AI maakt steeds vaker deel uit van medische beslissingen. Maar als de data waarop het is gebaseerd scheef is of niet klopt, kunnen ongelijkheden in de zorg verergeren. Datawetenschapper Philipp Diesinger legt uit waarom biasdetectie essentieel is voor veilige en eerlijke zorgtechnologie.
Wat is bias eigenlijk?
Bias betekent dat AI-systemen systematisch slechter presteren voor bepaalde groepen patiënten. Dat komt vaak doordat de data waarop ze zijn getraind niet representatief is. Bijvoorbeeld: als vooral gegevens van witte mannen in de dataset zitten, kunnen de uitkomsten voor vrouwen of mensen met een andere achtergrond minder betrouwbaar zijn.
Hoe ontstaat dit precies?
Bias kan op verschillende momenten insluipen. Denk aan de dataverzameling, het meetinstrument of de manier waarop het algoritme werkt. In de zorg betekent dit vaak dat bepaalde subgroepen – zoals mensen met een migratieachtergrond, vrouwen of ouderen – ondervertegenwoordigd zijn. Daardoor maken AI-modellen vaker fouten voor precies die groepen.
Verschillende vormen van bias
Sample bias
Bij klinische studies of medische databases zijn bepaalde groepen nauwelijks vertegenwoordigd. Zo komt 90% van de deelnemers aan genetische studies uit Europa. De resultaten zijn daardoor minder toepasbaar op andere bevolkingsgroepen.
Measurement bias
Sommige meetapparaten werken niet even goed voor iedereen. Een bekend voorbeeld: saturatiemeters overschatten bij mensen met een donkere huid vaak het zuurstofgehalte in het bloed, met risico op onderbehandeling tot gevolg.
Algoritmische bias
Soms gebruiken modellen indirecte variabelen (‘proxy’s’) die sociale ongelijkheid weerspiegelen. Een bekend voorbeeld is een Amerikaans algoritme, dat aannam dat zwarte patiënten gezonder waren, omdat zij minder zorgkosten maakten. Later bleek dat dit niet kwam omdat ze gezonder waren, maar omdat ze simpelweg minder toegang tot zorg hadden.
Menselijke bias
Ook de manier waarop data wordt ingevoerd speelt mee. Als zorgverleners bijvoorbeeld pijn bij vrouwen structureel lager inschatten, beïnvloedt dat de dataset én het algoritme dat ermee wordt getraind.
Waarom het ertoe doet
Als bias niet wordt herkend, leidt dat tot ongelijke behandeling en mogelijk zelfs schade. Ernstige aandoeningen worden gemist of verkeerd behandeld. Het risico? Minder vertrouwen in AI, maar ook in de zorg in het algemeen. De WHO (World Health Organization) benadrukt daarom dat AI-oplossingen voor álle patiënten goed moeten werken.
Wat kunnen we doen?
Biasdetectie moet standaard onderdeel zijn van AI-ontwikkeling. Dat begint met het checken van datasets: wie zit erin, en wie juist niet? Ook moeten de prestaties van het model per subgroep worden geanalyseerd. ‘Fairness metrics’ geven inzicht in mogelijke scheefgroei. Tot slot blijft menselijke controle heel belangrijk. Zorgverleners en experts moeten betrokken blijven bij de interpretatie van de data en de uitkomsten van de modellen, om deze kwalitatief hoogwaardig te houden.
Wat levert het op?
- Veiligheid: AI ontdekt fouten of blinde vlekken eerder, waardoor verkeerde diagnoses en behandelingen kunnen worden voorkomen.
- Eerlijkheid: Resultaten en adviezen worden betrouwbaarder voor alle groepen, ongeacht hun achtergrond of eigenschappen.
- Betrouwbaarheid: Het vertrouwen van zorgprofessionals en patiënten in AI-technologie blijft behouden/wordt vergroot
- Regelgeving: Biasdetectie wordt een vereiste bij AI-validatie, ook gezien de steeds strengere wetgeving.
Over de auteur
Philipp Diesinger is datawetenschapper en AI-expert bij Rewire, een AI-consultancy die zorginstellingen helpt bij het ontwikkelen en implementeren van betrouwbare en verantwoorde AI-oplossingen. Hij combineert een technische achtergrond met kennis van gezondheidsdata en werkt aan projecten rondom biasdetectie, modelvalidatie en fairness in medische algoritmes.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!