Nike Training Club, RunKeeper, of Strava: fitness- en gezondheidsapps zijn er in overvloed. Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de gebruikers van elektronische hulpmiddelen jong en hoogopgeleid zijn. Een groep onderzoekers aan de Vrije Universiteit in Amsterdam bouwt aan een Android app met als doel een minder actieve groep mensen te helpen om meer te bewegen. Onderzoeker Bojan Simoski zoekt geïnteresseerden die deze app willen testen.
Promovendus Bojan Simoski startte begin dit jaar met zijn onderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, bij de onderzoeksgroep Informatica. Hij houdt zich onder andere bezig met het ontwerpen en testen van wat hij noemt een Social coaching app. Die Android app is gebouwd om een team van twee mensen elkaars beweeggedrag te monitoren en te begeleiden. De Social coaching app verzamelt data van de ingebouwde sensoren die in moderne smartphones zitten en bewegen en activiteiten kunnen meten. Daarnaast is de mogelijkheid tot onderlinge communicatie toegevoegd.
De eerste vraag die opkomt: zijn er niet al genoeg sport- en fitness apps op de markt die mensen kunnen motiveren om in beweging te komen? De commercieel beschikbare apps zijn goed voor mensen die al actief zijn, maar mensen die motivatie missen om meer te sporten of bewegen hebben iets anders nodig, zegt Simoski. Sociale steun– de steun die je krijgt uit je omgeving – zou een uitkomst kunnen zijn om mensen te motiveren meer te bewegen. Apps an sich zijn geen manier om mensen die weinig actief zijn te stimuleren om meer te bewegen - stelt de promovendus.
Strava
Vooral jong en hoogopgeleide gebruikers
Sportonderzoeksinstituut Mulier Instituut publiceerde in januari 2017 een rapport over het gebruik van elektronische hulpmiddelen - apps, smartwatches en stappentellers - bij sporten en bewegen. De onderzoekers van het Mulier Instituut zien dat met name de relatief kleine groep frequente sporters elektronische hulpmiddelen gebruikt. Het merendeel van de gebruikers van elektronische hulpmiddelen zijn jong en hoogopgeleid: de grote groep minder intensieve sporters staat hier minder voor open, aldus de onderzoekers. Van de Nederlandse bevolking van 16-79 jaar had in de afgelopen 12 maanden 31 procent een elektronisch hulpmiddel gebruikt om te sporten en bewegen. Van de mensen die nauwelijks aan sport doen gebruikte twaalf procent een app of fitness tracker, van de mensen die 12 keer of vaker sporten, was dat 41 procent, blijkt uit het onderzoek.
Het onderzoek bevestigt Simoski in zijn aanname dat mensen die een leefstijl hebben met (zeer) weinig beweging, nu buiten de boot vallen als het op apps en digitale hulpmiddelen aankomt. Volgens hem ontbreekt sociale steun in veel van de apps die momenteel op de markt zijn. “Je kunt in bepaalde apps wel een ranglijst bekijken met wie de meeste stappen gezet heeft, maar vaak niet persoonlijk elkaar aanmoedigingen of uitnodigen sturen om te gaan sporten.”
Onderzoeker Bojan Simoski
Werkt het coachingsprincipe?
“De Social coaching app draait om sociale steun: mensen vormen een duo met elkaar om meer te bewegen en actiever te zijn door de dag heen.” Het is een onderzoeksproject, benadrukt Simoski, om te zien of een app een geschikt instrument is, en of het coachingsprincipe werkt.
Een team bestaat uit twee mensen: een buurman, collega, familielid of vriend(in) kan als coach fungeren. De coach monitort de dagelijkse beweging van het teamlid, en kan hem of haar aanmoedigen om meer te bewegen, een rondje te gaan wandelen of fietsen (wel met de smartphone, die is nodig om beweging te registreren). Ook kan een coach real-time feedback geven op de beweging die in de app wordt geregistreerd. De onderzoekers bouwden ook een aantal herinneringen in voor de coaches, om ze te helpen de teamleden te ondersteunen en te stimuleren. “Mensen hebben het druk: we denken dat het voor deelnemers lastig is om meer dan één teamlid te coachen, dus we houden het op een-op-een coaching in dit project.”
Deelnemers aan de studie krijgen een fitness tracker van Fitbit om hun beweging te monitoren
Meten met een Fitbit
Deelnemers aan de studie - die vier weken duurt - krijgen ook een activity tracker van Fitbit, die wordt gebruikt als stappenteller en als referentie. Deelnemers beginnen al een week voorafgaand aan het gebruik van de Social coaching app met het dragen van de Fitbit om te zien wat hun gemiddelde dagelijkse beweegpatroon is. Zo krijgen de onderzoekers een idee of de deelnemers meer of minder actief zijn. “We gebruiken de data van de app en van de Fitbits en analyseren die, om te zien of beweging door de tijd heen toeneemt en om te onderzoeken of de invloed van de coach werkt. Ook ondervragen we de gebruikers van de apps met een vragenlijst hoe zij de app vinden werken”, aldus Simoski.
De app is gebaseerd op een aan de VU ontwikkeld SWAN platform om data via de mobiele telefoon te verzamelen en te gebruiken. Het in eigen beheer bouwen van een infrastructuur voor data-verzameling vergemakkelijkt het bouwen van een app, en maakt het mogelijk om de data uit sensoren, zoals accelerometers die beweging meten, op een eenvoudige manier te gebruiken.
De onderzoekers zoeken nog deelnemers aan de Social coaching app. Geïnteresseerden kunnen zich hier aanmelden. Onder de deelnemers verloot de VU een Fitbit stappenteller.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!