Zorg aan huis, een nacontrole op afstand, een virtueel bezoek aan de medisch specialist of het uitwisselen van informatie in de ketenzorg: beeldcommunicatie in de zorg zien we steeds vaker terug komen. Contact van scherm tot scherm wordt gebruikt voor de communicatie tussen arts en patiënt of artsen onderling. Toch komt er bij het implementeren van deze communicatievorm in een zorgorganisatie veel kijken. Foppe Rauwerda, Beeldzorgadvies, en Johan Krijgsman, Nictiz, bespreken actuele voorbeelden van beeldcommunicatie en de randvoorwaarden in hun nieuwste publicatie Communicatie in de zorg van scherm tot scherm.
Beeldcommunicatie kent vele namen en verschijningsvormen. Rauwerda en Krijgsman hanteren in hun publicatie de volgende definitie: een vorm van zorg waarbij een zorgverlener op afstand via een beeldscherm en camera communiceert met een zorgvrager of een zorgverlener. De zorgvrager en de zorgverlener(s) kunnen elkaar zien en met elkaar spreken. In Communicatie in de zorg van scherm tot scherm komen zes concrete voorbeelden aan bod.
Beeldschermzorg als communicatiemiddel
Bij informele zorg doet een beeldscherm dienst als communicatiemiddel tussen een (oudere) patiënt en familie, vrienden of mantelzorger. Bij deze vorm van zorg wordt beeldcommunicatie ook gecombineerd met slimme sensortechnologie, die mantelzorgers bijvoorbeeld informeert wanneer hun cliënt het huis verlaat of de koelkast opent.
Alternatief voor huisbezoek
Een mogelijk toepassingsgebied van beeldcommunicatie is als alternatief voor bezoek aan huis, bijvoorbeeld binnen de ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg. Denk hierbij aan meekijken bij het instellen van een insulinepen of het organiseren van de dag. Voor zorgverleners heeft deze vorm van communicatie als voordeel dat reistijd en –kosten bespaard worden en werktijd efficiënter benut wordt omdat contact via beeldscherm meer to the point is dan een bezoek aan huis.
Jonneke Bodzinga-Zwarts, verpleegkundige en projectmedewerker Zorg op Afstand bij Beweging 3.0
Beeldoverleg op afstand
Binnen de paramedische zorg biedt beeldcommunicatie uitkomst. Het onderling contact tussen bijvoorbeeld logopedisten of fysiotherapeuten en hun patiënten kan niet altijd even gemakkelijk op locatie plaatsvinden. Via beeldcommunicatie kunnen patiënt en hulpverlener op afstand contact hebben om oefeningen door te nemen of evaluaties te doen. Zo hoeft deze patiëntengroep niet naar hun hulpverlener af te reizen en kan het op een eigen locatie en tijd.
Virtuele wachtkamer
Een ander voorbeeld is het virtuele bezoek aan huisarts of medisch specialist. Dankzij de introductie van virtuele wacht- en spreekkamers binnen ziekenhuizen of huisartsenpraktijken, kunnen patiënten voor een adviesgesprek, het bespreken van een uitslag of het vragen van informatie vanuit huis bij hun huisarts of medisch specialist terecht. Deze manier van communicatie heeft enerzijds als voordeel dat patiënten niet of minder vaak naar de praktijk of het ziekenhuis hoeven te reizen – om daar plaats te nemen in de wachtkamer. Volgens patiënten zijn gesprekken van beeldscherm tot beeldscherm meer to the point, waardoor er meer tijd is om overige zaken te bespreken. De aanbieders van beeldcommunicatie-software zijn bezig om deze communicatieplatformen uit te breiden met koppelingen met wearables en zelfmanagement tools, zodat deze verzamelde informatie gebruikt kan worden als input voor het gesprek.
Professor Stefaan Bergé is afdelingshoofd van de afdeling Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie van het Radboudumc te Nijmegen. Hij en zijn collega's maken in de praktijk veel gebruik van het in het Radboud ontwikkelde beeldbelprogramma FaceTalk om een beeldoverleg met patiënten te hebben. Zijn afdeling is gespecialiseerd in de behandeling van aangeboren gezichtsafwijkingen zoals schisis, dat zich kenmerkt door een spleet of groef in bovenlip (hazenlip), kaak of gehemelte.
"Het scheelt veel tijd en reizen voor de patiëntjes en vooral hun ouders"
Het gevolg is dat kinderen en hun ouders uit het hele land naar Nijmegen afreizen voor de operatie. Voorheen moesten zij in de weken na de operatie enkele malen terugkomen naar Nijmegen. Die gesprekken kunnen volgens Berge echter prima via FaceTalk gevoerd worden. "Het scheelt veel tijd en reizen voor de patiëntjes en vooral hun ouders, en negen van de tien vragen kunnen we via een beeldverbinding prima beantwoorden. We horen eigenlijk alleen maar positieve geluiden van de ouders."
Monitoring op Intensive Care
Beeldcommunicatie wordt ook in het ziekenhuis ingezet voor patiënten, bijvoorbeeld op de intensive care (IC). Op de tele-IC is overdag een intensivist aanwezig, maar de avond-, nacht- en weekeinddiensten worden op afstand uitgevoerd door een intensivist uit een ander ziekenhuis. Doordat zo’n tele-intensivist de beelden van meerdere ziekenhuizen in de gaten houdt, levert dit kostenbesparing op.
Intensivist Peter van der Voort op de tele-ic van het OLVG in Amsterdam
Ketenzorg
Als laatste is beeldcommunicatie terug te vinden in de ketenzorg, waar zorgverleners in de eerste-, tweede- en derdelijnszorg via een beeldscherm communiceren voor overleg of het delen van beelden (zoals MRI-beelden) of kennis. Dit levert op verschillende fronten besparingen op, waaronder in reistijd of vergaderruimten. Maar het biedt zorgprofessionals ook de mogelijkheid om hun specialistische kennis onafhankelijk van tijd en plaats in te zetten.
De inzet van beeldcommunicatie in een zorgorganisatie veel voordelen opleveren, concluderen Rauwerda en Krijgsman. In grote lijnen draagt deze vorm van communicatie bij aan de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van zorgvragers en een efficiënte werkwijze van zorgverleners.
Implementatie
Toch is de inzet van beeldcommunicatie niet vanzelfsprekend, menen de schrijvers. Niet alleen komt er allerlei wet- en regelgeving bij kijken, ook vraagt het implementeren van deze communicatievorm in een zorgorganisatie de nodige aandacht. Volgens de auteurs kan beeldcommunicatie in de zorg alleen slagen als deze communicatievorm aansluit bij de behoefte van gebruikers, zowel de patiënten als de zorgverlener, en als beide partijen gemotiveerd zijn om ermee te starten.
De organisatie zal zorgverleners moeten overtuigen van het gebruiksgemak van beeldcommunicatie
Wat betreft die motivatie om te starten ligt er een belangrijke rol voor de zorgorganisatie. Zo dient de organisatie allereerst open te zijn over de kosten. De zorgverlener op de werkvloer moet een goed beeld hebben van de kosten voor de cliënt, zodat de cliënt niet onnodig en ongewenst op kosten wordt gejaagd. Daarnaast zal de organisatie zorgverleners moeten overtuigen van het gebruiksgemak en moet er op het werk een sfeer gecreëerd worden waarin zorgverleners durven te innoveren.
Patiënten stellen randvoorwaarden
Patiënten en hun naasten stellen bepaalde eisen aan beeldcommunicatie. Het platform GGZ stelde vanuit patiënten de randvoorwaarden op voor digitale zorg, waar beeldcommunicatie dus een vorm van is. Zo moet onder andere informatie goed bescherm worden in verband met privacy, moet online contact evengoed gecombineerd worden met persoonlijk contact met een zorgverlener en is digitale zorg slechts een aanvulling op de behandeling.
Gebruiken de meeste werknemers iOs of Android?
iOS of Android?
Zorgorganisaties doen er goed aan om zich te verdiepen in het aanbod en de mogelijkheden wat betreft beeldcommunicatie. Is de beeldbeltoepassing bereikbaar vanaf een smartphone of tablet – en zo ja, zowel voor iOs als Android? Waar werken zorgverleners het liefst mee? En wat is er praktisch allemaal wel en niet mogelijk binnen de organisatie? Hoe zit het met de Wi-Fi in het pand? Internetverbinding is vanuit patiëntperspectief ook een belangrijk punt. Wie via beeldcommunicatie zorg wil verlenen aan patiënten thuis, moet zeker weten dat zij toegang hebben tot internet. Daarnaast moet een zorgorganisatie er rekening mee te houden dat mobiele apparaten, zoals tablets of smartphones, om de zoveel tijd ge-update moeten worden. Dit kan handmatig gebeuren, maar er bestaat ook speciale software om een groot aantal apparaten in één keer van een update te voorzien.
Hoe zit het met de bekostiging?
Een belangrijke reden voor de toename van de inzet van beeldcommunicatie in de zorg zijn de veranderde regels wat betreft de bekostiging.
In de thuiszorg is beeldcommunicatie al een onderdeel van de reguliere bekostiging sinds 2012
In de thuiszorg is beeldcommunicatie al een onderdeel van de reguliere bekostiging sinds 2012. Zorgorganisaties krijgen – onder bepaalde voorwaarden - de beeldcontacttijd vergoed op dezelfde wijze en tegen hetzelfde tarief als de zorg die aan huis wordt gegeven. Vanaf 2013 kunnen huisartsen en specialisten beeldcontact vergoed krijgen, respectievelijk onder de noemer e-mailconsult en tele-consult.
Uiteraard komen er wel strikte wetten en regels kijken bij het gebruik van beeldcommunicatie in de zorg. Er worden immers persoons- en medische gegevens gebruikt en mogelijk geregistreerd of gedeeld met derden. Wetgeving en normen waar zorgaanbieders onder andere rekening mee moeten houden zijn de wet bescherming persoonsgegevens, wet op medische hulpmiddelen en NEN7510.
Zorgaanbieders moeten zich houden aan wetten en richtlijnen als NEN 7510
What’s next?
Over de toekomst van beeldcommunicatie en gerelateerde zaken in de zorg laten de auteurs zich ook uit. De ontwikkeling van Bring Your Own Device (BYOD) zet voort, waardoor de markt van device onafhankelijke - iOS, Android of Microsoft maakt niet uit - en any to software gaat groeien. Beeldcommunicatie gaat daarnaast in steeds mindere mate een op zichzelf staande dienst worden. Het zal eerder onderdeel uit gaan maken van een zelfmanagementportaal of platform voor chronisch zieke patiënten. Naast communicatie met hun hulpverlener zouden patiënten op zo’n platform hun meetgegevens kunnen invoeren, informatie bekijken, een agenda bijhouden of educatie volgen. Tenslotte zullen mensen in de toekomst meer gebruik gaan maken van mobiel internet (4G of 4G+) in plaats van vast internet. Dit vergroot de inzetbaarheid van beeldcommunicatie in tijdelijke of acute situaties.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!