De jaarlijkse eHealthmonitor van Nictiz en Nivel laat zien wat algemene de stand van zaken is van digitale zorg in Nederland. Maar hoe eHealth-minded ben jij? Maak je gebruik van online consulten, gezondheidsapps, persoonlijke gezondheidsdossiers of wearables? Kortom: hoe scoor je op de eHealth-meetlat van TrendITion? We vroegen het aan Renato Valdés Olmos, Director of Product & Design van Honor en één van de mannen achter de gezondheidsapp Human.
Renato Valdés Olmos maakt dagelijks gebruik van een combinatie van apps: Apple Health, Human en MyFitnessPal. Human meet zijn dagelijkse activiteit, via MyFitnessPal houdt Olmos zijn calorie inname bij en Apple Health voegt al die data samen en laat de apps met elkaar communiceren. Een wearable heeft hij niet. Olmos: “Die draag ik bewust niet, ik denk eigenlijk dat er nog geen wearable op de markt is die iets doet wat mijn iPhone niet kan.”
"Het gaat om de continuïteit"
De maker van de app Human volgt zijn dagelijkse activiteit vooral uit nieuwsgierigheid en interesse in het veld. Maar hij vindt het ook belangrijk om een goed inzicht te hebben in hoeveel hij beweegt, hoeveel calorieën hij inneemt en bijvoorbeeld zijn BMI.
“Ik vind wekelijks sporten belangrijker dan precies weten hoeveel stappen ik zet iedere dag"
“Ik ben niet echt geïnteresseerd in de hoeveelheid data die gemeten wordt, ik doe het meer om een bepaald gedragspatroon in stand te houden. Sporten is dus niet iets wat ik ernaast doe, het is echt een onderdeel van mijn leven. Ik probeer elke week drie keer te gaan rennen en drie keer naar de sportschool te gaan.” Olmos vindt het naar eigen zeggen dan ook belangrijker dát hij iedere week gaat sporten en dagelijks dertig minuten beweegt, dan dat hij exact weet hoeveel stappen hij heeft gezet of hoeveel calorieën hij heeft verbrand. "Het gaat om de continuïteit van activiteit in mijn levensstijl."
Als app-ontwikkelaar weet hij precies waar een app aan moet voldoen om functioneel te zijn. “Gebruikservaring is super belangrijk, je wilt dat een app goed is ontworpen en de opslag van data goed voor elkaar heeft. Een app moet ook veilig en betrouwbaar zijn en snel werken. De kwaliteit van de overall experience moet hoog zijn.” En een app moet volgens hem ook na een lange tijd interessant blijven. Hoe meer data erin wordt gestopt, hoe meer een gebruiker daaruit kan halen. “Apps als Human of MyFitnessPal leren op den duur hun gebruiker 'kennen'. Hoe meer je deelt met de app, hoe inzichtelijker de statistieken worden en hoe relevanter de informatie wordt die jij er zelf weer uit kunt halen. Het is jammer dat er nog niet zoveel apps zijn die op de langere termijn echt hele slimme dingen aan het doen zijn, maar ik denk dat dat de volgende stap is.”
Naast deze dagelijkse metingen via gezondheids- en fitnessapps meet Olmos af en toe zelf ook zijn hartslag en bloeddruk. Hier gebruikt hij geen moderne snufjes voor, gewoon een ‘standaard’ bloeddrukmeter. “Die is verder niet intelligent of connectie. Ik doe het heel af en toe, misschien twee keer per jaar. Niet erg consequent. Het is ook meer om te kijken of alles nog stabiel en gezond is.”
Amerika vs. Nederland
Voor informatie over zorgverleners gaat Olmos niet meteen online op zoek. Hij vertrouwt liever op zijn eigen oordeel dan op dat van anderen. “Het hangt er ook vanaf wie erover heeft geschreven. Apps heb ik zelf regelmatig beoordeeld. In de zorg is dat toch anders, artsen en ziekenhuizen moeten gewoon een bepaalde kwaliteitsondergrens hebben. Tenzij ik een super lovende ervaring heb gehad, zou ik niet snel een review schrijven.” Volgens Olmos, die inmiddels al enkele jaren in San Francisco woont, gaan Nederlanders en Amerikanen hier verschillend mee om. “Amerikanen zijn erg uitgesproken. Als ze ergens een slechte service hebben gehad, dan zullen ze dat meteen zeggen. Nederlanders zijn daar denk ik iets terughoudender in.”
“Tenzij ik een super lovende ervaring heb gehad, zou ik niet snel een review schrijven"
Op digital health gebied en met het aanbieden van online zorg is Amerika al wat verder dan Europa, volgens Olmos. "Online services binnen de gezondheidszorg zijn hier wat voor de hand liggender dan in Nederland. Ik maakte zelf onlangs nog gebruik van zo'n dienst. Het was geen online consult, gewoon een real life consult, alleen kwam de dokter die ik via een app 'geboekt' had naar mij toe. De app die ik daarvoor gebruikte heet Heal, een soort doctor on demand. Ik wilde deze nieuwe app even testen, de marketing zag er goed uit. Als je bezorgd bent over bepaalde symptomen, dan denk ik toch dat een old school dokter consult nog steeds de oplossing is. Dat is naar mijn mening niet iets wat je via Google Hangouts kan doen. Maar zo'n app als Heal maakt zo'n doktersbezoek ineens wel veel makkelijker.”
Oude systemen
Aan het begin van zijn carrière heeft Olmos digitale medische dossiers ontworpen en ontwikkeld, dus hij weet hoe ze er bijna twintig jaar geleden uitzagen. Zelf houdt hij zijn medische data niet specifiek bij naast het overzicht dat Apple hem geeft. “Ik ben van mening dat Apple Health het best vormgegeven dossier is dat er op dit moment beschikbaar is. Ik zou wel graag willen weten welke informatie mijn huisarts of het ziekenhuis over mij heeft. Maar die data is zo gefragmenteerd dat het moeilijk is om het allemaal in een overzicht te krijgen. Het zijn verschillende softwarepakketten die niet compatible met elkaar zijn. En daarnaast is het ook verouderd, die systemen zijn niet gemaakt om data te delen.”
“Ik test veel apps, maar ik gebruik er uiteindelijk maar weinig"
Olmos weet door zijn (werk)ervaringen met digital health precies hoe de markt werkt. En omdat hij weet hoe de producten werken, weet hij wanneer iets kwalitatief goed is. “Ik test veel apps, maar ik gebruik er uiteindelijk maar weinig. Ik gebruik voornamelijk producten waarvan ik bijvoorbeeld de oprichters ken. Dan weet ik de intentie van mensen, bijvoorbeeld waarom ze een bepaald project zijn begonnen. Dat draagt bij aan of ik het product vertrouw of niet.” Olmos vindt dat hij nog meer gebruik zou kunnen maken van eHealth, maar vanwege zijn dagelijkse werkzaamheden, geeft hij zijn eHealth gebruik toch een 7. “Ik ben er altijd mee bezig, maar ik denk dat ik gewoon nog geen app ben tegengekomen die zoveel bijdraagt dat ik hem kan toevoegen aan de apps die ik al gebruik.”
Benieuwd wie er nog meer langs de eHealth meetlat zijn gelegd?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!