'Patiënt snakt naar eigen dossier', kopt het AD vandaag. Aanleiding voor het interview met NPCF-directeur Wilna Wind is een onderzoek dat de patiëntenfederatie liet uitvoeren onder ruim 10.000 respondenten. Tegelijkertijd blijkt uit dat onderzoek ook dat slechts een klein deel van de deelnemers gebruik maakt of heeft gemaakt van een PGD (9%). "Bijna niemand heeft er een, maar wie eenmaal een PGD heeft, wil niet meer zonder", aldus de NPCF.
De federatie van patiëntenorganisaties voerde onder 11.241 respondenten een onderzoek uit, voornamelijk afkomstig uit het Zorgpanel, waarvan 79% kampt met een chronische aandoening en 21% geen chronische ziekte heeft. Van de ruim 10.000 ondervraagde zorgconsumenten maakt 9% (1067) nu gebruik van een persoonlijk gezondheidsdossier (PGD), of heeft dit gedaan in het verleden. 79% van de deelnemers maakt geen gebruik van een PGD, en de overige deelnemers weten dit niet (12%).
Definities van een persoonlijk gezondheidsdossier lopen nogal uiteen
De 1067 mensen die een PGD bijhouden noemen als belangrijkste redenen dat ze zelf het overzicht bij willen houden van wat er met hen aan de hand is, dat hun zorgverleners zo een goed overzicht hebben van wat er bij hen speelt, en dat ze zo een goed beeld krijgen van hoe hun gezondheid zich ontwikkelt. Ongeveer een kwart van de PGD-gebruikers (25%) besloot een dossier te gebruiken op het moment dat zij (chronisch) ziek of beperkt werden (20% en 5%). Daarnaast besloot 23% een PGD te gebruiken toen zij er voor het eerst van hoorde.
Verschillende dossiers
Uit het onderzoek van de NPCF blijkt ook dat de definitie van een persoonlijk gezondheidsdossier nogal uiteen loopt. Van de deelnemers die aangaven een persoonlijk dossier bij te houden bestaat dat PGD met name (nog) uit documenten van zorgverleners, zoals een overzicht van medicatie (72%), verslagen en uitslagen van zorgverleners (58%) en brieven van zorgverleners (43%). Zelf verzamelde gegevens - een speerpunt van een PGD in de visie van de NPCF - worden minder vaak genoemd, zoals een dagboek van de gezondheid (18%), resultaten uit ingevulde vragenlijsten (13%), resultaten uit eigen meetinstrumenten (9%) of resultaten uit gebruikte apps (2%). Sommige ondervraagde zorgconsumenten beschouwen een overzicht van afspraken met zorgverleners en een overzicht van behandelende zorgverleners met telefoonnummers voor noodgevallen als persoonlijk dossier.
Geen stijging in gebruik
Opvallend is dat de vraag naar een persoonlijk gezondheidsdossier volgens de NPCF niet is toegenomen in de afgelopen twee jaar. In 2013 voerde de NPCF met de meldactie ‘Social media en internet’ onderzoek uit, waarbij een deel van de resultaten ook ging over het aantal mensen dat een persoonlijk gezondheidsdossier gebruikt. Dat aantal is niet toegenomen - in 2013 gebruikte 7% van de deelnemers een PGD - schrijft de organisatie nu.
Het aantal gebruikers van een PGD is tussen 2013 en 2015 niet toegenomen
Die cijfers sluiten aan bij resultaten uit de eHealth-monitor 2014 van Nictiz. Daarin wordt geconcludeerd dat zorggebruikers relatief weinig (3%-12%) gebruik maken van toepassingen gericht op het meten en bijhouden van gegevens over de eigen gezondheid en op het helpen volhouden van een behandeling. Uit de eHealth-monitor 2014 blijkt dat 11% van de zorggebruikers zijn gezondheidswaarden zoals gewicht of bloeddruk meet en online bijhoudt. Ook geeft 9% aan in het afgelopen jaar zelf online gegevens te hebben bijgehouden over zijn of haar gezondheid.
De jaarlijkse eHealth-monitor van Nictiz geeft o.a. inzicht in het zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door zorgconsumenten
De NPCF vroeg ook naar de reden waarom deelnemers geen gebruik maken van een PGD (n=8838). Verreweg de meeste deelnemers gaven hiervoor met name de reden ‘ik weet niet waar ik het kan vinden of hoe ik het aan kan maken’ (45%), gevolgd door de reden ‘ik heb het niet nodig’ (25%). De NPCF verklaart dit doordat deelnemers weinig bij zorgverleners komen (13%) of omdat deelnemers vinden dat hun zorgverleners goed samen werken (12%). Bij de optie ‘anders’ werd daarnaast nog geantwoord: 'Ik wist niet dat een PGD bestond of wat het is' en 'Ik heb er nooit over nagedacht of bij stilgestaan'.
Betalen?
De NPCF vroeg ook aan het grootste gedeelte van de deelnemers - behalve de mensen die geen PGD gebruiken en ook niet willen gebruiken - of zij bereid zijn mee te betalen aan een persoonlijk gezondheidsdossier. Wat blijkt: 33% van de deelnemers is bereid een (kleine) eigen bijdrage te betalen voor het aanschaffen van een PGD. Daar staat tegenover dat 44% van de deelnemers niet bereid is om zelf te betalen. Van de deelnemers die bereid zijn te betalen voor het aanschaffen van een PGD (n=3182), is ongeveer de helft (52%) bereid tussen de 6 en 20 euro te betalen.
33% van de ondervraagden wil best wat betalen voor de aanschaf van een PGD
Naast die eenmalige aanschafkosten is 28% van de deelnemers bereid jaarlijks een (kleine) eigen bijdrage te betalen voor het gebruik van een PGD. Maar de helft van de deelnemers geeft aan voor het gebruik niet te willen betalen, en 23% weet dit niet. Van de deelnemers die bereid zijn te betalen voor het gebruik van een PGD, is ongeveer de helft (49%) bereid jaarlijks tussen de 6 en 20 euro te betalen, en is 40% van hen bereid tussen de 0 en 5 euro te betalen.
Memo aan Zorgverzekeraars Nederland: 66% van de deelnemers zou het goed vinden als het PGD vanuit de zorgverzekering wordt betaald, 18% van de deelnemers wil dit niet. De overgrote meerderheid (70%) vindt dat dit uit de basisverzekering betaald moet worden, omdat een PGD ‘voor voor iedereen beschikbaar moet zijn’, ‘iedereen moet er gebruik van kunnen maken’ en ‘we betalen al genoeg’. 17% van de deelnemers vindt dat een PGD vanuit een aanvullende verzekering betaald moet worden, met als genoemde redenen gegeven: ‘het is een extra service/dienst’, ‘het is iemands eigen keuze om een PGD te gebruiken’ en ‘niet iedereen wil er gebruik van maken’.
Dat patiënten er voor willen betalen en dat er nog een groot percentage Nederlands is die niet weet van de mogelijkheden van een persoonlijk gezondheidsdossier, komt duidelijk uit het NPCF-onderzoek naar voren. Maar wie dat PGD, en vooral met welke functies, gaat aanbieden wordt ook met dit onderzoek nog niet duidelijker. De toekomst zal het leren.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!