Nederland heeft een goede uitgangspositie als het gaat om ICT in de zorg. Maar verdere verbetering blijkt moeilijk. Vooral als het gaat om het vinden van een gemeenschappelijke en breed gedragen aanpak. Wat kunnen we leren van de succesvolle aanpak van anderen, bijvoorbeeld van de Verenigde Staten?
Op de internationale ranglijstjes voor ICT in de zorg of eHealth doet Nederland het lang niet slecht. We zijn bijvoorbeeld nummer 1 als het gaat om automatiseringsgraad van huisartsen. Ook op het gebied van beslissingsondersteuning of elektronisch uitwisselen van informatie zitten we bij de voorhoede. Dat wekt de interesse van het buitenland (bijvoorbeeld China) en biedt daarmee economische kansen.
De uitdaging
Maar het is niet verstandig om genoegzaam achterover te leunen. Want er kan nog een hoop verbeterd worden. Enkele verbeterpunten staan in de eHealth-monitor 2013. Zo kan lang niet elke zorgverlener altijd beschikken over een actueel mediatieoverzicht van zijn patiënten. Koppelingen tussen verschillende softwareproducten in de GGZ komen maar moeilijk tot stand. Patiënten hebben meestal nog geen online toegang tot hun dossier. Op het terrein van eHealth zijn er pilots genoeg, maar opschalen blijft een uitdaging, niet in de laatste plaats door informatiesystemen die niet met elkaar kunnen praten.
"Op de internationale ranglijsten voor ICT in de zorg of eHealth doet Nederland het lang niet slecht"
Willen we IT echt zinvol kunnen inzetten in de zorg, dan moeten dat soort problemen de wereld uit. En dan hoor ik vaak dat het te langzaam gaat. Dat er meer regie nodig is. Dat de vrijblijvendheid eruit moet. Hoe gaan we zorgen dat systemen wél met elkaar kunnen praten? Dat patiënten wél bij hun gegevens kunnen? Dat eHealth wél kan worden opgeschaald? Dat is een enorme uitdaging.
Doorbraken in de VS
Gelukkig hoeven we niet alles zelf te verzinnen. We kunnen leren van de bewezen aanpak van anderen. Een inspirerend voorbeeld vind ik daarbij de Verenigde Staten. In 2009 gebruikte maar 46 procent van de huisartsen daar een Elektronisch Patiëntendossier in hun praktijk. Daarin liepen ze duidelijk achter op Europa. In 2012 was dat opgelopen tot 69 procent. Dat is geen toeval, maar het gevolg van een ingrijpend overheidsprogramma, dat loopt sinds 2010.
Meaningful Use
Dat programma heet Meaningful Use en gaat over het zinvol inzetten van gecertificeerde technologie voor electronic health records (in Nederland spreken we dan van Elektronische Patiëntendossiers van huisartsen of ziekenhuizen). Met 'zinvol gebruik' bedoelt men dat de inzet van IT functioneel moet bijdragen aan goede zorg.
"IT is dus geen doel op zichzelf"
IT is dus geen doel op zichzelf. IT moet bijvoorbeeld het elektronisch voorschrijven van medicatie mogelijk maken en zorgen voor automatische waarschuwingen bij mogelijke ongewenste interacties tussen verschillende medicijnen. De Meaningful Use-regeling wil verder goede informatieuitwisseling tussen systemen bevorderen, patiënten toegang bieden tot hun medische gegevens en het rapporteren van kwaliteitsgegevens verbeteren.
Het Meaningful Use programma bestaat uit drie stadia, die gefaseerd zijn in de tijd. Het tweede stadium is net van start gegaan, het derde komt in 2016. In elk stadium worden hogere eisen gesteld aan zorgprofessionals en aan ziekenhuizen, in de vorm van nieuwe verplichte criteria en kwaliteitsmetingen. Een concreet voorbeeld van een criterium uit stadium 2 is dat zorgverleners het patiëntendossier elektronisch beschikbaar moeten maken aan hun patiënten: meer dan 50% van de (unieke) patiënten die in de rapportageperiode zijn gezien door de professional moeten binnen 4 werkdagen online bij hun medische gegevens kunnen.
Wortel en stok
Meaningful Use geldt voor zorgaanbieders die zorg leveren in het kader van de door de overheid gefinancierde zorgprogramma’s Medicare (voor mensen boven de 65 en mensen met een handicap) en Medicaid (voor mensen met een laag inkomen). Zorgaanbieders die meedoen aan Medicare, die in 2015 niet kunnen aantonen dat zij voldoen aan de Meaningful Use criteria, kunnen een verlaging van hun tarieven tegemoet zien (dit geldt overigens niet voor Medicaid).
"Alleen het aanschaffen van gecertificeerde softwareproducten is niet genoeg voor een financiële tegemoetkoming"
Daar staat tegenover dat er een stimuleringsfonds is voor het gaan voldoen aan de eisen. Maar alleen het aanschaffen van gecertificeerde softwareproducten is niet genoeg voor een financiële tegemoetkoming. Er moet daadwerkelijk zinvol gebruik worden aangetoond. Hiertoe moeten deelnemers een juridisch bindende verklaring afleggen dat ze aan alle criteria voldoen, waarbij ze kerngegevens rapporteren over elk verplicht criterium.
Het gaat hier dus om een wortel- en stokbenadering voor zorgaanbieders (dus niet voor IT-leveranciers), die niet is gericht op de aanschaf van gecertificeerde IT-producten, maar om wat de zorgaanbieder ermee bereikt.
Voor de IT-producten zelf geldt een certificatieprogramma, waarbij de implementatie van een lijst van specifieke standaarden wordt vereist. Doordat de zorgaanbieders aan de Meaningful Use criteria moeten voldoen, ontstaat er een druk op IT-leveranciers om hun producten tijdig aan te bieden voor certificatie. Klanten stappen anders immers over op alternatieve producten, om dreigende tariefkortingen te ontlopen.
Meaningful Use leidt in de praktijk tot koortsachtige activiteit op de Amerikaanse markt voor zorg-ICT. En tot het opschuiven van de Verenigde Staten in de ranglijsten voor zorg-ICT. Het biedt heldere regie en leidt tot zichtbaar resultaat.
De vrijblijvendheid voorbij?
Ook in Nederland gaan steeds vaker stemmen op om het toepassen van standaarden minder vrijblijvend te maken. Eerder dit jaar ging al het Kwaliteitsinstituut (als onderdeel van het Zorginstituut Nederland) van start om de adoptie van kwaliteitsstandaarden in de zorg te bevorderen. Verder kondigde minister Schippers in oktober 2013 een duurzaam informatiestelsel voor de zorg aan, waarin registratie volgens standaarden een belangrijke rol speelt. Ook verzekeraars streven naar standaarden: het platform Zelfzorg Ondersteund presenteerde eerder dit jaar een pakket voor eisen voor zelfzorgplatformen, waarbij gestreefd wordt naar certificering van platformen als ze voldoen aan standaarden.
"Ook in Nederland gaan steeds vaker stemmen op om het toepassen van standaarden minder vrijblijvend te maken"
Wellicht is het mogelijk om te komen tot een vertaling van de aanpak en eisen van Meaningful Use naar de Nederlandse situatie. Natuurlijk vraagt dat wel om een zorgvuldige bestudering. Immers, de Nederlandse organisatiewijze van de gezondheidszorg komt niet één op één overeen met de Amerikaanse. Er moet vooral gekeken worden naar de precieze rol van overheid en verzekeraars in een dergelijke aanpak. Dit geldt ook voor de rol van Kwaliteitsinstituut en van toezichthouders als de Nederlandse Zorgautoriteit, Inspectie voor de Gezondheidszorg en het College Bescherming Persoonsgegevens.
Maar de uitdagingen zijn vergelijkbaar. Hoe zorg je voor goede registratie, goede informatieuitwisseling, toegang van patiënten tot hun gegevens en werkbare kwaliteitsgegevens? De tijd lijkt rijp voor minder vrijblijvendheid.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!