR wordt het hopelijk gemakkelijker om de kennis en ervaring op het gebied van eHealth met elkaar te delen. Stein: “Elke GGD heeft op een onderdeel energie zitten. Laat nou die GGD dat denkwerk uitwerken voor de andere organisaties. Zorg dat elke GGD iets heeft om mee aan de slag te gaan, kennis over op te doen en die kennis te delen.”
[accordion]
[acc title="Foto credits:"]Flickr via https://www.flickr.com/photos/pahowho/13383723613/[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!