De onderzoekers van de eHealth-monitor ondervroegen in 2014 voor het eerst ook verpleegkundigen, verzorgenden en praktijkondersteuners naar hun ervaringen met eHealth. Daaruit blijkt dat zij beeldschermzorg, sensortechnologie en telemonitoring op bescheiden schaal inzetten in hun werkpraktijk. Tegelijkertijd ervaren verpleegkundigen en verzorgenden dat informatie-uitwisseling en overdracht van dossiers nog niet digitaal plaatsvindt. TrendITion over het gebruik van eHealth onder verzorgenden en verpleegkundigen.
De meeste verpleegkundigen gebruiken op hun werk internet. Zo gebruikt negen op de tien verpleegkundigen een computer of laptop, één vijfde een smartphone en zestien procent gebruikt een tablet in hun dagelijkse werk. Ook vindt drie kwart (76%) van de verpleegkundigen het gebruik van ICT (zeer) belangrijk tijdens hun dagelijks werk. Computers en tablets worden onder andere ingezet om op afstand informatie op te halen uit het elektronisch patiëntendossier, om via internet informatie op te zoeken of om aan patiënten informatie te laten zien.
Verpleegkundigen willen graag meer betrokken worden bij ICT-vernieuwingen
Maar uit cijfers uit de eHealth-monitor 2014 kan ook opgemaakt worden dat de verpleegsector achterloopt op een aantal terreinen in vergelijking met andere zorgprofessionals, zoals huisartsen en medisch specialisten. Om een aantal concrete voorbeelden te noemen: vooral verpleegkundigen in de care werken nog relatief veel op papier. Minder dan de helft van de verpleegkundigen geeft aan dat elektronische gegevensuitwisseling wordt gebruikt in de instelling. Volgens de ondervraagde verpleegkundigen is er een gebrek aan begeleiding, onvoldoende technische ondersteuning en onvoldoende training om te leren werken met nieuwe technieken. Bovendien geven verpleegkundigen aan dat ze graag meer betrokken willen worden bij ICT-vernieuwingen.
Nieuwe zorgtechnologie
Een van de thema’s van de eHealth-monitor 2014 is begeleiding op afstand. Het meest voorkomend zijn zogenaamde toezichthoudende technieken, waaronder sensoren of personenalarmering. Die worden in de care door 53% van de verpleegkundigen en verzorgenden zelf of in hun instelling gebruikt. Met name in de langdurige zorg bestaan er verschillende mogelijkheden om patiënten op afstand te begeleiden. Het meest wordt gebruik gemaakt van toezichthoudende technieken, zoals bewegingsmelders of valdetectie.
Beeldbellen en medicijndispensers zijn nog relatief nieuw en worden veel minder vaak gebruikt. Drie procent van de verpleegkundigen maakt gebruik van beeldbellen en één op de twintig verpleegkundigen maakt gebruik van medicijndispensers in de zorg, blijkt uit cijfers uit de monitor. Voor zowel toezichthoudende technieken, beeldbellen en de medicijndispenser verwacht de helft van de verpleegkundigen dat deze een positief effect hebben op het zelfmanagement van patiënten.
Jonneke Bodzinga-Zwarts is verpleegkundige en projectmedewerker Zorg op Afstand bij zorginstelling Beweging 3.0. Ze is betrokken bij de invoering van verschillende zorgtechnologieën. Beweging 3.0 is onder meer actief met beeldbellen, medicijndispensers en een digitaal netwerk voor cliënten, mantelzorgers en zorgverleners genaamd Samzo. “En we hebben een aantal verpleeg- en verzorgingshuizen waar ook geïnnoveerd wordt.”
Jonneke Bodzinga-Zwarts, verpleegkundige en projectmedewerker Zorg op Afstand bij zorginstelling Beweging 3.0
Verpleegkundigen van Beweging 3.0 maken bijvoorbeeld gebruik van medicijndispenser Philips Medido, een klein kastje dat automatisch de juiste dosering en medicatie afgeeft op het juiste moment. Met Medido is het niet meer noodzakelijk om meerdere keren per dag langs te komen om patiënten hun medicatie te geven. “Twee derde van mijn collega’s hebben inmiddels een training gehad met om een van de zorgtechnologieën in te zetten in hun werk”, aldus Bodzinga-Zwarts.
"Twee derde van mijn collega’s hebben inmiddels een training gehad om zorgtechnologie in te zetten in hun werk"
“Beweging 3.0 startte met een vast team voor beeldbellen. Maar cliënten willen graag een vertrouwd gezicht zien, dus zijn we begonnen met het opleiden van de collega’s van het eigen thuiszorgteam zodat zij met hun eigen cliënten kunnen bellen.” Vanaf april 2015 houdt het projectteam op met bestaan en wordt de inzet van zorgtechnologie geborgd in de teams, aangevuld met een gespecialiseerd verpleegkundige zorgtechnologie.
“Zorgtechnologie is nog geen onderdeel van het werk van verpleegkundigen. Zo lang dat nog niet het geval is, blijft het lastig om te implementeren. Daar is veel coaching voor nodig. En de coaching werkt nog beter wanneer een collega andere collega’s motiveert”, zegt Bodzinga-Zwarts. De innovatie- en ontwikkelingsafdeling van Beweging 3.0 luistert naar nieuwe ideeën van collega’s. “Het werkt het beste als je als zorgverlener tegen iets aanloopt en denkt: dit zou nuttig zijn.”
Draagvlak
Judith van Leeuwen is wijkverpleegkundige bij zorgorganisatie Omring in Schagen. Ze houdt zich onder meer bezig met de begeleiding van teams, het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen en het opzetten van nieuwe eHealth-projecten. Van Leeuwen werkte onder meer aan de Rodevlaggen-app, een app waarmee waarnemingen op het gebied van medicatieveiligheid gemakkelijk gerapporteerd kunnen worden bij cliënten thuis. Via de app weten de wijkverpleging en de apotheek wat aandachtspunten zijn bij cliënten. “Na de pilotfase van zes weken zijn er nu tien teams die werken met het Rodevlaggen instrument”, vertelt Van Leeuwen.
Judith van Leeuwen, wijkverpleegkundige bij Omring (foto: Zorgidee/Janus van den Eijnden)
“Met beeldzorg zijn we in 2014 gestart, en dat is hartstikke interessant. Je merkt bijvoorbeeld dat mensen die eenzaam waren nu veel meer contact hebben. Cliënten kunnen op bepaalde momenten van de dag zelf even contact zoeken met het zorgteam, en kunnen met de iPad ook gratis beeldbellen en e-mailen met familie of vrienden. Beeldzorg heeft een toegevoegde waarde voor cliënten van de thuiszorg”, aldus Van Leeuwen. Momenteel is Omring bezig met de implementatie van beeldzorg binnen de organisatie, waarbij wordt samengewerkt met FocusCura.
"eHealth wordt niet van hogerhand opgelegd, maar het initiatief komt vanaf de werkvloer"
Ook Van Leeuwen noemt het creëren van draagvlak onder collega’s een belangrijke factor voor de succesvolle opschaling van eHealth.“Bij Omring wordt eHealth niet van hogerhand opgelegd, maar komt het initiatief vanaf de werkvloer. Wijkverpleegkundigen werken met een coach, en die stimuleert het team en betrekt ze bij nieuwe innovaties.” Van Leeuwen: “Wat ik merk is dat de ICT-wereld en de thuiszorg twee heel verschillende werelden zijn. Daar mag nog wat meer begeleiding plaatsvinden: zorg dat je die twee werelden veel meer met elkaar in contact brengt.”
Volgens Bodzinga-Zwarts ligt de thuiszorg als het om eHealth gaat voor op collega-verpleegkundigen, omdat daar gewerkt wordt met zelfsturende teams. “Als team wil je onder andere reiskosten besparen en minder achter de voordeur komen van mensen die dat liever niet willen. Dan is de inzet van een medicijndispenser of beeldbellen een logische oplossing.”
Angst voor het onbekende
In de eHealth-monitor 2014 – en overigens ook in eerder onderzoek – wordt ook geconcludeerd dat het geen vanzelfsprekendheid is dat verpleegkundigen een technologie gebruiken zodra die voor hen beschikbaar is. Verpleegkundigen vinden technologie vaak niet passen binnen het zorgproces en ze zijn niet op voorhand overtuigd van het nut ervan. De ondervraagde zorgprofessionals voor de eHealth-monitor 2014 geven een aantal concrete belemmerende factoren bij toepassen van ICT, waarvan tijdsgebrek en gebrek aan technische support de belangrijkste zijn. Nieuwe toepassingen worden geïntroduceerd zonder voldoende technische ondersteuning en training. Ook zijn er problemen met de techniek zelf: draadloze netwerkverbindingen blijken niet overal beschikbaar, er moet informatie worden overgetypt omdat systemen onderling geen informatie kunnen uitwisselen.
"Verpleegkundigen moeten weten waar ze terecht kunnen met technische vragen"
Bodzinga-Zwarts: “Doordat verpleegkundigen veel op hun bordje krijgen, is het goed dat er middelen komen om de werkdruk te verlichten. Als de collega’s zelf nog niet de voordelen ervan ervaren, gaat het inzetten minder snel. Pas als je zorgtechnologie in gaat zetten, merk je hoe goed het werkt. Daarom is onderwijs ook zo belangrijk. Wij nemen collega’s echt mee vanaf het begin, en dat start met: ‘dit is de ‘aan’-knop van de iPad’.” De technische support voor eHealth-toepassingen wordt bij Beweging 3.0 mede geborgd door FocusCura, die met een medische alarmcentrale en installateurs werkt. “Verpleegkundigen moeten weten waar ze terecht kunnen met technische vragen.”
Judith van Leeuwen: "Onderwijs is essentieel"
Ook wijkverpleegkundige Van Leeuwen herkent de in de eHealth-monitor genoemde belemmeringen. Volgens haar speelt bij beeldzorg ook de angst voor het onbekende. “Daarom moet een organisatie echt laten zien: we moeten hier doorheen. Omring pakt dat goed aan. Zo ben ik bijvoorbeeld aangesteld om bij zorgtechnologie te bekijken wat er in de toekomst kan werken, en waar we behoefte aan hebben.”
Staan wijkverpleegkundigen volgens haar open voor innovaties? “Je merkt dat de wijkverpleging op dit moment heel druk is met het nieuwe indiceren, daar ligt nu de focus. Maar over het algemeen zijn wijkverpleegkundigen zeker bereid om verder te kijken, en te zien wat een toegevoegde waarde heeft voor zorg.” Maar ze merkt ook dat ze wel geregeld van collega’s van andere zorginstellingen hoort dat Omring voorop loopt.
Sensoren
Naast relatief nieuwe eHealth-toepassingen als beeldzorg en medicijndispensers worden ook toezichthoudende technieken genoemd als voorbeeld van begeleiding op afstand. Die technieken worden vooral gebruikt in de langdurige zorg: 44% van de verpleegkundigen zegt dat ze dit zelf gebruiken of dat het in hun instelling wordt gebruikt.
Vera van den Hengel is verzorgende in een kleinschalige woongroep voor dementerenden van BrabantZorg. In die kleinschalige woonvoorzieningen voor dementerenden is BrabantZorg zo’n drie jaar geleden gestart met sensortechnologie. Van den Hengel: “Als je weet dat een cliënt uit bed gaat ‘s nachts en valgevaarlijk is, is het mogelijk om sensoren te gebruiken. De verpleegkundige of verzorgende krijgt een melding op de smartphone dat de sensor in beweging is gezet. Een sensor buiten de deur kan bijvoorbeeld ook."
De verzorgende krijgt een melding op de smartphone dat de sensor in beweging is gezet
Die toezichthoudende technieken worden lang niet bij alle cliënten ingezet. “Naasten van cliënten of bewindvoering geven er toestemming voor dat sensoren worden ingezet bij de zorg. Daarbij wordt natuurlijk afgesproken wat noodzakelijk is om gezondheidsrisico’s te verminderen, zoals het risico op vallen”, zegt Van den Hengel. Inbreuk op privacy moet worden afgewogen tegen gezondheidsrisico’s. “Daar wordt heel zorgvuldig en terughoudend mee omgegaan.” BrabantZorg biedt 24 uur per dag een servicemonteur bij eventuele storingen. “Die veiligheid je wil voor cliënten garanderen in zo’n beschermde woonvorm”, aldus Van den Hengel.
Elektronisch patiëntendossier
Nog een opvallende bevinding uit de eHealth-monitor 2014: de helft van de verpleegkundigen (49%) houdt het patiëntendossier voornamelijk of uitsluitend elektronisch bij. Bijna een kwart van de verpleegkundigen houdt daarentegen het patiëntendossier nog voornamelijk of uitsluitend op papier bij (24%). Hierbij zijn duidelijke verschillen tussen de cure en de care te zien. In de cure houdt 79% het dossier uitsluitend of voornamelijk elektronisch bij en in de care is dit nog geen derde (31%). Voor de care geldt verder dat ruim een derde (35%) het patiëntendossier uitsluitend of voornamelijk op papier bijhoudt, tegenover 7% in de cure.
Ulco de Boer is bestuurslid van het platform verpleegkundige Zorg- & informatietechnologie, onderdeel van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Dat platform is opgericht om via de afdelingen van V&VN en rechtstreeks naar de verpleegkundigen meer bewustwording voor zorgtechnologie te creëren. De Boer: “Er is onderscheid tussen informatietechnologie zoals een elektronisch patiëntendossier (EPD) of elektronisch cliëntendossier (ECD) en zorgtechnologie zoals telemonitoring en beeldschermzorg. Dit zijn helaas vaak nog gescheiden onderdelen die onafhankelijk van elkaar worden ingezet.” Verpleegkundigen hebben hier volgens De Boer last van, omdat ze te maken hebben met informatie in verschillende systemen die niet geïntegreerd zijn. “In de eHealth-monitor wordt ook het voorbeeld genoemd van bloedsuikerwaardes die op afstand gemeten zijn en die dan handmatig gekopieerd moeten worden naar het EPD. Hetzelfde geldt voor mail-contact dat niet automatisch in het EPD of ECD komt”, aldus De Boer.
Wel zijn verpleegkundigen in de cure druk bezig met een inhaalslag, volgens hem. “Door de invoering van nieuwe EPD’s in de ziekenhuizen krijgen verpleegkundigen hun eigen verpleegkundig dossier (EVD) als onderdeel van het EPD. In de care gaat de invoering minder snel, maar als er dan een nieuw elektronisch cliëntdossier komt is dat relatief modern.”
Het beeld dat De Boer schetst blijkt ook terug te komen in gesprekken met verpleegkundigen en verzorgenden. Bij zorgorganisatie Omring gebeurt er veel op het gebied van eHealth, maar volgens Van Leeuwen werkt die nieuwe technologie nog beter als er een elektronisch cliëntendossier is. “We werken nu helaas nog op papier. Dit jaar komt er een elektronisch cliëntendossier, daar zitten we nu wel op te wachten.”
Een kwart van de verpleegkundigen houdt het patiëntendossier nog voornamelijk of uitsluitend op papier bij
Ook bij Beweging 3.0 ontbreekt in de thuiszorg nog een ECD. Bodzinga-Zwarts: “Intramuraal, binnen de instelling, hebben we een EPD via een iPad, en we werken met digitale dossiers in de verpleeghuizen en met elektronische uitwisseling met huisartsen en fysiotherapeuten. Maar in thuiszorg werken we nog wel met papieren mappen. Verpleegkundigen hebben een device om hun mail op te bekijken, maar we hebben nog geen elektronisch patiëntendossier.”
De instelling waar Van den Hengel werkzaam is werkt sinds 2013 met een digitaal elektronische zorgdossier van Caress. “In juli 2013 is BrabantZorg helemaal digitaal gegaan. Als verzorgende heb ik autorisatie om aantekeningen van artsen, logopedisten en psychologen in te zien in het dossier van de cliënt waar ik voor zorg. Daarmee ben je veel minder tijd kwijt, ik zou niet meer terug willen naar een papieren dossier. De dagelijkse verpleegkundige overdracht gebeurt digitaal, maar overdrachten van buiten de organisatie moeten vaak nog handmatig overgetypt of geknipt en geplakt worden.”
Verantwoordelijkheid van verpleegkundigen
Een eHealth-toepassing werkt niet als hij ‘over de muur worden gegooid’, zoals een verpleegkundige het uitdrukte in de eHealth-monitor. Ongeveer de helft van de verpleegkundigen geeft aan dat ze meer betrokken willen worden bij ICT-vernieuwingen. Verpleegkundigen en verzorgenden worden beter voorbereid om eventuele problemen zelf op te lossen wanneer er meer aandacht is voor begeleiding en deskundigheidsbevordering. Het betrekken van verpleegkundigen en verzorgende bij de invoering van eHealth-toepassingen kan er ook toe leiden dat er meer gebruik van wordt gemaakt.
"Ze mogen zich best verdiepen in nieuwe mogelijkheden"
Maar verpleegkundigen moeten zelf ook meer verantwoordelijkheid nemen, meent Ulco de Boer. “Verpleegkundigen hebben goede ideeën en zien ook mogelijkheden om het werk efficiënter te maken, alleen zijn zij nog te weinig op de hoogte van allerlei nieuwe ontwikkelingen. Zij mogen zich daar best in verdiepen. Het platform VZI van V&VN heeft dan ook als een van haar speerpunten het onder de aandacht brengen van die nieuwe ontwikkelingen.”
De Boer: “Verpleegkundigen zijn heel praktisch ingesteld. Als zij zien dat iets goed werkt dan zijn zij sneller geneigd om nieuwe technieken te gaan gebruiken. Maar nieuwe technieken worden nog te weinig samen met de verpleegkundigen ontwikkeld.” Bodzinga-Zwarts wordt inmiddels geregeld gevraagd door HBO-Verpleegkunde opleidingen en middelbare scholen om te komen spreken. “Daarin merk je verandering, onderwijsinstellingen beginnen zorgtechnologie onderdeel te maken van scholing.”
[accordion]
[acc title="Foto credit"]COD Newsroom via Flickr (www.flickr.com/photos/codnewsroom/8639003804/)[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!