Is eHealth wel het beloofde wondermiddel, vraagt longarts Karin Groenewegen van het Deventer Ziekenhuis zich af in haar blog op Skipr. Dankzij eHealth kunnen mensen beter thuis worden verzorgd en hoeven ze niet naar dure ziekenhuizen, maar leidt het ook tot minder of betere zorg? De aanleiding voor deze blog is de samenwerking tussen het Deventer Ziekenhuis en Luscii. De twee partijen startten in 2016 een pilot waarbij de app werd in gezet voor COPD-patiënten. Hoewel de patiënten de extra aandacht (en tablet) fijn vonden, leidde de inzet van technologie in dat project niet tot minder of betere zorg, eerder tot meer.
Luscii ontwikkelt een app voor thuismetingen. De Nederlandse onderneming is inmiddels actief in vier landen. Patiënten hebben de Luscii-app op hun eigen telefoon of tablet en kunnen hierin meetgegevens, zoals hun bloeddruk, saturatie, gewicht en beweegpatroon, bijhouden. De longverpleegkundige of longarts kan op afstand adviseren en ingrijpen als er veranderingen optreden. De app wordt naast COPD inmiddels ook ingezet voor ziektebeelden als hartfalen, atrium fibrilleren, oncologie en gynaecologie.
De onderneming maakte zich vorig jaar los van moederbedrijf FocusCura en sloot een strategische samenwerking met Omron Healthcare, wereldwijd de grootste fabrikant van bloeddrukmeters. In Nederland wordt Luscii in ongeveer de helft van de ziekenhuizen gebruikt en vergoed door 94 procent van de verzekeraars. De software heeft een integratie met EPD-leverancier Chipsoft en Cardioportal, waardoor zorgverleners vanuit het EPD Luscii kunnen aanvragen. Recent werd ook integratie met BeterDichtbij en Indiveo aangekondigd.
Het is opvallend dat de blog van Groenewegen haaks staat op het persbericht van het Rode Kruis Ziekenhuis dat op precies dezelfde dag uitkwam. Dat bericht omschrijft het ‘grote succes’ van thuismeten voor COPD-patiënten in Beverwijk. Het aantal opnamen in de gebruikersgroep daalde met liefst 26%, de ligduur daalde met 13% en patiënten zijn 'buitengewoon tevreden’. Patiënten geven Luscii een Netto Promotor Score van 60, bijna net zo hoog als de klantwaardering van Coolblue. “Daaraan zie je dat patiënten zich echt beter en veiliger voelen. De toegenomen levenskwaliteit vertaalt zich in de waardering voor het programma”, vertelt RKZ longarts Erik Kapteijns in het persbericht. “Vanwege de uitstekende resultaten komt het eHealth programma dit jaar breed beschikbaar.”
Uitgangspositie ziekenhuis bepaalt effect technologie
Twee ziekenhuizen, twee pilots met COPD-patiënten. Hoe kan het dat de resultaten per ziekenhuis zo uiteenlopend zijn? De uitgangspositie van een ziekenhuis bepaalt wat het mogelijke effect is van de inzet van technologie, vertelt Daan Dohmen, CEO van Luscii. “We zijn erachter gekomen dat er veel verschil is tussen de uitgangspositie in de ziekenhuizen, oftewel hoe de bestaande zorgpaden eruit zien. Beschikbare capaciteit van verpleegkundige specialisten, voorkeuren van het team en samenwerking met de huisarts of thuiszorg zijn allemaal factoren die effect hebben op de zorgpaden.”
Concreet: in sommige ziekenhuizen vindt er al veel zorg thuis plaats, bijvoorbeeld in samenwerking met de huisarts. In andere ziekenhuizen gebeurt dit veel minder en komen patiënten vaker langs. Als patiënten standaard vier keer per jaar op controle komen, dan is daar meer winst te behalen dan wanneer patiënten slechts één keer per jaar komen. De ligduur, de tijd die patiënten in het ziekenhuis liggen bij een opname, verschilt ook van ziekenhuis tot ziekenhuis.
Foto: Luscii
Een andere factor is de inzet van de app. In sommige ziekenhuizen worden patiënten via de app begeleid en komen ze niet meer op controle in het ziekenhuis - tenzij de app daar aanleiding voor geeft. Er zijn ook ziekenhuizen die patiënten via Luscci's app begeleiden en de reguliere controles ook gewoon door laten lopen. In de eerdere proef in het Deventer Ziekenhuis was dit het geval: patiënten werden tijdens de pilot ook nog gewoon opgeroepen voor fysieke controles. Dat verklaart waarom patiënten daar ‘toch steeds weer terug in de spreekkamer komen’. In het onderzoek dat Luscii en Deventer Ziekenhuis nu gaan doen, komt de standaard controle te vervallen.
De selectie van patiënten is ook bepalend voor het effect van een pilot. Bij heel kwetsbare patiënten met een grote kans op (her)opname, is het effect van kans op opname besparen veel groter dan waneer je hele stabiele patiënten neemt. Bij veel pilots, zoals die in het Deventer Ziekenhuis, gaat het om een kleinschalige pilot met maximaal 25 personen. Het maakt dan veel uit welke patiëntengroep geïncludeerd wordt op wat voor effecten je gaat zien. Vanwege al deze verschillen is het ene project niet zomaar vergelijkbaar met het andere project.
Wat wordt er gemeten?
De gedefinieerde uitkomsten spelen ook een rol: wat wil je bereiken en wanneer ben je tevreden?. In zijn algemeenheid blijkt dat patiënten deze vorm van zorg waarderen, beaamt ook de longarts. De grote vraag is of dat voldoende is. “Vaak praten mensen hier langs elkaar”, legt Dohmen uit. “De ene wil minder opnames als succes, de ander minder poli bezoeken en weer een ander vooral betere services. Uitkomsten vooraf definiëren is cruciaal.”
Een laatste, meer voor de hand liggende variabele: wat wordt er gemeten? “Bij de eerdere pilot in Deventer met een beperkt aantal patiënten werd alleen CCQ (een gevalideerde vragenlijst) gemeten. In andere ziekenhuizen werd ook activiteit of saturatie bijgehouden. In onze nieuwste versie van de app is het ook mogelijk om zogeheten ‘kennisbites’ te registreren: educatie modules over omgang met de ziekte om zelfmanagement te bevorderen”, licht Dohmen toe.
Met het oog op al deze variabelen en de tot dusver uiteenlopende resultaten in ziekenhuizen, starten Luscii en het Deventer Ziekenhuis een randomized controlled trial (rct), de 'gouden standaard' binnen medisch onderzoek. Binnen dit onderzoek worden patiënten niet vooraf geselecteerd, maar ingedeeld in een interventie groep (met app) en controle groep (zonder app). Bij dit onderzoek zal, anders dan alleen CCQ bij de pilot, ook gewicht, activiteit en saturatie geregistreerd worden. Na één jaar wordt gekeken in welke mate er verschillen zijn in zelfmanagement. Ook wordt gekeken of de kwaliteit van leven is toegenomen en wat het effect op de zorgconsumptie is geweest. Dat wordt vergeleken met de groep patiënten die de app niet gebruikt.
Foto: Luscii
Innoveren
Zorgverzekeraar Zilveren Kruis ondersteunt het onderzoek. “Wij willen samen met Deventer Ziekenhuis en Luscii de zorg dáár te brengen waar patiënten die willen ontvangen”, meldt directeur Zorginkoop Olivier Gerrits in een persbericht op de website van de zorgverzekeraar. “Dat wil zeggen: we maken de stap van wachtkamer naar de woonkamer. Met telemonitoring bij COPD-patiënten maken we dat mogelijk voor longpatiënten. Met de inzet van transformatiegelden gaat het ziekenhuis onderzoeken in welke mate eigen regie bijdraagt aan een verbeterde gezondheid. Ons streven is om in 2021 tien procent van de medisch specialistische zorg naar huis te brengen. Dit onderzoek is belangrijk om die stap te kunnen maken.”
“Wij willen onszelf kwetsbaar opstellen en vooral leren hoe we ons platform en de inzet ervan optimaliseren voor diverse zorgsituaties. Dat kan op verschillende manieren, ook wetenschappelijk onderzoek zoals met het Deventer Ziekenhuis hoort daar wat ons betreft bij”, besluit Dohmen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!