Het idee achter een activity tracker is dat zo’n wearable helpt om dagelijks voldoende te bewegen. Zaken als een ingebouwde inactiviteitssensor, motiverende app en dagelijkse doelen helpen hierbij. Maar wat is eigenlijk ‘voldoende’ bewegen?
Tot vorig jaar bestonden er in Nederland twee beweegnormen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, ook wel bekend als de Beweegnorm, en de fitnorm. Beide normen werden in 1998 door de Gezondheidsraad, op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, opgesteld. De Beweegnorm adviseerde minstens vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen, de fitnorm raadde aan minstens drie dagen in de week minimaal twintig minuten zwaar intensief te bewegen (bijvoorbeeld hardlopen).
In 2017 was Eco de Geus voorzitter van de Gezondheidsraad. De Geus is professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De Gezondheidsraad bestaat uit 18 hoge voorhoofden die zich gezamenlijk buigen over een literatuurstudie naar bestaande bewijzen voor het effect van regelmatige lichaamsbeweging. Op basis hiervan stelt de Gezondheidsraad een advies op voor het Ministerie van Volksgezondheid. “Het opstellen van een nieuwe norm in 2017 kwam op verzoek van de Minister van Volksgezondheid. Enerzijds vond minister Schippers zowel een fitnorm als Beweegnorm verwarrend, daarnaast bestond de behoefte om meer aan te sluiten bij internationale richtlijnen. Tenslotte hoopte het ministerie dat er iets van een richtlijn rondom zitgedrag opgesteld kon worden”, aldus de Geus over de totstandkoming van de nieuwe norm.
Professor Eco de Geus
Weekend Warriors
De Norm schreef tot nu toe voor dat volwassenen minimaal vijf keer per week een half uur per dag matig tot intensief moeten bewegen. Alleen activiteiten die minimaal tien minuten achter elkaar worden volgehouden tellen mee, even een sprintje trekken naar de trein dus niet. De norm is inmiddels wat minder streng geworden. Het gaat nog steeds om tweeënhalfuur (150 minuten) matig intensief bewegen per week, maar die beweging hoeft niet per sé te worden opgedeeld in vijf dagen. Volgens de nieuwe norm maakt het niet uit in hoeveel dagen tijd de 150 minuten beweging worden gehaald. “Als iemand op zondag en zaterdag samen die 150 minuten beweging haalt, dan kan ik niet bewijzen dat dat slechter is dan iemand die verspreid over vijf dagen iedere dag dertig minuten beweegt”, legt de Geus uit. Goed nieuws dus voor de Weekend Warriors, grapt de professor.
Het bewegen hoeft volgens de nieuwe norm ook niet langer uit een aaneengesloten periode van minimaal tien minuten bestaan. “We zijn een stuk minder stellig over de intensiteit, frequentie en duur van het bewegen, daar is namelijk eigenlijk geen bewijs voor”, stelt de Geus. “Wat we wel weten is: meer is beter. Maar of dat vijftig of dertig minuten per dag betekent, of dat een aangesloten periode moet zijn of losse brokjes van een paar minuten en of je minimaal 50, 60 of 70% van je maximale capaciteit moet benutten hierbij, dat weten we niet zeker. Er wordt veel onderzoek gedaan naar beweging en veel over gezegd, maar harde bewijsvoering ontbreekt.”
Gezondheidsraad minder stellig over intensiteit en duur van bewegen
Maximale Maxi-Cosi tijd
De nieuwe Nederlandse norm is daarnaast meer gelijkgetrokken met internationale normen, vertelt de Geus. Toch zijn er kleine verschillen per land. Zo doet men in Duitsland uitspraken over baby’s en kinderen tot drie jaar, bijvoorbeeld hoeveel tijd er in een Maxi-Cosi doorgebracht mag worden, en is België stelliger over de risico’s van te veel stilzitten. “Daar is volgens ons alleen geen voldoende bewijs voor”, zegt de Geus. “Er is geen wetenschappelijk bewijs hoe lang je mag zitten, hoe vaak je moet onderbreken en hoe lang die onderbreking moet zijn. Er is wel veel bewijs dat mortaliteit (sterfte) beïnvloed wordt door langdurig zitten, maar we weten nog niet hoe dat precies komt. Misschien is het wel heel simpel: als je veel zit, beweeg je weinig. Maar heeft veel zitten ook nog andere nadelige gezondheidseffecten behalve weinig bewegen?”
De Gezondheidsraad houdt de richtlijn rondom zitten dan ook erg algemeen. “Zelfs een tikkeltje vaag”, zegt de Geus, “maar dat komt doordat de wetenschappelijke evidentie nog niet sterk genoeg is om meer te zeggen dan: probeer zitten te voorkomen. We zouden graag een stuk specifieker zeggen: je mag zoveel uur zitten voordat je weer moet wandelen. Dat kan helaas niet.”
Wat wel duidelijk uit allerlei onderzoeken naar voren komt is dat je de meeste gezondheidswinst boekt als je van weinig beweging naar meer beweging gaat, dan dat je van veel beweging naar nog meer beweging gaat. “Als je al vier uur per week sport, dan draagt een uur extra sporten natuurlijk bij aan je gezondheid, maar als je van nul uur sporten naar een uur sporten gaat, dan is die gezondheidswinst nog veel groter.”
Telt 10.000 stappen nog steeds?
Dat 10.000 stappen doel waar de meeste activity trackers ons dagelijks voor willen verleiden, slaat dat nog ergens op? Dat kan, zegt de Geus. “Wij verzamelen het wetenschappelijke bewijs en geven op basis daarvan een norm. Aan het Ministerie van Volksgezondheid vervolgens de taak om die norm te interpreteren en om te zetten naar een voor de mensen thuis hanteerbare richtlijn. Als dat een 10.000 stappen per dag campagne is, dan kan dat prima.”
Vooralsnog houden de meeste trackers de algemene ‘norm’ van 10.000 stappen per dag aan. Omdat dat meestal niet vanzelf gaat, gebruiken veel trackers slimme strategieën om mensen meer te laten bewegen. De eerste Garmin vivofit was uitgerust met een rood balkje dat steeds verder op liep totdat een gebruiker in beweging kwam. De Apple Watch toont door middel van gekleurde cirkels zien hoeveel iemand heeft gestaan of gelopen en geeft je een seintje om om de zoveel tijd even je benen te strekken. Fitbit beloont je voor (en herinnert je aan) Active Hours: uren waarin je minimaal 250 stappen hebt gezet. “Of het echt werkt om ieder uur 250 stappen te zetten, dat weet ik niet, maar baat het niet dan schaadt het niet”, zegt de Geus.
Hoewel de Gezondheidsraad de norm zodanig heeft aangepast dat mensen niet tien minuten aan één stuk actief hoeven te zijn, hanteert Fitbit dit principe wel. Pas na tien minuten beweging registreert Fitbit dit als active minutes. “Het is een positief effect dat mensen moeilijker voor de gek te houden zijn: als je driftig tandenpoets of een kwartier in de pan staat te roeren, dan krijg je daar niet direct punten voor. Puur gericht op het beloningssysteem om mensen in beweging te krijgen is het prima dat Fitbit zo werkt, maar er is vanuit de Gezondheidsraad gezien geen bewijs dat pas na tien minuten de ‘gezondheidsmeter’ gaat lopen. Daarom is dit uit de Nederlandse norm weggelaten.”
Als een ding duidelijk wordt uit het relaas van professor de Geus is het dat beweging bijdraagt aan onze gezondheid, maar hoe exact en in welke mate (nog) niet duidelijk is. Daarom kiezen fitness tracker fabrikanten hun eigen aanpak en strategieën voor meer beweging bij hun producten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!